Het Verbond van Meulebeke
Twee vlaswevers overstijgen het individualisme van Vlaamse familiale kmo’s en fuseren : het nieuwe Libeco-Lagae nv consolideert zijn positie in Europa en expandeert in de VS.
Aangekondigd op nieuwjaarsdag 1997, wordt het huwelijk tussen de twee vlaswevers uit Meulebeke, Libeco (471 miljoen frank omzet in ’96) en Lagae (299 miljoen in ’96), per 1 juni geofficialiseerd. Beide productie-eenheden, nauwelijks een boogscheut van elkaar verwijderd, zullen geleidelijk helemaal in elkaar overvloeien en samengebracht worden in één gebouw. “Afzonderlijke facturaties verdwijnen en alles wordt gestroomlijnd, van boven tot beneden. Alle dubbelgebruik gaat eruit. Het kader- en administratief personeel huist al onder één dak. Een stevige slagkracht en ruimere omzetten zullen ervoor zorgen dat er buiten de natuurlijke afvloeiingen, geen arbeidsplaatsen verloren gaan,” garandeert Jean Libeert, voorzitter van de raad van bestuur van Libeco-Lagae nv. Het dagelijks bestuur is in handen van de gedelegeerd bestuurders Raymond Libeert en Patrick Lagae en van bestuurder Michel Libeert. De twee vlasweverijen laten hun decennia-oude familiale persoonlijkheid achter zich : Lagae werd opgericht in 1858, Libeco in 1864 ; bij Lagae is de vierde generatie aangetreden, bij Libeco de vijfde. De aandelen weerspiegelen de waarde van de respectieve activa : 62 % familie Libeert en 38 % familie Lagae. De bedrijfsculturen waren al sterk gelijklopend : “De meeste werknemers in de twee bedrijven zijn van Meulebeke en velen werkten bij Libeco of Lagae van vader op zoon,” lacht Jean Libeert.
Samen realiseren Libeco en Lagae vandaag een omzet van 768 miljoen Belgische frank, met zo’n 200 werknemers. Van jaar tot jaar kan de omzet 10 à 20 procent schommelen, naar boven of naar beneden : de vlassector gaat immers door hoogten en laagten de soms fikse bewegingen volgend van de grondstofprijzen en de modetrends. “Gezien het cyclisch karakter van de markt, mikken we op een gemiddelde omzetgroei van 10 % per jaar. Dat is niet spectaculair, maar wij opteren voor een gecontroleerde expansie,” stelt Raymond Libeert. “Eerst verdienen en dan uitgeven. Dat was de filosofie in onze bedrijven gedurende bijna 150 jaar en zo willen we het houden. In die zin blijft het nieuwe Libeco-Lagae ook in zijn bredere dimensie toch nog een familiale onderneming,” typeert Jean Libeert de strategie : een doorgedreven professionalisme, maar ingebed in Vlaamse bedachtzaamheid.
Het eerste vertaalt zich in een bewuste keuze voor sterk gespecialiseerde niches en het inschakelen van technologische innovaties “daardoor hebben we kunnen standhouden, want vóór de Tweede Wereldoorlog waren er in de streek nog een veertigtal vlaswevers”. Anderzijds klinkt de weloverwogen behoedzaamheid door in het credo, dat injectie van extern kapitaal uitgesloten is. “We hebben voldoende financiële armslag en we kennen ons vak,” motiveert Jean Libeert.
Uniek in de wereld
“We zijn nu één bedrijf, maar we waren sinds vele jaren aanwezig in dezelfde markten, in een vijftigtal landen. Vroeger stonden we met aparte stands op alle belangrijke handelsbeurzen, vanaf nu staan we er onder één vlag op 18 beurzen per jaar, waarvan acht in de VS. Lagae is meer gespecialiseerd in het fijne vlaslinnen en Libeco in de zwaardere weefsels voor woondecoratie. We hebben ongeveer dezelfde producten of ze vullen elkaar mooi aan. We tellen alletwee ook al vele jaren wereldwijd mee in de kledingmarkt. De synergie is dus groot,” schetst Patrick Lagae.
Na de fusie hijst Libeco-Lagae zich qua schaalgrootte op het niveau van zijn belangrijkste Europese concurrenten in Noord-Ierland en Italië. Maar eigenlijk is Libeco-Lagae door zijn uitgebreid aanbod in de vlassector een unicum op wereldvlak : het productengamma 7000 verschillende producten in diverse kwaliteitsweefsels en kleuren laat zich opdelen in drie ongeveer even grote blokken : vlaslinnen voor de kledingsector (o.a. de Franse couturier Chanel), huishoudlinnen en woontextiel (wand- en meubelstoffen). De resterende 10 procent zijn nog meer gesofisticeerde, kleinere nicheproducten.
De kant-en-klare producten, zoals huishoudlinnen (keukenhanddoeken, tafellakens, bedlakens en bedovertrekken) gaan rechtstreeks naar de detailhandel, grootwarenhuizen en postorderbedrijven ; producten zoals meubelstoffen en woonbekleding gaan naar industriële klanten voor verdere verwerking. Samen tekenen Libeco en Lagae voor 70 % van de vlasweverij in ons land. Europa koopt 70 tot 75 % van de productie, Amerika 25 tot 30 % en het Verre Oosten 5 %.
“We hebben de laatste jaren vooral geïnvesteerd in de distributie : vanuit onze 5000 m² opslagruimte in Meulebeke kunnen we heel snel leveren overal in Europa en gegarandeerd binnen de drie dagen om het even waar in de Verenigde Staten vanuit onze centrale voorraad in België,” zegt Jean Libeert. Er werd ook fors gesleuteld aan informatisering, het opstarten van een intranet en het bedrijf heeft zijn eigen site op Internet ( http : /www. libeco. be).
IN DE VS KOCHTEN
Libeco en Lagae op 1 juli ’96, dus nog vóór hun huwelijk, samen Hamilton Adams, een Amerikaans filiaal van het Engelse textielconcern Courtaulds, en sedert veertig jaar een gespecialiseerde distributeur van vlasweefsels in de VS. Begin ’94 opende Libeco al een verkoopkantoor in New York, vlakbij Fifth Avenue, om het hoofd te bieden aan de goedkopere concurrentie uit China, Tsjechië en Polen op zijn traditioneel belangrijke Amerikaanse afzetmarkt.
Libeco-Lagae Inc. in New York wordt nu plaatselijk agent voor de directe verkoop aan grote Amerikaanse confectiebedrijven (waaronder klinkende namen als Ralph Lauren, Calvin Klein en de kledingketen Nordstrom) ; en via Hamilton Adams Decorative Fabrics is het Amerikaanse filiaal distributeur van meubel- en decoratiestoffen. Libeco-Lagae Inc. mikt met zeven medewerkers op een jaaromzet van 120 miljoen frank in kledingstoffen (afhankelijk van de mode) en evenveel in woontextiel.
Patrick Lagae en Raymond Libeert voelen de behoefte om in het Verre Oosten een gelijkaardige performante distributiemachine op te zetten om die groeimarkt beter te bewerken, maar het starten van lokale productie-eenheden buiten Meulebeke is (voorlopig) niet aan de orde.
“Ook hier geldt het motto : gecontroleerde expansie. We hebben een eigen showroom in Parijs voor Frankrijk, onze belangrijkste markt in Europa, en ons uitstalraam in New York. Amerika gaan we nog intensiever bewerken, en ook die 5 % omzet in het Verre Oosten vinden we te weinig. Daarom hebben we nu twee agenten in Japan en stonden we recentelijk voor het eerst op de Interstoff-beurs in Hongkong. Als Vlaamse kmo kunnen we echter moeilijk overal tegelijk even actief zijn, vooral wegens een tekort aan kaderleden we zouden onze beste mensen naar onze buitenlandse vestigingen moeten sturen ten koste van Meulebeke,” meent Jean Libeert.
Het scenario dat Chinese vlaswevers, die nu nog in het lagere segment de grootste volumes ter wereld realiseren, over een tiental jaar het gras voor de voeten van de Vlamingen weggemaaid zullen hebben ook in hun kwaliteitssegment of dat de grote voorzichtigheid van Libeco-Lagae voor gevolg kan hebben dat de Aziatische markt hen zal ontglippen, verontrust de bedrijfsleiders niet.
Dubbel zo hoge loonkosten als VS.
Patrick Lagae argumenteert : “De eenvoudige, arbeidsintensieve producten zijn we kwijt of we besteden ze uit in Oost-Europa. Onze troeven zijn : hoge toegevoegde waarde, creativiteit en flexibiliteit. En dat voor een uitzonderlijk brede waaier van kwalitatieve nicheproducten. Weven is vooral kapitaalintensief, de loonkosten dus relatief beperkt. Maar bovenal is er ginds geen performante textielcluster, zoals de West-Vlaamse met zijn fijnmazig net van garenleveranciers, blekers of ververs. Niet in China, noch in de VS. En ik ben ervan overtuigd dat China ook over 10 jaar een massaproducent zal blijven. Omdat de werkkrachten, zoals vandaag nog in de VS, veel minder gevormd zijn dan de onze. Serieproducten maken, dat kunnen ze. Maar bij ons ligt op elke machine een ander product. Ook al zijn onze loonkosten dubbel zo hoog, we kunnen ons hier nog verdedigen.”
Vlas vertegenwoordigt
hooguit 1 tot 1,5 % van de textielconsumptie in de wereld. Maar twee derden van de vlasproductie zijn bestemd voor de confectiesector. Katoen heeft als grondstof een veel ruimere basis en de prijsschommelingen zijn er bijgevolg minder hevig. “We zouden kunnen diversifiëren naar andere weefsels dan die op basis van vlasvezels, maar wij hebben geopteerd om in vlas te blijven en gekozen voor een uitgebreide productdiversificatie. Dat maakt het niet gemakkelijker. We blijven er echter van overtuigd dat het aanhouden van éénzelfde koers op de langere termijn rendabel is. Dat is onze troef,” onderstreept Raymond Libeert.
Jean Libeert ziet één ernstige handicap : “Onze loonkosten zijn zeker te hoog, maar wat nog méér arbeidsplaatsen vernietigt, is het gebrek aan flexibiliteit. We zouden het aantal te presteren uren moeten kunnen spreiden om piekperiodes op te vangen. Elke weversarbeidsplaats vergt een investering van 50 miljoen frank. Om piekperiodes op te vangen, zouden we binnen het totaal pakket arbeidsuren moeten kunnen schuiven, naargelang van de piek- en dalperioden. Maar een verzoek om het aantal verlofdagen tijdens de voorbije kerstperiode te verminderen van 12 tot 9 botste op een veto. Daardoor ging een belangrijke bestelling aan onze neus voorbij.”
De fusie is hoe dan ook een pluspunt voor de Amerikaanse klanten : door het samengaan van de twee vlaswevers zal Libeco-Lagae het hele jaar door blijven draaien, zoals in de VS waar de business nooit stilvalt.
ERIK BRUYLAND
PATRICK LAGAE, MICHEL, JEAN EN RAYMOND LIBEERT (LIBECO-LAGAE) Toegevoegde waarde, creativiteit en flexibiliteit in hoogkwalitatieve niches.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier