Het nieuwe liefje van Barbie

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

“Je weet dat je een winner hebt als ze je om merchandising komen vragen,” klinkt het bij pc-spelletjesmaker Transposia. Maar het is niet het successpel Freddi Fish dat voor de grote groei zorgt bij de Gentenaren, wel de reeks rond Barbie.

“Te huur” hangt er op de ramen van Transposia aan de Ottergemsesteenweg. De Gentse multimedia-uitgever barst uit zijn bureaus na een jaar van meer dan 40 % groei. Een bewogen jaar trouwens, waarin Barbie, het welgevormde popje van Mattel, de stilaan indrukwekkende cast van Transposia is komen versterken.

De groei is opmerkelijk omdat de markt voor ‘interactieve tekenfilms’ en pc-spelletjes voor kinderen, waarin Transposia groot is geworden, stagneert. De vooruitgang zit dan ook in nieuwe platformen, nieuwe doelgroepen en een nieuwe activiteit: merchandising. Allemaal ontwikkelingen die paradoxaal genoeg ontstaan zijn in de moeilijke jaren 2001-2002, toen de crisis de concurrentie uitdunde. Minder spelers verdelen nu de koek. De groei voor Transposia zit vooral in Nederland, waar Barbie zeer populair is. Distributiekanalen verschuiven. Boekhandels worden minder belangrijk, supermarkten en ketens als Bart Smit en Intertoys in Nederland of Fun en Dreamland in België winnen.

Rozige deal met Vivendi

De Gentenaren (veertien werknemers, ruwweg 2,4 miljoen euro omzet in 2003) knuffelen niet langer alleen het pc-platform. Meisjes kunnen hun Barbie Horse Adventures ook op PlayStation of op Game Boy Advance beleven. Maar hoe komt een lokale speler als Transposia aan een licentie op Barbie? Dat is een verhaal in etappes, zo blijkt. Herinner u Transposia in 2001, toen spelontwikkelaars Shelley Day en Ron Gilbert geld zochten om hun eerste geesteskind, Humongous Entertainment, terug te kopen van de Franse gigant Infogrames (zie Trends, 11 april 2002). Humongous was de maker van de figuurtjes Freddi Fish, Pajama Sam, Putt-Putt en Spy Fox, die de belangrijkste kostwinnners van Transposia waren. Humongous was ook de eerste leverancier van Transposia in 1994. Omgekeerd was Transposia voor Shelley Day en Ron Gilbert hun eerste distributeur in Europa. Zoiets schept een band.

Toen Day en Gilbert de centen niet bij elkaar kregen om Humongous terug te kopen, investeerde Transposia met veel moeite 250.000 dollar in hun nieuwe maatschappij, Hulabee Entertainment. In ruil daarvoor kregen de Gentenaren vijf jaar lang een ‘recht van eerste weigering’ om de Hulabee-producten in Europa te distribueren. Zo raakte Transposia aan de Europese distributierechten op de figuurtjes Moop & Dreadly en Ollo, die wereldwijd door een filiaal van Disney Interactive worden verdeeld. ” Vivendi wou Barbie – waarop het de wereldwijde rechten had gekocht van Mattel – en figuurtjes zoals Adiboo en Franklin in Nederland commercialiseren. Anderzijds wilden ze de rechten hebben op Moop & Dreadly en Ollo voor Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië. Wij hebben een ruil voorgesteld,” zegt medeoprichter en gedelegeerd bestuurder Geert Van Boven.

Loven en bieden leidde tot een akkoord waarin Transposia nog wat moest opleggen, maar wel mocht kiezen welke producten uit de Vivendi-catalogus het in de Benelux wil distribueren. “We hebben nu gigantisch veel nieuwe karakters en licenties in kinderproducten,” glundert Van Boven ( nvdr û in 2003 alleen al 6 nieuwe figuurtjes en 20 titels, waarvan 13 met Barbie). Het contract met Vivendi loopt nog anderhalf jaar.

Geen eigen producties meer

Van Boven keurt, ruikt en proeft intellectuele rechten zoals de habitués op de Zuidmarkt de olijven. “Het is een passie voor hem. Het straalt af op zijn werknemers en zijn leveranciers, wat dan weer de nodige business en sympathie meebrengt,” zegt voormalig comanager en huidig bestuurslid Thierry Gaeremynck. Van Boven: “Onze verdienste ligt niet in het creëren, maar in het selecteren en aanpassen van bestaande tekenfilms en games.” Die bescheiden genoemde ‘aanpassingen’, die Transposia intussen aan een ploeg vaste freelancers kan uitbesteden, zitten overigens wel vol geestigheden, zoals de opvoering van Louis Tobback als wiskundeleraar in Freddi Fish 1.

