Het perfecte praatje
Een publiek boeien is niet eenvoudig. Veel sprekers dromen ervan dat ze het podium onder luid geklap verlaten, maar het is weinigen gegund.
Dromen is geen goed idee, vindt Chris Anderson, de bezieler en het hoofd van TED, de Amerikaanse ideeënwebsite die video’s met inspirerende praatjes toont. In zijn boek De TED methode is hij duidelijk: “Als je ervan droomt een idool op toespraakgebied te worden, met een publiek dat uitzinnig wordt zodra je opkomt en je toeroept hoe geweldig je bent, begin er dan alsjeblieft niet aan.” Zijn advies is iets anders te dromen, iets groters dan jezelf. Wie daar hard aan heeft gewerkt en iets zinvols heeft bereikt, kan er in alle bescheidenheid over komen vertellen.
Als dat vertellen niet goed lukt, helpt Anderson een handje. Voor de TED-talks coacht hij iedereen, maar ook tijdens een speech durft hij weleens tussenbeide te komen. Zoals tijdens het verkooppraatje van een consultant: “Tot nu toe is uw speech reclame. Vertel ons eens hoe uw methode werkt, zodat we er iets aan hebben. Prikkel ons. In vredesnaam!” TED kan het zich met toegangsprijzen tot 17.000 dollar niet veroorloven dat sprekers hun tijd misbruiken. Het onlinekanaal van TED staat dan ook vol pareltjes van speeches. De slechte komen niet door de selectie. De regionale TEDx-events zoals TEDxFlanders en TEDxBrussels moeten het doen met een eigen YouTube-kanaal.
1 Overwin de vloek van de kennis. Sprekers die erin slagen hun publiek te boeien, slagen erin de vloek van kennis te overwinnen. Veel weten over het onderwerp is meestal niet bevorderlijk voor een duidelijke speech. Anderson stelt voor de speech uit te testen voor een proefpubliek en hen achteraf twee eenvoudige vragen te stellen: Was het duidelijk? Waren er dingen verwarrend? Elke onduidelijkheid moet worden weggewerkt. Als het publiek afhaakt op vaktermen, onbegrijpelijke redeneringen en moeilijke schema’s, bereikt de spreker niets.
2 Bouw een sterke verhaallijn op. De spreker moet laten zien waarom het onderwerp ertoe doet. Wat is de vraag die hij beantwoordt, het probleem dat hij oplost of de ervaring die hij overbrengt? Daarna moet hij elk punt uitwerken met realistische voorbeelden, vergelijkingen, verhalen en feiten. In de structuur kan hij bijvoorbeeld overgaan van het probleem naar de oplossing, vanuit een anekdote zijn verhaallijn doen uitgroeien tot een boom met zijtakken, of afzonderlijke verhalen onder een gezamenlijk thema verzamelen. Via kleine woorden en zinnen maakt hij zijn publiek wegwijs in zijn structuur: ‘hoewel’, ‘een recent voorbeeld’, ‘aan de andere kant’, ‘ik wil u twee verhalen vertellen die dat bevestigen’, ‘even terzijde’, ‘kort samengevat’.
3 Wees karig met slides, of gebruik sterke beelden. Opmerkelijk is dat in een derde van de populairste TED-praatjes geen enkel beeld of foto wordt getoond. In de meest geslaagde praatjes waarin dat wel gebeurt, spreken de beelden voor zich. Zo heeft Anderson een zwak voor beelden van fotografen en kunstenaars. Professioneel opgezette slidestorms kunnen perfect een publiek boeien. De politieke activist Lawrence Lessig bewijst dat in zijn TED-talk. Bijna elk woord of elke korte zin heeft zijn perfect getimede slide. Alternatieven zijn natuurlijk ook welkom. Waarom zou de spreker geen voorwerp mee op het podium nemen? Een innovatie tonen? Een podcast live opnemen? Geuren verspreiden of een verrassingsgast uit zijn hoed toveren? Creativiteit ten dienste van het publiek wordt door iedereen gesmaakt, misschien wel met een staande ovatie.
Chris Anderson, De TED methode, Maven Publishing, 320 blz., 20 euro
Hans Hermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier