‘Het kapitalisme moet worden herzien’
De digitalisering en de ontwikkeling van een vraageconomie hebben de economische kaarten door elkaar geschud. In dat nieuwe model is de consument koning, maar de arbeider is hulpeloos. Een correctie is nodig, zegt Denis Pennel, de CEO van de World Employment Confederation, de internationale beroepsvereniging van de uitzendbranche.
Het paradijs van de consument werd een hel voor de arbeider’, luidt de titel van het jongste essay van de Fransman Denis Pennel, de CEO van de World Employment Confederation, de internationale beroepsvereniging van uitzendbureaus. Het begint met een vaststelling: we zijn in een vraageconomie terechtgekomen waarin bedrijven verplicht zijn direct in te spelen op de wens van de consument. In die nieuwe wereld is een alliantie gesmeed tussen aandeelhouders en consumenten, ten nadele van de werknemers, die almaar flexibeler en beschikbaarder moeten zijn. Moeten de arbeiders die in de hel zijn gegooid alle hoop opgeven? Nee, want er zijn remedies voor die kwalen. Pennel roept in zijn essay op tot de humanisering van het kapitalisme.
De opkomst van het principe ‘de klant is koning’ heeft de organisatie van bedrijven dooreengeschud
Legt u die verschuiving van de massa-economie naar de vraageconomie eens uit?
DENIS PENNEL. “Al voor de opkomst van de sociale media bevonden we ons in een economie van overdaad. We moesten consumenten aantrekken en hen overtuigen om de juiste keuze te maken. Wanneer we worden geconfronteerd met tien concurrerende producten, is het verschil niet meer de kwaliteit van die producten, maar de klantervaring: de manier waarop we het kopen ervaren.
“Henry Ford zei altijd: ‘Je kunt een Ford T in elke kleur kopen, zolang hij maar zwart is.’ Het was massa-economie. Maar dat is veranderd. In de jaren tachtig en negentig hadden autofabrikanten al meerdere opties ontwikkeld om hun product te differentiëren. Maar de drijvende kracht achter de vraageconomie was de digitalisering. Nu verkopen fabrikanten auto’s voordat ze worden gebouwd. De vraaggestuurde economie impliceert een personalisering van diensten en producten, maar ook realtime consumptie, waarbij je alleen betaalt voor wat je werkelijk consumeert.”
Heeft de vraageconomie de arbeidsverhoudingen veranderd?
PENNEL. “Ze heeft invloed op de manier van produceren. De loonarbeid heeft zich in de twintigste eeuw ontwikkeld in een aanbodgestuurde economie. Een bedrijf dat gestandaardiseerde producten in grote hoeveelheden produceerde, had van maandag 8 uur tot vrijdag 17 uur arbeiders aan de lopende band nodig. De vraageconomie verandert dat. Je moet je goederen eerst verkopen en ze dan pas produceren. De opkomst van het principe ‘de klant is koning’ heeft de organisatie van bedrijven dooreengeschud. Ze hebben nu minder zicht op hun orderportefeuille en hebben hun productiemodel moeten herzien. In een vraaggestuurde economie wordt gewerkt op basis van de vraag. Lonen die gebaseerd zijn op een duurzame relatie, vast in de tijd en op een bepaalde plaats, voldoen niet meer aan die behoefte.”
En die evolutie is niet pijnloos?
PENNEL. “De vraageconomie heeft gevolgen voor elk deel van onze samenleving. In het drieluik van het kapitalisme – de arbeider, de consument, de aandeelhouder – heeft de consumentenwaanzin een nieuwe alliantie tussen de consument en de aandeelhouder gecreëerd. Daarvoor was er veeleer een alliantie tussen de werkgever en de werknemer. Henry Ford verhoogde de lonen, opdat zijn werknemers consumenten werden en zijn auto’s konden kopen. Het nieuwe pact tussen de consument en de aandeelhouder heeft die opwaartse spiraal ontkracht. De consument wil steeds meer, steeds sneller, steeds goedkoper kopen. De aandeelhouder dwingt de onderneming dan ook om zich aan te passen. Hij zet de productiekosten onder grote druk. De lonen worden verlaagd en flexibeler gemaakt door gebruik te maken van tijdelijke of vaste contracten. De situatie wordt schizofreen, omdat de consument ook een werknemer is. De consument is blij dat hij op Amazon een product van Chinese makelij goedkoper kan kopen. Maar de baan van de arbeider wordt bedreigd. Sommige mensen nodigen uit om lokaal en biologisch te consumeren. Dat is heel goed. Maar is de consument bereid daar 10 of 20 procent meer voor te betalen?”
U zegt dat betogingen van consumenten vandaag meer impact hebben dan die van werknemers.
PENNEL. “Je kunt 300.000 mensen de straat op sturen om te demonstreren, en je bent niet zeker van het effect. Maar als je een yoghurtboycot organiseert met behulp van sociale media, kun je snel een bedrijf of zelfs een overheid op de knieën dwingen. George Clooney heeft in 2019 het nieuwe strafwetboek van Brunei aan de kaak gesteld, dat overspeligen en homoseksuelen veroordeelde tot steniging of doodslag. Hij riep op tot een boycot van de luxehotels van het sultanaat, dat snel een moratorium op die bepalingen van het strafwetboek oplegde.
“Het overwicht van de consument is ook verbonden met de economische situatie van de afgelopen jaren. De crisis van 2007-2008 had een duidelijke invloed op de koopkracht van de consumenten, die probeerden goedkopere producten te kopen, terwijl ook de lonen onder druk stonden. Hun netto-inkomsten zijn de afgelopen jaren heel weinig gestegen.”
De werknemer is niet meer aangepast aan deze wereld?
PENNEL. “De prestaties van de werknemer zijn losgekoppeld van zijn loon: hij wordt per uur betaald, zonder eerlijke erkenning van zijn efficiëntie of zijn talent. Vroeger, toen de meeste mensen zelfstandige ondernemers waren, werd je minder betaald als je geen paard kon beslaan of niet kon ploegen. Nu zien we die betaling per taak weer opduiken. De bezorger die buiten een restaurant wacht op de te bereiden bestelling, wordt niet betaald voor de tijd die hij wacht, maar alleen voor de levering, de dienst die hij verleent. Dat gaat gepaard met een nieuwe levenswijze: zo hebben we minder zin om zelf te koken. Een scala aan persoonlijke diensten wordt ontwikkeld en heruitgevonden dankzij de digitalisering.”
De prestaties van de werknemer zijn losgekoppeld van zijn loon: hij wordt per uur betaald, zonder eerlijke erkenning van zijn efficiëntie of talent
Moeten we het kapitalisme opgeven?
PENNEL. “Nee, integendeel, ik ben een overtuigd kapitalist. Tot nu toe is dat het beste systeem dat economische groei en respect voor de individuele vrijheden met elkaar kan verzoenen. Het model is goed omdat het heel flexibel is, het past zich aan de werkelijkheid aan. Ik denk niet dat het model zal verdwijnen. Maar het moet worden herzien. De mens moet weer centraal staan. We moeten een inclusiever, duurzamer kapitalisme ontwikkelen.”
U pleit voor een nieuw sociaal contract. Hoe kan de band tussen de werknemer, de consument en de werkgever worden hersteld?
PENNEL. “Ik denk dat iedereen een lange weg moet afleggen. De consument zal meer verantwoordelijkheid moeten nemen. Sommige trends laten dat zien: de ontwikkeling van de circulaire economie, de tweedehandsmarkt. We zien het succes van toepassingen als Vinted. De crisis heeft de consument ertoe aangezet lokaler te kopen, aangezien de transporttarieven verdrievoudigd zijn.
“Ik pleit voor een nieuw sociaal contract. We moeten de relatie tussen vrijheid en bescherming herdenken. Ons model van de welvaartsstaat en het systeem van financiering op basis van lonen is op hol geslagen. Op lange termijn is het financieel onhoudbaar. We zullen de toegang tot onze socialezekerheidsstelsels moeten heruitvinden, vooral als het aantal zelfstandigen blijft toenemen. Het is een paradox, want vandaag zijn de mensen die de meeste risico’s nemen het minst beschermd.”
Hoe financieren we die nieuwe welvaartsstaat?
PENNEL. “De arbeidskosten zijn in sommige landen te hoog. Ze zijn een belemmering voor de aanwerving van personeel. Het is niet de bedoeling dat zelfstandigen evenveel socialezekerheidsbijdragen betalen als werknemers, maar dat ze toch kunnen bijdragen aan de financiering ervan. Dat kan via een inkomstenbelasting of indirecte belastingen, de zogenoemde sociale btw: een deel van de btw zou kunnen worden gebruikt om de sociale zekerheid te financieren. Ik denk ook dat het meer aan het individu is om financieel bij te dragen aan zijn of haar bescherming.”
Hoe ziet u de rol van arbeid veranderen?
PENNEL. “Ik geloof niet in het einde van de arbeid. Zelfs als we morgen zouden worden betaald om niets te doen, zouden we nog altijd boeken willen kopen of naar restaurants willen gaan. Er zullen altijd mensen zijn die blijven werken. Daarnaast heeft werk een rol van socialisatie en zelfrealisatie. Het werk zal niet verdwijnen, maar de relatie die we ermee hebben, zal zich blijven ontwikkelen. Er zal een grotere dorst naar vrijheid zijn. Er zal meer keuze zijn in arbeidsomstandigheden – zoals aangepaste werktijden of de mogelijkheid om meerdere werkplekken te combineren. In dat opzicht zal de coronacrisis een blijvend effect hebben. Door het telewerken hebben mensen een grotere autonomie ontdekt in de manier waarop ze hun werk doen. Ze kunnen zichzelf organiseren, zonder manager die op hun vingers kijkt. We zijn overgegaan van een werkrelatie op basis van aanwezigheid naar een werkrelatie op basis van vertrouwen en resultaat.”
Ziet u de werknemer terugkomen uit de hel?
PENNEL. “Naast de consument en de werknemer is er nog een derde speler: de burger. Hij zal de andere twee verzoenen, want we zijn allemaal consumenten, werknemers en burgers tegelijk. Ik ben nogal optimistisch. Veel mensen stellen zich vragen over werk. De oplossing is gelegen in het mobiliseren van burgers die een onderscheid maken tussen de noodzaak om te consumeren en de noodzaak om in fatsoenlijke omstandigheden te werken. Dat voelen we vooral bij de jonge generaties.”
Bio
· Geboren in 1966
· 1988: afgestudeerd aan de Sciences Po in Parijs
· Begon zijn carrière als pr-medewerker bij BDDP/TBWA, werkte achtereenvolgens voor Financial Dynamics, Deloitte en Manpower
· Sinds 2005: CEO van World Employment Confederation, de beroepsvereniging voor particuliere uitzendbureaus
· Lid van denktanks GenerationLibre, European Policy Center en Center of European Political Studies, spreker en auteur
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier