Het monster getemd

Jan Tuerlinckx
Jan Tuerlinckx Jan Tuerlinckx is advocaat van Tuerlinckx Fiscale Advocaten

De bijzondere aanslag van 309 procent bestaat al sinds vorige eeuw. Ondanks het excessieve tarief leidde die belasting lange tijd niet tot structurele problemen. Dat veranderde in 2011. In een administratieve instructie van 27 juli werden de belastingcontroleurs toen aangemaand de aanslag strikt en letterlijk toe te passen. Dat zette heel wat kwaad bloed, omdat de administratie daarmee terugkwam op een jarenlange praktijk, waarbij de monsteraanslag kon worden vermeden door de genieter te belasten. Zelfs de ambtenaren konden weinig begrip opbrengen voor die verstrenging. Zij gebruikten de bijzondere aanslag veeleer als een stok achter de deur om de belastingplichtige tot medewerking aan te zetten. Onder de bedreiging van de loodzware aanslag van 309 procent werd vaak een billijk belastingvergelijk gevonden. De medewerking van de belastingplichtige werd beloond met een taxatie in de personenbelasting tegen pakweg 50 procent, als alternatief voor de aanslag van 309 procent. De monsterheffing werd alleen opgelegd bij obstructie of kwade trouw van de belastingplichtige.

Onder luid protest zag de minister van Financiën zich in november 2011 al verplicht de instructie bij te sturen met overgangsmaatregelen. Geheime commissielonen konden tot juli 2012 zonder sanctie worden gemeld. Bovendien kon van de monsterbelasting worden afgezien als de belastingplichtige te goeder trouw was. Maar gevallen van goede trouw waren veeleer beperkt. De bijsturing moest onder meer de onverantwoorde toename van de administratieve en gerechtelijke geschillen terugdringen. Een belastingplichtige die een aanslag van 309 procent opgelegd krijgt, weert zich nu eenmaal als een duivel in een wijwatervat.

Ook met die tijdelijke toegift waren de problemen niet van de baan. Een soepele behandeling bij een belastingcontrole bleef onmogelijk. De administratie drukte er bij de ambtenaren op dat de wet niet voorzag in de soepele toepassing van weleer. Wettelijk kon dat alleen als de genieter het voordeel “spontaan” en “tijdig” had opgenomen in zijn aangifte in de personenbelasting. Per definitie was dat dus bij een controle nooit van toepassing. Te velde, in de praktijk van de belastingcontrole, was de creativiteit van de controleur om de bijzondere aanslag niet te hoeven toepassen soms even groot als die van de belastingplichtige zelf. Het belang van de ambtenaar? Zijn rechtvaardigheidsgevoel en — nog belangrijker — het feit dat de controle niet zou eindigen in een geschil.

De wet van 17 juni 2013 heeft de wettelijke regeling aangepast. De monsterbelasting van 309 procent kan voortaan worden herleid tot het gewone vennootschapstarief van 34 procent, op voorwaarde dat het voordeel in hoofde van de genieter wordt belast. Eén en hetzelfde voordeel wordt dus zowel bij de verstrekker als bij de genieter belast — de eerste keer in de vennootschapsbelasting, de tweede keer in de personenbelasting. En dat terwijl voordelen — zoals het loon — fiscaal aftrekbaar horen te zijn bij de verstrekker en alleen belastbaar bij de genieter. Met uw redeneervermogen is niets mis: dit is een dubbele belasting. Ook de minister weet dat, maar hij bracht een belangrijke verduidelijking aan. Volgens hem moet bijzondere aandacht worden besteed aan de memorie van toelichting. Daarin wordt een bijzonder doel toegeschreven aan de wet, die erin bestaat een dubbele belasting zo veel mogelijk te vermijden. Bijgevolg kan van de taxatie tegen het gewone vennootschapstarief worden afgezien als de genieter alsnog wordt belast. Dat is zeker als de vennootschap niet te kwader trouw heeft gehandeld, aldus de minister.

Intussen weet u dus waar we staan: terug waar we vandaan komen. En dat is, de nieuwe wet ten spijt, nog altijd een administratieve tolerantie, waarbij van belasting volledig wordt afgezien in hoofde van de verstrekker als hij niet kennelijk te kwader trouw is en de genieter alsnog wordt belast. Over het feit dat de inkt over deze zaak de voorbije twee jaar rijkelijk heeft gevloeid, mag ik als auteur uiteraard niet klagen. Maar het is de vraag of het echt op deze manier moest. Want ondanks de nieuwe wet en het standpunt van de minister, strijden nog altijd heel wat ondernemingen tegen monsteraanslagen die de afgelopen twee jaar werden gevestigd en eigenlijk nooit op die wijze gevestigd hadden mogen worden. Het zou de welvoeglijkheid dus passen als ook daar een oplossing voor wordt gevonden.

Jan Tuerlinckx is advocaat van Tuerlinckx Fiscale Advocaten.

JAN TUERLINCKX

De monsterbelasting van 309 procent kan voortaan worden herleid tot het gewone vennootschapstarief van 34 procent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content