Concurrent Lannoo – die over het voorbije jaar ook al een groei in de orde van 50 % in zijn multimediadivisie meldt, in dit geval vooral dankzij Vlaanderen – blijft wél eigen projecten financieren. “Anders heb je alleen maar stiefkinderen,” stelt directeur-uitgever Lieven Sercu van Lannoo. Voor Transposia was de financiële kater van De tocht naar Opa Kakadoris, op basis van de Boeboeks-per- sonages van Marc De Bel, te groot. “Een aanpassing van een bestaand internationaal product kost tussen de 15.000 en de 20.000 euro; een nieuwe ontwikkeling van die envergure komt algauw op 250.000 à 300.000 euro,” zegt Van Boven. “Het succes van de Boeboeks-cd-rom in Vlaanderen – en een beetje in Nederland – was op verre na niet voldoende om de kosten te recupereren.”

Volharding blijft belangrijk in deze branche. De Zweed Miel Monteur breekt nu in Nederland toch door na een trage start. En Geert Van Boven hoopt nog dat Mia, de muis van het Canadese Kutoka Interactive die in 26 talen en 52 landen is verkocht, ooit ook bij hem in goud verandert. “Ik werk niet echt economisch,” zegt Van Boven. “Ik werk met gevoel, en Mia is een van de mooiste dingen op cd-rom. In Spanje is het een geweldig succes. In Canada verkoopt Mia beter dan Harry Potter. Dan denk ik: wij hebben de goede strategie nog niet gevonden.” Intussen doen producten als Flipper, de koala Blinky Bill, de pinguïn Pingu en de kangoeroe Skippy – die artistiek minder zijn – het wel beter door hun associatie met tv-programma’s.

Nieuwe doelgroepen moeten de groei onderbouwen. In oktober verscheen de 3D Rij-Simulator, een verkeerssimulator met diverse moeilijkheidsgraden en met commissaris Flor Koninckx als rij-instructeur. Verwacht nog motor- (deze week), fiets- en voetgangersversies. Helemaal voor volwassenen is het onlangs gelanceerde 3D Huis en Thuis 2004, een software om interieurs, tuinen en gebouwen mee te ontwerpen, die gelanceerd wordt met steun van het VTM-programma Huis en Thuis. AnumanInteractive, de Franse houder van de rechten voor de consumentenmarkt, heeft al deals met Velux, Terca Bricks en andere multinationals om hun productcatalogi in het architectuurpakket te integreren. Maar Transposia is vrij om met lokale producenten zoals Meubelen Heylen gelijkaardige sponsorcontracten te sluiten. Business is creatief.

Buitenlandse plannen opgeborgen

Typisch betaalt Transposia voor zijn licentiedeals 30 % van zijn netto-omzet met het product (omzet tegen de laagste distributiekorting en zonder de bijbehorende foldervergoedingen), met een voorschot voor een geschatte minimumverkoop. Zo’n 40 tot 50 procent van de richtprijs blijft bij de distributie, afhankelijk van de kanalen. Transposia zelf houdt dus zo’n 35 tot 42 procent over.

“Twee jaar lang hebben we meer middelen gezocht. Er lag een heel plan voor buitenlandse expansie klaar. Maar we konden het geld niet aan de juiste voorwaarden krijgen. In juni 2003 zijn we met die zoektocht gestopt,” zegt Van Boven. “We beperken ons nu tot projecten waar we een snelle return van zien. Plannen als Boeboeks schrappen we gewoon van het lijstje. Het nadeel is dan wel dat je geen eigen content hebt.”

In een wereld waarin de Vivendi’s, Disney’s, Sony‘s en Microsofts licentierechten als grondstoffen verhandelen, is dat een reëel risico, ook al ben je met die rechten vergroeid. “Toen Infogrames het Humongous-contract overnam, heeft dat echt pijn gedaan. Het was alsof die karaktertjes opeens niet meer van ons waren,” zegt Thierry Gaeremynck. Humongous was op dat moment – lente 2002 – nog de grootste inkomstenbron van Transposia (vandaag is dat de Vivendi-licentie). Maar Geert Van Boven wist er Infogrames uiteindelijk toch van te overtuigen om de marketing en de aanpassing van de Humongous-figuurtjes voor het Nederlandse taalgebied bij Transposia te laten.

Hij sleurde trouwens nog een tweede deal uit de brand: een licensing and merchandising-overeenkomst. Van het schattige visje Freddi Fish zijn nu meer dan 300.000 cd-roms geïnstalleerd in de Benelux, zegt Van Boven. Hij plukt een alleraardigste verpakking van zijn bureau: de doos waarin de Nederlandse visproducent Profish zijn Freddi Fish Kinder Kibbeling kant-en-klare maaltijden wil vermarkten in “1000 tot 1500 supermarkten” (dixit accountmanager Benny Bouwmans van Profish). Het was Profish zelf dat met het idee aankwam, al had Transposia intern al zijn merchandisingstrategie op papier. Transposia ontwerpt de verpakking, maakt winst op de gadgets in de doos én verkoopt aan Profish Freddi Fish cd-roms. Licentiehouder Atari vangt een percentage op de omzet die Profish met de verpakking maakt. Van Boven glundert: “We zijn nog met véél andere projecten bezig.”

Bruno Leijnse

Cd-roms voor kinderen stagneren, maar Transposia ‘boomt’ dankzij Barbie, nieuwe doelgroepen en andere platformen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content