Het meest eigenzinnige textielbedrijf van België
Terwijl de textielindustrie aan een uitverkoop bezig lijkt, bewandelt de familie Verweyen de omgekeerde weg. Eigenzinnig kochten de Verweyens ‘hun’ tapijtenbedrijf Tapibel terug van de Britse groep Allied Textile Co.
Filip Balcaen verkocht zijn Balta Groep aan Doughty Hanson, terwijl Jan De Clerck de hete Domo-aardappel doorschuift naar Filiep Libeert. De West-Vlaamse textiliens geloven er als het ware zelf niet meer in. Maar intussen in het verre Limburg: de familie Verweyen, stichter van de tapijtenproducent Tapibel uit Overpelt, koopt haar bedrijf terug van de Britse textielgroep Allied Textile Co.
Tapibel, gelegen op het industrieterrein Nolim Park – waar ooit het natuurschoon van de bezongen Purperen Hei bloeide – werd in 1970 opgericht door Paul Verweyen (67), met de hulp van de schoonfamilie. Ironisch genoeg lag ook die schoonfamilie aan de oorsprong van de verkoop – in 1991 – van het bedrijf aan het beursgenoteerde textielconglomeraat Allied Textile Co.
“Doorheen de jaren was Tapibel sterk gegroeid en zaten we op onze top,” blikt Werner Verweyen (39) terug. De (schoon)familie Lauwers – die intussen furore maakte met metaalverwerker Profel – had geen zin in een zoveelste investeringsronde. “Je kon het hen niet kwalijk nemen. Ze waren zelf volop bezig met de uitbouw van hun bedrijvengroep, en van textiel hadden ze eigenlijk geen kaas gegeten,” zegt Verweyen. Dus gaf Paul Verweyen zijn bank KBC de opdracht om een match te vinden. In de vorm van een industriële textielpartner die het bestaande management wou behouden.
9/11 gooit roet in het eten
Het Britse Allied Textile Co. bleek die partner te zijn, en de investeringstrein werd weer op gang getrokken. Het ging het bedrijf voor de wind: er werd een tweede naaldviltlijn in gebruik genomen en Tapibel was bij de eerste om een viltrug te introduceren in de tapijtmarkt.
Allied Textile Co. had intussen een dertigtal textielbedrijven in portefeuille, die gedurende jaren een mooi dividend genereerden, wat op zijn beurt nieuwe investeerders aantrok. Tot de crisis in textielland toesloeg. De aandeelhouders van Allied – de durfkapitaalfondsen 3i Investments plc en HSBC Holdings plc – zagen met lede ogen hoe hun textielinvesteringen de jongste jaren niet langer het verhoopte rendement opbrachten. In de zomer van 2001 investeerde Tapibel ruim 5 miljoen euro in de verdubbeling van de productiecapaciteit en in 7000 vierkante meter extra opslagruimte.
“En net toen we klaar stonden om uit de startblokken te schieten, waren er de aanslagen van 11 september 2001,” zucht Werner Verweyen. De export naar de belangrijkste handelspartners, het Midden-Oosten op kop, viel nagenoeg stil. Gevolgd door de sars-crisis waarbij ook de Aziatische markt wegviel. “Voeg daarbij de hoge olieprijzen en je begrijpt dat alle knipperlichten op rood stonden.”
Sloot het bedrijf het boekjaar 2002 nog af met een verlies van een half miljoen euro, dan was dat in 2003 al opgelopen tot ruim 1 miljoen euro op een omzet van 12,5 miljoen euro.
Maar in tegenstelling tot de Engelse bankiers begreep Verweyen dat je als ondernemer door de zure appel moet bijten. “We wisten dat dit conjunctuurgebonden was.” Maar de investeerders kozen eieren voor hun geld en wilden uitstappen. “We deden een aardig bod en ze hapten toe,” glimlacht Werner Verweyen, die niet kwijt wil wat hij daar- onder verstaat. “Maar laat mij zeggen dat de initiële waarde van het bedrijf hoger is.”
Allied Textile Co. is intussen van de beurs gehaald en CEO John Corrin, actief bij de Europese textielfederatie Euratex, kocht via de investeringsvennootschap Inhoco een uitgedund consortium terug. De waarde van de buy-out bedroeg ‘slechts’ 170 miljoen dollar.
“We leveren zelfs tapijt in China”
In de showroom van Tapibel, waar de muren bezet zijn met allerhande tapijtstalen, dreunt op de achtergrond het eentonige geluid van weefmachines. Het orderboekje is flink gevuld, stelt de kersverse ‘nieuwe’ directeur tot zijn genoegen vast. De jongste cijfers geven Verweyen alvast gelijk in zijn analyse dat Tapibel ‘terug’ is.
De omzet van het jongste boekjaar steeg tot 13 miljoen euro, maar belangrijker nog is het feit dat de cashflow opnieuw positief was (30.000 euro). “En de cijfers van het huidige boekjaar ( nvdr – dat wordt afgesloten op 30 september 2005) tonen dat de stijgende trend aanhoudt.” Samen met de verwerving van alle aandelen verhoogde de familie Verweyen het kapitaal met 250.000 euro. “De investeringen van de jongste jaren en de kapitaalverhoging geven Tapibel de nodige slagkracht”, stelt Werner Verweyen.
Het bedrijf, dat op jaarbasis zo’n 6 miljoen vierkante meter naaldvilt en 2 miljoen vierkante meter tuft produceert, steunt op verschillende poten. De contractmarkt, waarbij tapijt voor winkels en kantoren wordt gerekend, en de projectmarkt, met tapijt voor hotels, zijn belangrijke divisies. Ook tapijt voor consumenteninterieurs en – goedkoper – naaldvilt voor tentoonstellingsruimtes zijn een belangrijke afzetmarkt. Veel kans dat het blauwe tapijt onder uw voeten tijdens een of andere vakbeurs werd geproduceerd in Overpelt. “We leveren zelfs tapijt in China,” lacht Verweyen, als om het absurde van die vaststelling te beklemtonen. Maar de grootste omzet is nog steeds weggelegd voor het Verenigd Koninkrijk, dat tekent voor 40 procent. Tapibel zit daarmee in het marktsegment van bijvoorbeeld het beursgenoteerde Associated Weavers International, maar vreest niet dat het door dergelijke mastodonten uit verband wordt gespeeld.
Verweyen verdedigt met vuur zijn stand alone-strategie: “Onze flexibele structuur en het feit dat we op het hogere segment van de textielmarkt mikken, stemt me hoopvol voor de toekomst.”
Lieven Desmet
Veel kans dat het blauwe tapijt onder uw voeten tijdens een of andere vakbeurs werd geproduceerd in Overpelt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier