Het is tijd voor een zakelijke aanpak

ANTON VAN ZANTBEEK

De onderhandelingen over de begroting zijn alweer een vermakelijk schouwspel. Nieuwe inkomsten moeten worden gevonden en kosten moeten worden geschrapt.

Het stramien is al enkele jaren hetzelfde. De politieke partijen, het ‘middenveld’ (vakbonden, ziekenfondsen…), de kabinetten, en wie al niet meer dokteren allerhande maatregelen uit. De richtlijn daarbij is niet het landsbelang, maar dat van de eigen achterban.

Vervolgens beginnen de voorhoedegevechten in al hun vormen. Dat kan gaan van lekken naar de pers om bijvoorbeeld ideeën van anderen te verbranden, studies die toevallig met interessante conclusies komen, een welgemikte vakbondsactie, een straffe verklaring, een peiling, enzovoort. Het begrotingsvuur wordt opgepookt. Iedereen duikt in de loopgraven en de discussie wordt herleid tot een aantal symbolen zoals de index of de meerwaardebelasting. Intussen gooit de oppositie gretig olie op het vuur.

Zodra de voorhoede is uitgevochten, begint de echte veldslag. De ministers steken de koppen bij elkaar. Er moet onder grote tijdsdruk onderhandeld worden. Europa eist dat de begroting tijdig ingediend wordt. Onderhandelen doet men het liefst tot in de vroege uurtjes. Standpunten worden meteen via de smartphone bij de achterban getoetst. En uiteraard is er altijd de obligate coup de théâtre. Die geeft het debat punch en houdt de toeschouwers alert. Nu is dat de meerwaardeverrassing van Kris Peeters (CD&V). Die overigens vindt dat hij de gesprekstafel niet heeft verlaten, hij is gewoon niet teruggekomen. En dan is er plotseling de ontknoping. De regering valt, of er is een begroting.

Dan pas wordt duidelijk welke gedrochten de symbooldiscussie heeft gebaard. Alle voorstellen lijken wel in een grote blender te zijn gestopt. Het resultaat is onwerkbaar. Dat kan ook niet anders als het over een technische materie als de fiscaliteit gaat. We kennen allemaal de gedrochten uit het recente verleden. De niet werkende speculatietaks, de na negen maanden afgeschafte rijkentaks, de kaaimantaks, de hogere beurstaksen en accijnzen, enzovoort. Schoolvoorbeelden van wat men bereikt als men aan de hand van symbolen en na een armworstelpartij tot een compromis à la belge komt.

Dat is niet efficiënt. Het moet zakelijker en professioneler. Weg met de emotionaliteit en de symbolen. De focus in een belastingdiscussie moet liggen op de netto-opbrengst, op billijkheid en op rechtszekerheid. Zo min mogelijk administratie, koterijen en rompslomp voor de burgers, tegenover een zo groot mogelijke opbrengst. Men mag ook de grote emotionele impact op de burger niet negeren. Nu heeft die geen enkele fiscale houvast. Wat vandaag kan, wordt morgen verboden of belast. Dat zorgt voor een nooit geziene onrust bij de belastingbetalers, of ze nu multinationals, kmo’s, beleggers, werknemers, zelfstandigen of ondernemers zijn. Dat is geen stabiel klimaat om te investeren of risico te nemen.

Het is dringend tijd voor een meer zakelijke en dus saaiere aanpak. De meeste andere landen doen het zo. Ooit was het compromis à la belge charmant en vermakelijk, maar nu niet meer. De platbelaste Belgische belastingbetalers hebben recht op een serieuze aanpak van het begrotingswerk. De vaststelling dat een land met een overheidsbeslag van meer dan 55 procent de belastingen nog eens moet verhogen, is intriest en onbegrijpelijk.

Zo’n zakelijke aanpak start met een politiek akkoord. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat 10 procent van de grootste vermogens een meerwaardebelasting moet betalen. Vervolgens wordt geconsulteerd. Iedereen die hierover een mening heeft, kan die geven. Dan werkt een technische werkgroep met mensen van Financiën en externe specialisten één of meerdere voorstellen uit. De politiek kiest een van die voorstellen en werkt dat zonder verder gemorrel uit.

Wijlen premier Gaston Eyskens wist het al: een politiek compromis maakt van een prachtig paard een scheve dromedaris. Belastingbetalers hebben recht op dat prachtige paard.

De auteur is advocaat van Rivus en professor aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de KU Leuven en de Fiscale Hogeschool.

ANTON VAN ZANTBEEK

De vaststelling dat een land met een overheidsbeslag van meer dan 55 procent de belastingen nog eens moet verhogen, is intriest en onbegrijpelijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content