Het is tijd voor een farma-loutering
Op termijn dreigen de dodelijke bijwerkingen van de pijnstiller Vioxx fataal te worden voor de makers van het geneesmiddel. De Amerikaanse farmareus Merck & Co moet Carol Ernst een schadeclaim van 200 miljoen euro betalen. De Texaanse spande een rechtszaak aan omdat haar man in 2001 stierf aan hartritmestoornissen. Hij slikte toen al acht maanden de pijnstiller Vioxx. De schadevergoeding die de rechtbank toekende aan de weduwe, is nog maar een begin. In de Verenigde Staten alleen al hangen de geneesmiddelenproducent al ruim 4000 schadeclaims boven het hoofd, goed voor naar schatting 20 miljard euro.
Eind 2004 haalde Merck het geneesmiddel nochtans vrijwillig van de markt toen uit studies bleek dat patiënten die Vioxx langer dan 18 maanden namen last kregen van ernstige bijwerkingen, waaronder een verhoogde kans op hartkwalen. De rechtbank in Texas oordeelde evenwel dat Merck zich schuldig maakte aan nalatigheid met de dood tot gevolg.
Winsthonger en niet wetenschap ligt aan de basis van die uitspraak. De claim van Carol Ernst mag dan buitensporig hoog zijn, hij is tevens een alarmkreet om de winsthonger van de farmaceutische industrie opnieuw te herleiden tot aanvaardbare proporties. Want in de grond was Vioxx immers geen slecht product.
Klassieke pijnstillers die langdurig worden geslikt hebben de vervelende bijwerking dat maagzweren en maagdarmbloedingen sneller voorkomen. De nieuwe klasse pijnstillers waartoe Vioxx, Bextra en Celebrex behoren, de zogenaamde Cox2-inhibitoren, hebben die bijwerking niet. Daarom kregen ze ook wel de bijnaam superaspirine. Elke dokter kan bevestigen dat heel wat chronische reumapatiënten beter af waren met de superaspirines.
In een adem zullen dezelfde dokters klagen dat als nooit tevoren de concurrentieslag woedde in hun kabinet. Pfizer en Merck gooiden torenhoge budgetten voor reclame en marketing over de balk om hun pijnstiller in de pen van de artsen te krijgen. Met resultaat overigens: de omzet van Vioxx voor de terugtrekking bedroeg wereldwijd 2,5 miljoen dollar. Merck had dat blockbustereffect ook nodig omdat oudere knallers zoals Prozac last kregen van generische concurrentie. En daar wringt het schoentje.
Om zijn status bij beleggers te behouden, moest en zou Merck een nieuwe ster aan zijn blazoen dragen. Die druk leidde ertoe dat het bedrijf niet de juiste informatie aan artsen gaf, waardoor die het middel meer voorschreven dan goed was. Voor sommige patiënten met fatale gevolgen.
Waarom? In de jaren negentig kreeg de geneesmiddelenindustrie bij beleggers het label ‘defensieve sector’ dankzij een businessmodel gebaseerd op blockbusters. Eén blockbuster is genoeg voor jarenlange vette winst. De logica van dat model heeft echter grote groepen patiënten nodig die het eigen middel en niet dat van de concurrentie slikken. Anders gesteld: in de jaren negentig werden geneesmiddelen een consumentenproduct. Alleen is nu duidelijk dat het toch geen snoepjes zijn, waarvoor dezelfde marketingwetten kunnen gelden als voor een Mars-reep.
Roeland Byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier