Het nieuwe zwarte goud

Door de schalierevolutie worden de Verenigde Staten over enkele jaren de grootste olie- en gasproducent ter wereld. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor de Amerikaanse economie. Als belegger kunt u meeprofiteren van die omwenteling.

Als antwoord op de vraag welk land de meeste olie produceert, denkt u wellicht spontaan aan Saoedi-Arabië. Dat land was inderdaad lang de onbetwiste nummer één, maar sinds enkele jaren moet het Rusland naast zich dulden. Binnen twee jaar neemt een ander land de kroon over: de Verenigde Staten. Die voorspelling komt van Fatih Birol, de directeur van het doorgaans goed geïnformeerde Internationaal Energieagentschap. Door de sterk groeiende winning van olie en gas uit schalielagen, via het controversiële fracking (het kraken van aardlagen met water en chemicaliën), worden de Verenigde Staten veel sneller dan verwacht de wereldwijde topproducent van olie en gas. In een jaar tijd is de Amerikaanse olieproductie gestegen met 1 miljoen vaten tot meer dan 7 miljoen per dag. De Amerikaanse gasproductie zou tegen 2040 verdubbelen tot 16,7 biljoen kubieke voet per jaar.

De Verenigde Staten hoeven daardoor binnen een decennium vrijwel geen buitenlandse olie meer in te voeren. Vanaf de eerste helft van 2015 zou het land ook starten met de export van lng naar Azië en Europa, waar de gasprijs drie tot vier keer hoger is. Volgens de Zwitserse zakenbank UBS zal die revolutie de economische groei jaarlijks met 0,80 procentpunt doen toenemen, en volgens consultant PwC worden er 1 miljoen arbeidsplaatsen in de Amerikaanse industrie door gecreëerd. Door de combinatie van de goedkope energie en de stagnerende reële lonen herstelt het Amerikaanse concurrentievermogen zich tegenover dat van de groeilanden, waar de lonen aan het stijgen zijn. Een deel van de banen die de voorbije twintig jaar in de Verenigde Staten verloren zijn gegaan, keert dus mogelijk terug.

De impact van de schalierevolutie is al merkbaar in de chemische industrie. Uit aardgas kan ethaan worden gewonnen, de grondstof voor de productie van ethyleen, een van de meest gebruikte basisproducten in de chemische industrie. Door het spotgoedkope Amerikaanse aardgas is de productie van ethyleen in de Verenigde Staten volgens cijfers van Morgan Stanley tot vijf keer goedkoper geworden dan in Europa of Azië, waar vooral aardolie wordt gebruikt. Het hoeft dus niet te verwonderen dat de grote chemiegroepen in de Verenigde Staten miljardeninvesteringen plannen.

Producenten

Beleggers kunnen op verscheidene manieren profiteren van de schalierevolutie. Een eerste vanzelfsprekende keuze zijn de olie- en gasproducenten. Die houden meteen ook het grootste risico in, want hun inkomsten zijn afhankelijk van de volatiele olie- en gasprijzen. Volgens Mark Kiesel van het internationale fondsenhuis Pimco is het belangrijk selectief te zijn in de selectie van olieproducenten, en de beste te kiezen in de belangrijkste productiegebieden. Zijn voorkeur gaat uit naar Whiting Petroleum (actief in het Bakken Shale, North-Dakota), EOG Resources (Eagle Ford Shale, Texas) en Continental Resources (Permian Basin, Texas). Zijn collega’s lijken het met hem eens te zijn, want van de 102 adviezen over die aandelen is er maar één verkoopadvies, tegenover 76 koopadviezen en 25 adviezen om het aandeel te houden.

De aandelen van de Amerikaanse olieproducenten zijn duur. Het redelijkst gewaardeerd is Whiting Petroleum, tegen 15,5 keer de verwachte winst voor 2013 en 14,9 keer die voor 2014 (zie tabel Dure olieproducenten). Bijna acht op de tien analisten die het aandeel volgen, zijn er positief over. Het bedrijf zag zijn omzet in vijf jaar tijd toenemen met 80 procent, tot 2,14 miljard dollar. Het boekte daarop een nettowinst van 413 miljoen dollar. Het keert geen dividend uit, omdat voorlopig alle beschikbare cash wordt geïnvesteerd in extra productie.

Pijplijnen

Een andere manier om in te spelen op de schalierevolutie — die bovendien minder volatiel is — zijn de eigenaars van olie- en gaspijplijnen. Zij worden betaald op basis van het volume dat door hun lijnen passeert, los van de evolutie van de olie- of gasprijs. Ze werken met langetermijncontracten, en nieuwe pijplijnen worden pas gebouwd als voor minstens 70 procent van de capaciteit op voorhand contracten zijn afgesloten. Voorlopig is overcapaciteit nog geen probleem. De komende 25 jaar wordt verwacht dat voor de gasinfrastructuur alleen al behoefte is aan meer dan 200 miljard dollar aan investeringen, om de groeiende productie van de schalievelden aan te kunnen.

Ook de vraag naar schaliegas zit in de lift. De elektriciteitsproducenten zijn al massaal overgeschakeld op aardgas — met een toevloed aan Amerikaans steenkool in de Europese havens tot gevolg. De chemiesector investeert in nieuwe fabrieken en de transportsector overweegt over te schakelen van diesel naar lng. Zo rijden de eerste treinen al op lng, en binnenkort volgen wellicht ook vrachtwagens. Aangezien aardgas tot minder CO2-uitstoot leidt dan aardolie, is dat vrij goed nieuws voor het milieu.

De meeste eigenaars van pijplijnen zijn georganiseerd als master limited partnership (MLP), die in ruil voor een voordelig fiscaal regime het gros van hun winsten moeten uitkeren aan hun partners-aandeelhouders. Net zoals de Belgische vastgoedbevaks, die ook zo’n verplichting hebben, moeten ze nieuwe investeringen financieren met schulden of nieuwe aandelen. Het is dus belangrijk te beleggen in grote MLP’s, omdat die een betere toegang hebben tot de kredietmarkten dan hun kleine collega’s, zeker in tijden van financiële stress. Bovendien worden overnames in de sector steeds duurder, waardoor de groei de komende jaren vooral organisch zal zijn, via de uitbreiding en de verbetering van bestaande netwerken. Grote MLP’s bezitten doorgaans zeer gediversifieerde en uitgebreide netwerken, die ruimte bieden voor organische groei.

De eigenaars van de aardgaspijplijnen genereren de stabielste cashflows. Voorbeelden zijn Williams Partners en Targa Resources Partners (zie tabel Pijplijnen betalen mooie dividenden). Een interessant alternatief is Enterprise Product Partners, de eigenaar van pijplijnen met de grootste beurswaarde, die afgeleide producten van aardgas (zoals ethaan) transporteert van de fractioneringssites naar gebruikers, waaronder de chemische industrie.

Toeleveranciers

Een laatste alternatief zijn bedrijven die indirect profiteren van de schalierevolutie. Voorbeelden zijn Dresser-Rand Group, die onder meer hogedrukinjectiesystemen levert aan de olie- en gasproducenten, en Clean Harbors, dat zich heeft gespecialiseerd in het opruimen van de eventuele milieuschade van de olie- en gasindustrie. Maar de impact van de schalierevolutie op die bedrijven is niet zo groot als die op de producenten en de eigenaars van pijplijnen.

MATHIAS NUTTIN

De schalierevolutie creëert de komende jaren 1 miljoen arbeidsplaatsen in de Amerikaanse industrie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content