Het geheim van economisch geluk
De auteur is hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer.
Reacties: visienoels@trends.be
(*) Richard Layard, Happiness: Lessons from a New Science, 2004.
Er is één land dat zijn vooruitgang niet meet in termen van BBP (bruto binnenlands product), maar wel in termen van BNG (bruto nationaal geluk). In 1972 voerde de koning van Bhutan, een klein landje in de Himalaya, deze maatregel in. Hoe de evolutie van het BNG sindsdien is geëvolueerd, weten we niet. De eerste conferentie over BNG vond trouwens plaats in datzelfde kleine koninkrijkje met minder dan 1 miljoen inwoners. Als u het volgende congres wilt bijwonen, moet u naar Nederland: een iets groter koninkrijk en één van de gelukkigste landen van Europa.
Als lezen over geluk mensen gelukkiger maakt, ben ik op weg om één van de gelukkigste economen te worden. Het nieuwe boek van Richard Layard (*) is trouwens een aanrader voor iedereen die de komende maanden eens iets anders dan de Da Vinci Code wil lezen.
Dat heet dan gelukkig zijn. Er bestaat verrassend veel studiemateriaal over geluk, maar Layard is de eerste die al die studies op een consistente manier heeft samengebracht. Het is een tak van de economische wetenschap die duidelijk in de lift zit. Ook in de financiële wereld is de interesse voor de interactie tussen psychologie en economie sterk toegenomen – denk maar aan het succes van de behavioral finance.
Zowat alle wetenschappers zijn het er intussen over eens dat “geld (rijkdom) niet gelukkig maakt”. Niet geld, maar gezondheid wordt in alle landen van de Economische en Monetaire Unie (EMU) unaniem als belangrijkste geluksfactor geciteerd. Wat nog niet wil zeggen dat inkomen niet belangrijk is voor geluk en vooruitgang van de maatschappij. Rijke mensen zijn gemiddeld genomen gelukkiger dan arme. Maar het probleem is dat die verhoudingen niet zijn gewijzigd over de tijd, hoewel de reële inkomens van iedereen – arm en rijk – er enorm op zijn vooruitgegaan.
Alle studies tonen ook aan dat relatieve rijkdom belangrijker is dan absolute rijkdom. Mensen verkiezen een loon van 50.000 euro als iedereen de helft van dat bedrag verdient, boven een loon van 100.000 euro als iedereen het dubbele heeft (in beide gevallen zijn de prijzen nochtans dezelfde). Layard zegt dat in een arme samenleving een man de liefde voor zijn vrouw toont met één roos; maar in een rijke samenleving moet hij haar een dozijn rozen schenken…
Gevolgen voor het beleid. Volgens Layard is een gelukkiger samenleving geen synoniem van een rijkere samenleving. Hij analyseerde alle landen ter wereld en merkte dat het geluk vanaf een zeker welvaartsniveau niet langer toeneemt. Toen we dezelfde oefening voor euroland deden, schrokken we echter (zie grafiek). Uit dezelfde cijferreeks blijkt immers dat in euroland rijker wél goed samenloopt met gelukkiger. Het gelukkigste land (Denemarken) heeft niet het hoogste BBP per capita, maar welvaart en geluk lijken er macro-economisch toch sterk verbonden. De aanwezigheid van de zon is duidelijk geen voldoende element, zoals de lagere score van de zogenaamde Club Med-landen aantoont.
Macro-economisch is een hogere welvaart alleszins binnen euroland nog steeds een belangrijke vereiste voor geluk. Op het niveau van het individu blijkt echter overduidelijk dat geld niet gelukkig maakt (zie grafiek rechts). Mensen die tevreden zijn over hun leven, zien vooral in de liefde de verklarende factor, eerder dan geld.
Geld is volgens al deze studies ook ondergeschikt aan werk, sociale contacten, respect en gezondheid om gelukkiger te worden. Gelukkiger mensen leven trouwens langer: uit studies blijkt bijvoorbeeld dat oscarwinnaars gemiddeld vier jaar langer leven dan genomineerde verliezers! Voor mij is een filmcarrière echter waarschijnlijk te laat…
Enkele paradoxen. De analyse van de factoren die aan de basis liggen van geluk, zorgen voor een interessante invalshoek bij enkele belangrijke actuele economische discussies:
Economische groei is vandaag minder een noodzaak om als land gelukkiger te worden. Maar een politiek die in het teken staat van ‘levenskwaliteit’ kost dan weer handenvol geld en is alleen betaalbaar bij een hogere economische groei en een hogere werkdruk bij de actieve bevolking.
Werk is belangrijker voor geluk dan inkomen. Hogere looneisen die tot herstructureringen zullen leiden, maken dus meer mensen ongelukkig. Werken is trouwens allesbehalve een straf, zo blijkt, hoewel dit in het debat over de eindeloopbaan soms zo wordt gepresenteerd.
Geluk heeft veel met gezond verstand te maken en dat ontbreekt soms bij de drukkingsgroepen. Wanneer één groep binnen de samenleving geluk nastreeft, kan dat de levenskwaliteit van anderen in gevaar brengen.
Als u het recept voor persoonlijk geluk zoekt, zijn ook de volgende ingrediënten onontbeerlijk: regelmatige fysieke training, stevige vriendschapsbanden, tijd voor reflectie en focus op de goede dingen en plezier in uw werk. Een lager inkomen gaat volgens alle studies echter niet ten koste van geluk. De mens past zich snel aan.
Ten slotte wijzen de gelukwetenschappers nog op twee andere dingen: voldoende slaap en voldoende seks (liefst met iemand die u graag ziet).
Geert Noels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier