HET KORTSTE EIND
Het wordt officieel ontkend omdat politiek Brussel dwars blijft liggen, maar het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) zou vóór het einde van dit jaar met een handelsmissie naar Kinshasa willen. Het valt te vrezen dat de geïnteresseerde bedrijven niets begrepen hebben van de onderhuidse veranderingen in Zaïre de voorbije vijf jaar. Als dat zo is, kan het VBO beter thuis blijven. De neiging is groot om opnieuw aan te pappen met hen die het momenteel in Kinshasa voor het zeggen hebben, met dezelfde heren die voor eigen profijt munt proberen te slaan uit vooral de mijnsector door lucratieve deals voor te spiegelen aan buitenlandse groepen. Alsof alles heel gewoon in de oude plooien kan vallen.
Het momentum is over zijn hoogtepunt heen, maar de echte revolutie van de laatste jaren in Afrika is niet het meerpartijensysteem, wel dat de bevolking mondig is geworden en rekenschap eist van haar leiders. Parijs heeft dit niet begrepen. Politiek Brussel gedeeltelijk wel, maar het volgt een desastreuze strategie. En omdat officieel België geen constructief/kritische rol wil of kan spelen, kan de leemte beter opgevuld worden door Belgische niet-affairistische privé-organisaties.
Inspiratie voor een schone lei met Zaïre kan men vinden in Indonesië. Sinds president Suharto daar de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking en moeiallen à la Pronk eruit gooide, floreren de betrekkingen. De Nederlandse handelsgeest dokterde bovendien een spitsvondigheidje uit waardoor Jakarta en Den Haag het prima met elkaar kunnen vinden : de zogenaamde Efi (exportfinanciering-faciliteit). Ethische ondernemers brengen een derdewereldland meer bij dan kortzichtige politici en hulpverleners.
Intussen ontvouwt zich, met 30 juni (de nationale feestdag van Zaïre) in het vooruitzicht, het klassieke ritueel : persreportages met de voorspelbare verhalen waarop politici, professoren en niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties (NGO’s) weer gretig kunnen inpikken. Vanuit een “humane bewogenheid” zullen ze aandringen om het Zaïrese volk niet in de steek te laten. In eenzelfde bekommernis stuurde minister van Buitenlandse Zaken Derycke een superambassadeur voor Centraal-Afrika uit om de catastrofe te bedwingen die we in Ruanda mee aanrichtten, en die dreigt over te slaan naar Burundi en het noordoosten van Zaïre. Brussel en Washington wijzen Mobutu aan als de pyromaan in het gebied van de Grote Meren, maar tegelijkertijd krijgt superambassadeur Yves Haesendonck wel de opdracht “contact te zoeken” met Zaïre…
Waar zijn we mee bezig ? Derycke meent in goed gezelschap te zijn, maar over de zwakke prestaties en de beperkte politieke inzichten van zijn huidige VS-collega Warren Christopher gaat in Washington een smakelijke joke rond : “None of this would be happening if Christopher were alive” ( The Economist van 8 juni). In de opvangkampen rond Goma, met hun tienduizenden havelozen, zit genoeg etnische spanning opgehoopt voor een spontane explosie ; daarbij vergeleken zijn sommige migrantenwijken in Molenbeek en Schaarbeek onschuldige voetzoekers.
Waarom is Brussel niet op het idee gekomen om de “Duivel van Gbadolite” ook nog de recente plunderingen in het buurland Centrafrique in de schoenen te schuiven ? UCL-professor Jean-Claude Willame, een van de weinige echte kenners van Zaïre, schreef in Le Soir dat Buitenlandse Zaken ondiplomatiek bedenksels rondstrooit “sur un président zaïrois diabolisé et traité de pyromane, plus sur la base de procès d’intention que d’informations vérifiées.”
In die omstandigheden is het België dat met vuur speelt ; het kan dus beter wegblijven uit Zaïre. Hoeft het te verbazen dat Frankrijk ten aanzien van Kinshasa cavalier seul speelt ? Het gaat toch niet op dat een superambassadeur “contact zoekt” met Zaïre (met premier Kengo ? die in buitenlandse kwesties niets kan doen zonder het fiat van zijn baas) terwijl de Zaïrese ambassadeur in Brussel behandeld wordt als een pestlijder, of dat NGO’s uitgestuurd worden terwijl men de autoriteiten daar negeert of voortdurend beschimpt. De pogingen van Brussel en Washington, om nu monseigneur Monsengwo op te vissen als vervanger voor Mobutu, zijn kansloos. Dat deze laatste als overwinnaar uit verkiezingen komt, is zeer waarschijnlijk.
Wanneer dringt het tot Brussel door dat de positie van Mobutu versterkt wordt door het gestuntel van de Belgische “diplomatie” ? Precies hierdoor is een eventuele hervatting van de dialoog ondenkbaar geworden. Mobutu zou dan immers meer dan ooit kunnen triomferen over les p’tits Belges. De conclusie kan dus alleen zijn dat politiek Brussel zichzelf heeft uitgeschakeld ook bij de jongere generatie in Zaïre, die twee discoursen hanteert : één voor intern (nationalistisch) gebruik en één om de Belgen naar de mond te praten. Laten we dus ondubbelzinnig een streep trekken onder de officiële relaties (ook ontwikkelingssamenwerking) met Zaïre. Stop ermee. De dwaze politiek van de voorbije jaren heeft als enig resultaat dat Brussel altijd aan het kortste eind trekt.
ERIK BRUYLAND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier