Het smaakt naar Amerika
Voor eind 2000 gaat de Leuvense brouwer Interbrew naar de beurs. Vorig jaar al hertekende de groep de bedrijfstop. Opvallend detail: bijna alle toplui hebben geproefd van het Amerikaanse bedrijfsleven.
Zelf schuift Interbrew steeds nadrukkelijker Paul De Keersmaeker, voorzitter van de raad van bestuur, en Hugo Powell, chief executive officer (CEO), naar voren als het tweekoppige gezicht van de onderneming. Voorlopig blijven de luitenants van deze publieksfiguren in de schaduw. Begin jaren ’90 haalde de groep een generatie managers binnen die hun handtekening onder de succesvolle groei van de jongste jaren kunnen zetten. Dat is één van de redenen waarom het management er na de beursgang niet anders zal uitzien.
“De enige rol die we nog moeten invullen, is iemand benoemen voor Investor Relations,” bevestigt Hugo Powell. “Interbrew kent trouwens weinig personeelsverloop. We groeiden de jongste jaren zo sterk dat iedereen ervan houdt om aan de winning side te staan.”
Collega’s uit de brouwerswereld noemen Interbrew zeer professioneel. Ze leggen de nadruk op het fenomenale groeiparcours. Tien jaar geleden haalde Interbrew amper de top-20 van ‘s werelds grootste brouwers. Vandaag hoort het bedrijf bij de top-5. Achter de bewondering voor het management schuilt een vleugje opportunisme: de internationale aanwezigheid maakt van Interbrew de beste promotor voor alle Belgische bieren.
De brouwer uit Leuven meldde in zijn vorige jaarverslag al dat hij investeerde in corporate governance. Het belette niet dat in 1999 de groep haar interne organisatie hertekende. Powell: “Dat was geen voorbereiding op de beursgang. We analyseerden hoe de biermarkt evolueerde en welke uitdagingen Interbrew moest invullen. Een centrale overkoepelende organisatie was daarbij een belangrijk instrument.”
Tot op heden wordt de grootste brouwer van het land strategisch gecontroleerd door de raad van bestuur. Daarin zetelen zeven familietakken – meestal met blauw bloed in de aderen – en vijf onafhankelijke bestuurders. Anders dan in vele bedrijven, komt dit strategisch beslissingsorgaan bijna maandelijks samen en houdt het de vinger nauw aan de pols. Daaronder staat vandaag een directiecomité – in het Stella-jargon Executive Management Comité ( EMC) – dat verantwoordelijk is voor de operationele aspecten en de invulling van het strategische raamwerk.
Tussen de operationele en strategische pijler hangen drie comités, die zijn samengesteld met leden uit de raad van bestuur en het directiecomité. Het gaat om een auditcomité dat vier keer per jaar samenkomt, een remuneratiecomité met halfjaarlijkse bijeenkomsten en het strategische comité. Dat laatste vergaderde vorig jaar – omwille van de twaalf overnames die Interbrew deed – bijna maandelijks.
Een nieuwe acquisitie wordt altijd aangebracht door het EMC en daarna voorgelegd aan het strategisch comité. De raad van bestuur heeft de eindbeslissing en moet het plan ratificeren. “Een vrij traditionele procedure,” meent Powell. “Daaraan zal de beursgang weinig veranderen. Het is waar dat een beursnotering een vlotte doorstroom van informatie vergt. Maar wij zijn het al gewoon om onze aandeelhouders snel in te lichten.”
Tot 1999 kende Interbrew een tweedeling: Europe/Asia en Interbrew America’s. Elke zuil had dan ook zijn eigen directiecomité. “Bij de overname van Labatt opteerde de groep ervoor om de bestaande organisaties te behouden. Daardoor was er geen angst voor banenverlies. Door pas na enkele jaren de overgang naar een centraal topmanagement te maken, bleef de groei op peil en waren de verschuivingen aan de top verteerbaar,” vindt Powell.
In het nieuwe organigram valt het Interbrew-imperium uiteen in vijf zones die de internationale expansie van de jongste jaren reflecteren. Elke zone heeft een executive vice-president (EVP) aan het hoofd. Voor West-Europa is dat Ignace Van Doorselaere (41), aanvankelijk afgestudeerd als vertaler-tolk. Hij trok naar de VS, waar hij een MBA behaalde aan The Wharton School van de University of Pennsylvania. Na enkele jaren bij 3M stapte hij in 1990 over naar Interbrew. De andere Belgen op dit niveau zijn Jaak De Witte (verantwoordelijk voor Centraal-Europa) en André Weckx (Azië). De Witte is licentiaat TEW en Marketing. Hij werkte tot 1991 bij de groep Vandemoortele. Weckx is ingenieur Chemie en trok voor Beltex naar Texas in de jaren ’70. Hij begon in het brouwersvak bij Interbrew als Plant Manager van Diamond Breweries in Nigeria in 1982.
Daarnaast neemt Don Kitchen van Labatt de rol als EVP voor de regio Noord-Amerika op zich. Voor Oost-Europa is de Fransman Michel Naquet-Radiguet verantwoordelijk. Hij kwam ook al in 1991 van de groep Danone.
In het regionale topmanagement zetelen heel wat managers met internationale (lees: Amerikaanse) ervaring. “We zochten internationale ervaring,” geeft Powell toe. “Wie zich in een andere cultuur heeft moeten verplaatsen, is meestal een betere manager.”
Interbrew heeft een strategie waarbij het zich lokaal profileert en liever als de beste dan als de grootste brouwer optreedt. Volgens Powell verbindt het Belgen en Canadezen juist, dat ze zich goed aanpassen aan andere culturen. “Ze zijn flexibel en kunnen een partnership respectvol waarmaken. Vorig jaar hebben we eerst de ideale organisatie op papier uitgetekend en die pas daarna ingevuld met de beste mensen. De beschikbaarheid van geld en talentvolle mensen zijn kritische factoren.”
Die lijn zet zich ook door onder de toplui die de functionele matrix van de groep leiden. Daar beheersen de Belgen nog het beeld, maar ook hier gaat het vaak om mensen die hun perspectief konden verruimen in de internationale praktijk. Als chief financial officer speelt Luc Missorten (45) een belangrijke rol. Na een Masters aan Berkeley (Californië) trok hij naar Citibank in de VS. Hij begon bij Interbrew in 1990 als corporate finance director en zetelt vandaag ook in het strategisch comité en het auditcomité. Econoom Jo Van Biesbroeck (44) was eerst CFO van Interbrew Europe en had de bevoegdheid over de consolidatie. Sedert de reorganisatie is hij verantwoordelijk voor de controle en planning van de huidige operaties. Hij is al sedert 1978 bij Interbrew. Marketing is het terrein van de Nieuw-Zeelander Paul Cooke (45). Hij leerde het vak bij Procter & Gamble en was voor de reorganisatie president van Labatt USA.
Een discrete schakel in het topmanagement is secretaris-generaal Patrice J. Thys (45), een jurist die zich specialiseerde aan de universiteiten van Leiden en Chicago. Na enkele jaren in de VS bij FN Manufacturing begon hij in 1989 bij Interbrew. Hij was verantwoordelijk voor de regio Azië. Vandaag is hij secretaris-generaal van de raad van bestuur en combineert hij het juridische departement met Corporate Affairs.
De benjamin van het gezelschap is Stefan Descheemaeker (40), een handelsingenieur die in de jaren ’80 kabinetsmedewerker was op het ministerie van Financiën. Hij zetelt mee in het strategisch comité en heeft als executive vice-president de bevoegdheid om toekomstige operaties uit te werken. Voor de productie is chief technical officer Larry Macauley (50) bevoegd. Hij spitst zijn aandacht toe op Amerika, terwijl in Europa en Azië Ludo Degelin (44) die rol op zich neemt.
roeland byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier