HET GEHEIM VAN DE BLOKJES
De immens populaire videogame Minecraft is meer dan een virtuele variant op de Lego-blokkendoos. Het spelletje geeft zijn overwegend jonge spelers ook inzicht in hoe computers werken. Zo leert een schijnbaar nutteloos digitaal blokkenspelletje jongeren belangrijke programmeervaardigheden. Het bedrijfsleven kan er over enkele jaren misschien van profiteren.
Toen Markus ‘Notch’ Persson in 2009 een premature versie van Minecraft lanceerde, had hij wellicht nooit durven te voorspellen dat hij nu in een villa in Beverly Hills van 70 miljoen dollar zou wonen. Ook nadat de schuchtere Zweed eind 2014 zijn creatie en het bedrijf erachter – Mojang – voor 2,5 miljard dollar (2,2 miljard euro) had verkocht aan Microsoft, bleef het vooruitgaan met Minecraft. Het ging ondertussen al meer dan 106 miljoen keer over de toonbank. Alleen al dit jaar, blijkt uit cijfers van Microsoft, verkoopt het zo’n 50.000 exemplaren per dag, verdeeld over alle mogelijke platformen, van de pc via mobiele toestellen tot gameconsoles.
Vanwaar die gekte? Dat is moeilijk uit te leggen, want op het eerste gezicht stelt Minecraft uitzonderlijk weinig voor. De speler loopt door een wereld die bestaat uit bossen, bergen en vlaktes gemaakt van kleine kubusvormige blokjes. Hij moet de omgeving ontginnen op grondstoffen (steen, metaal, hout) om er zijn eigen bouwsels mee op te trekken. Het is eerder een digitale speeltuin, een oneindige virtuele Lego-blokkendoos, dan een echt videogame met vijanden, doelstellingen en scores. De Minecraft-speler doet vierkant zijn zin, en dat bleek net de drijvende kracht achter de game. Spelers gingen er de gekste en uitvoerigste dingen in bouwen, zoals steden uit het Assyrische wereldrijk, het Kennedy Space Center met een startklare Space Shuttle, of plaatsen uit het rijk van de Hollywoodfantasie: de steden Minas Tirith uit The Lord of the Rings en King’s Landing uit Game of Thrones werden bijvoorbeeld met een uitgekiend gevoel voor detail nagebouwd in Minecraft.
Rode erts
Wie Minecraft aanvat, krijgt zijn eigen unieke wereld om te ontginnen en te verbouwen. Spelers kunnen elkaar ook online uitnodigen in elkaars wereld, en er kunnen werelden worden opgezet met de bedoeling er met meerdere spelers aan te bouwen. Die onwaarschijnlijke vrijheid, en de enorme community van spelers die het spel baarde, hebben Minecraft groot gemaakt, zei Persson enkele jaren geleden tijdens de Game Developers Conference, een jaarlijkse bijeenkomst van spelontwerpers in San Francisco. “Dat je er je eigen dingen mee kunt bouwen, zorgt ervoor dat er wordt gepraat over de game. Spelers sporen elkaar aan.”
Onder de oppervlakte van opperste vrijheid heeft Minecraft nog een diepere laag. Een van trial and error, van constante ontdekking, die spelers ertoe aanzet onder de motorkap te kijken. Spelers die diep genoeg in de bodem van hun wereld graven, ontdekken er Redstone, een rood ‘erts’ dat energie doorgeeft tussen twee blokken, en daardoor bouwsels voorziet van een soort elektronisch circuit. Zo kunnen Minecraft-spelers een rudimentaire computer nabouwen in hun gamewereld. De stroom van rood erts kan worden aan- en uitgezet met schakelaars, net als de basiscomponenten van een computerchip, waardoor creaties op een heel elementaire manier kunnen worden ‘geprogrammeerd’. Een speler wordt er natuurlijk geen programmeerwonder mee, maar basisprincipes die de kern van iedere programmeertaal vormen, zoals de booleaanse structuur (áls dit dán dat), worden wel met de paplepel ingegeven.
“De kracht van Minecraft blijft vanzelfsprekend niet beperkt tot codering alleen”, zegt Raph Greeve, de Belgische education lead bij Microsoft, dat grote educatieve plannen koestert met de game. “Het helpt ook om de creativiteit en het probleemoplossend denken te stimuleren. Maar het levert evengoed een stevige basis voor computerlogica, inzicht in de basisstructuur van computercode.”
Naar de klas
Een andere reden waarom Microsoft Minecraft onder zijn vleugels nam, is omdat het spel goed past bij Microsofts HoloLens-bril, die binnen enkele jaren de echte en de virtuele realiteit in elkaar moet doen overvloeien. Niet voor niets bestonden de eerste HoloLens-demo’s uit Minecraft-bouwsels die in een woonkameromgeving werden opgetrokken. De technologiereus bracht ondertussen ook een Education Edition op de markt, die minder gericht is op individuele gamewerelden en meer samenwerking tussen spelers stimuleert, en leerkrachten in staat moet stellen om principes uit hun lessen te visualiseren door middel van simulatie.
Als allereerste initiatie in programmeervaardigheden, of als bewustwording in de manier waarop een computer werkt, wil Minecraft een speerpunt worden in het onderwijs. Alleen al omdat het kernpubliek van het spel, jongeren van 8 tot 15 jaar, wellicht nog een stukje meegroeit met het spel. Nu al is 21 procent van de gebruikersbasis tussen 22 en 30 jaar, wat wijst op een eerste verschuiving. De vaardigheden en de principes die deze jongeren hebben geleerd met Minecraft, nemen ze mee naar hun hogere studies en misschien wel de arbeidsmarkt.
Minecraft kan wel eens de voedingsbodem zijn onder een nieuwe generatie whizzkids, net als de generatie die opgroeide met huiscomputers als de Commodore 64 of Apple II. Toestellen van voor de doorbraak van de grafische interface, die nog lichte programmeervaardigheden vereisten van hun eigenaars. Zo kweekten ze de eerste generatie van ‘computervaardigen’. Het is de generatie die de taal van een computer of een digitaal medium begrijpt, en bijna twintig jaar geleden de internetrevolutie in gang hielp te zetten. Zoals Minecraft-bedenker Markus Persson, een late dertiger, die in een interview beweerde dat hij op zijn achtste al een archaïsch game had geprogrammeerd op de Commodore 128-computer die zijn vader destijds in huis had gehaald.
Wat als Minecraft, zoals onder meer de Amerikaanse gamedesigner en professor mediastudies Ian Bogost het al stelde, voor een nieuwe generatie het equivalent is van de pc uit de jaren tachtig? Dan wordt het een middel dat digitale vaardigheid en creativiteit in het hoofd van jonge mensen laat binnensluipen en hen zachtjes binnenduwt in de geheimen van de zogeheten STEM-disciplines (Science, Technology, Engineering, Math) waarop het middelbaar onderwijs sinds kort zwaar hamert. “Er vallen veel parallellen te trekken tussen Minecraft en de programmeerbare interface van de eerste huiscomputers”, zegt ook Greeve. “Het is een computeromgeving die niet simpel te bedienen is, en de gebruiker tot op grote hoogte aan zijn lot overlaat, maar die tegelijkertijd een enorme vrijheid geeft. De sleutel zit in de combinatie van die twee.”
RONALD MEEUS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier