Het tapijt vliegt weer

Tapijtproducent Louis De Poortere koopt alle activa van de Franse “tweelingbroer” Balsan. De strategische alliantie moet van het duo de leidinggevende tapijtgroep maken in een markt waar zware klappen vallen.

Deze week tilt Louis De Poortere (LDP) uit Moeskroen zich op tot de belangrijkste tapijtproducent in Europa voor het kwalitatief hogere gamma (synthetisch en wol) : de omzet stijgt van 5 naar 8 miljard Belgische frank en de jaarproductie verdubbelt tot 26 miljoen vierkante meter.

“Door een strategische alliantie met Balsan, qua capaciteit en productengamma zowat onze tweelingbroer in Europa, groeien we uit tot een powerhouse op de Europese tapijtmarkt. We halveren de vaste kosten, er komt een kapitaalinjectie van 1,36 miljard Belgische frank, we versterken ons verkoopnet op de Europese thuismarkt en tegelijk bouwen we in de VS en het Verre Oosten onze posities verder uit,” zegt gedelegeerd bestuurder Pascal Dryon van LDP. Dryon zal samen met zijn evenknie en partner, Vincent De Poortere, het roer in handen houden van het nieuwe LDP Power House.

Vincent, kopstuk van de derde generatie De Poortere, komt langs de grote poort opnieuw in de vroegere familiale groep nadat hij in 1991 de plaats ruimde voor “crisismanager” Pascal Dryon. Deze zou met zware chirurgische ingrepen de bloeding stelpen die het bedrijf in ’91-’92 op de rand van de financiële afgrond bracht : “Het mythische Europa ’92, met voorspiegelingen van een bloeiende eengemaakte markt, spoorde in de jaren ’80 aan tot nieuwe acquisities die achteraf tegenvallers bleken te zijn.”

Balsan was

één van die acquisities. Het Franse bedrijf werd door Louis De Poortere flink gemoderniseerd en zou als pasmunt dienen toen de tapijtgroep nagenoeg op springen stond, na slopende familiale ruzies binnen de derde generatie. De raad van bestuur trok aan de alarmbel en gaf de bedrijfsleiding in handen van Pascal Dryon, schoonzoon van Franck De Poortere. Vincent kocht de Franse dochteronderneming Balsan in Châteauroux, die nu met hem naar de moederschoot terugkeert. Balsan, Frankrijks grootste tuftproducent, tekent voor nagenoeg eenzelfde productengamma : hoofdzakelijk synthetische en wollen tapijten en carpetten van het midden- tot hogere gamma. Met 200 werknemers haalt Balsan een omzet van 3 miljard Belgische frank bij een nettowinst van 36 miljoen frank (109 miljoen frank afschrijvingen in ’96). Balsan heeft een jaarproductie van 12 miljoen m², LDP produceert 14 miljoen m² getuft en geweven tapijt.

In de nieuwe strategie verhuist het hele productieapparaat van Balsan naar Moeskroen, waar tegelijk zo’n 600 miljoen frank wordt geïnvesteerd in nieuwe machines voor getuft tapijt. Het samenbrengen van alle productiecapaciteit onder één dak bij Louis De Poortere zal nochtans gepaard gaan met het opstarten in Frankrijk van een aantal niet-concurrerende nieuwe projecten, verzekert Pascal Dryon : “Balsan blijft bestaan als juridische entiteit.”

Vanuit een sterke positie marktleider worden

Na de zware ingrepen, afslankingen en herstructureringen van de jaren ’92 en ’93 toont het boekjaar ’96 (1 april ’96 tot 31 maart ’97) voor het eerst sinds de crisis bij LDP een geconsolideerde cashflow van 230 miljoen frank bij een kleine winst van 20 miljoen frank. In ’92 ging Louis De Poortere nog gebukt onder 1 miljard frank cashdrain.

Zware schuldfinanciering in de jaren ’80 voor de acquisities van bedrijven zoals Filaville, Courtextyl, Coverfil en Cabrita in eigen land, van Jules Flipo en Balsan in Frankrijk, Stoddard in Groot-Brittannië en Rossifloor in Italië hadden de financiële structuur ernstig ondermijnd. De verhoopte synergie en schaalvergroting volgden niet. “Toen na een stagnerende vraag in de contractmarkt ook de privé-consumptie instortte, werd het almaar erger. Dat Louis De Poortere nog bestaat, is dus op zich al een prestatie,” glimlacht algemeen directeur Lionel Callens.

Een nieuwe ploeg

rond Pascal Dryon Simon Golstein, oud-gedelegeerd bestuurder van Sarma, aan het hoofd van de raad van bestuur, Lionel Callens, Luc Boyaux (BNP) en Bruno de Cartier (Coopers & Lybrand) maakte komaf met het conservatieve, familiale management. Op Coverfil na, dat evenmin in de toekomstige groepsstrategie zijn plaats heeft, houdt LDP na de herstructureringen van ’93 alleen de kernactiviteit in Moeskroen over.

Na een ingrijpende schuldherschikking en een eerste kapitaalinbreng van 1,2 miljard frank in maart ’93 (door een consortium van elf banken, de vroegere familiale privé-aandeelhouders en met de intrede van het Waalse gewest) is de break-evensituatie van het bedrijf nu teruggebracht van 9 miljard op 6 miljard. Dat gebeurde door productiviteitsverbetering, de verkoop van bedrijven, het herdenken van collecties en de afslanking van het personeelsbestand van 4000 tot 1200 vandaag (met Coverfil en een aantal kleine satellietbedrijfjes). “In het nieuwe LDP Power House gaan we met slechts 700 mensen naar een omzet van de huidige 5 miljard van Louis De Poortere plus 3 miljard van Balsan,” schetst Pascal Dryon.

Om het bedrijf in een oververzadigde Europese tapijtmarkt een toekomst te garanderen, wil Dryon verder gaan dan het in evenwicht brengen van de bedrijfsresultaten of het genereren van cashflow. “Nu breekt de tweede fase aan. Na de defensieve aanpak, een offensieve strategie. Deze operatie moet ons de middelen geven om opnieuw trendsetter en marktleider te worden conform het kwaliteitsimago van Louis De Poortere. Volgens de formules 1 + 1 = 3 wat de productie betreft en 1 + 1 = 0,5 op het financiële vlak.”

Het aandeelhouderschap

wordt bij de nieuwe kapitaalverhoging van 1,36 miljard frank niet gewijzigd : 30 % Sowagep (de Waalse tegenhanger van Gimvindus) en de overige 70 % door de traditionele privé-aandeelhouders (LDP-Holding, Dryfinance, Balsan en de banken). De Waalse regering brengt 240 miljoen aan en de privé-aandeelhouders 600 miljoen, terwijl de banken de resterende 520 miljoen voor hun rekening nemen. Een deel van de vermindering van de schuldpositie zal voortvloeien uit de verkoop van de kaardgarenspinnerij Coverfil in Moeskroen aan groep Desseaux-Vander Eecken uit Lokeren en uit de liquidatie van een aantal kleinere participaties.

“Omdat bij alle prognoses in een al dan niet opverende Europese tapijtmarkt werd uitgegaan van de meest pessimistische scenario’s” is Pascal Dryon ervan overtuigd dat het tweespan LDP-Balsan de tapijtgroep uit Moeskroen opnieuw een leidinggevende positie zal verschaffen.

ERIK BRUYLAND

PASCAL DRYON (LDP POWER HOUSE) De hele productiecapaciteit van LDP en Balsan komt in Moeskroen onder één dak.