Het gaat bergaf met de skioorden
Zelfs de Alpen, het mekka van de skisport, ontsnappen niet aan de tanende belangstelling voor de skipistes. Zou skiën dan toch de favoriete vrijetijdsbesteding van de generatie van babyboomers zijn? De sector moet een charmeoffensief inzetten. Op het spel staat de rendabiliteit van de miljoenen euro’s die in infrastructuur geïnvesteerd zijn.
De sneeuwklassen zijn nog altijd de beste manier om het skiën te promoten, maar die zijn jammer genoeg al te schaars geworden in de meeste Europese landen. De schoolgaande jeugd leert skiën veel makkelijker aan, zeker als het in een geschikte omgeving gebeurt. Dat moet dus massaal heringevoerd worden.” Laurent Vanat, een in Genève gevestigde consultant die elk jaar de sector onder de loep neemt, heeft een duidelijk beeld van de problemen van de wintersportcentra, die hun bezoekersaantal zien stagneren. In zijn jongste rapport verwijst hij naar de generatiewissel als een van de uitdagingen voor de sector.
De malaise in de sector neemt toe. De Alpen, met 10.000 skiliftbewegingen en 150 miljoen euro per jaar goed voor 44 procent van de wereldmarkt, daalt het aantal skigasten traag maar gestaag. Zwitserland heeft het door zijn ongunstige wisselkoers al langer moeilijk. Frankrijk, Italië en Oostenrijk volgden in de winter 2013-2014. Sommige stations doen het weliswaar beter dan andere, maar de algemene tendens is even zompig als zachte sneeuw op de bodem van het dal. “Het komt erop aan de niet-skiërs de smaak voor het skiën bij te brengen. Dat kan door indoorski-initiaties te organiseren op synthetische pistes of tapijt, zelfs in kleinere stedelijke skicentra, om zo het aanleren te vergemakkelijken. Men moet bijvoorbeeld packages verkopen die niet alleen initiatiesessies in een centrum dicht bij huis omvatten, maar ook een verblijf in een wintersportplaats met begeleiding door skileraars”, beklemtoont Vanat.
Weg met de kippenhokken
In de bergen blijven ze niet bij de pakken zitten. Om de meer dan mature markt op te krikken, wordt duchtig geïnvesteerd. Skiliften worden vervangen door nieuwe, comfortabele en krachtiger exemplaren, die vaak uitgerust zijn met wifi en verwarmde zitjes. In Oostenrijk vervoerde het kabelspoor Hartkaiserbahn in Ellmau in 44 jaar 34 miljoen passagiers. De gloednieuwe opvolger heeft 23 miljoen euro gekost en kan 3200 personen per uur aan, het dubbele van de oude kabelbaan. Het is een van de voorbeelden van de modernisering en van de aanpassing aan de klanten, die meer de prijzen en de diensten vergelijken op internetsites.
Een uitbreiding van de openingsuren van de pistes past eveneens in die gedachtegang. Les Arcs bijvoorbeeld is elf uur per dag open en voorziet ook in meer ludieke infrastructuur zoals tobogans en speelterreinen. Ook de vernieuwing van het vastgoedbestand is van cruciaal belang: de ‘kippenhokken’ – flats uit de jaren zeventig, die nog talrijk zijn in Frankrijk – worden stilaan een handicap om een veeleisender clientèle aan te trekken. Die kleine appartementen bieden het voordeel dat de prijs per persoon zeer voordelig is en de Franse skioorden toelaten plaats te bieden aan veel bezoekers, maar de tijden veranderen. “Tegenwoordig is de trend grotere appartementen te ontwerpen of bijvoorbeeld drie oude appartementen om te vormen tot twee ruimere flats. Er is ook vraag naar meer comfort en een betere dienstverlening”, merkt Vanat op. “De tijd die men op de piste doorbrengt, blijkt af te nemen. De mensen brengen misschien meer tijd door in hun onderkomen. Ze stellen complementaire activiteiten, zoals wellness, een zwembad enzovoort dan ook op prijs. Sommige gasten willen niet meer zelf moeten koken. Dat leidt tot het ontstaan van luxewoningen of resorthotels, zoals we die ook in Noord-Amerika aantreffen.” Die laatste trend, het ontstaan van een netwerk van hotels die meer te bieden hebben dan het doorsneeappartement, heeft succes bij de Russische toeristen. Ze vertegenwoordigen intussen tot 9 procent van de buitenlandse skiërs in de Franse skioorden.
Een andere uitdaging waar het Alpijnse bastion mee te maken krijgt, is de nadrukkelijke opkomst van een alternatief aanbod. Oost-Europese landen als Roemenië, Bulgarije, Slowakije en Tsjechië lokken met hun goedkopere tarieven traditionele klanten van de Alpijnse stations weg. De kwaliteit van het wegennet (in het geval van Roemenië) en de infrastructuur remmen voorlopig nog een massale exodus naar het oosten af.
Warmere winters
Het is een teken des tijds dat de factor warmte tegenwoordig integraal deel uitmaakt van de verklaring van de recente problemen. Tijdens de winter 2013-2014 lag de gemiddelde temperatuur in Zwitserland 1,7 graden Celsius hoger dan normaal. Dat en de beperkte sneeuwval maakte sommige gebieden minder aantrekkelijk. Een ander gevolg is het verdwijnen van de zomeractiviteit, die op sommige plekken nog tot het begin van deze eeuw technisch mogelijk was. “De belangrijkste oorzaak daarvan is het afsmelten van de gletsjers waarop tijdens de zomer nog kon worden geskied. De lengte van de gletsjers of hun beperktere dikte maken ze minder geschikt voor skiën. De uitbating wordt duurder omdat het nodig is sneeuw te produceren om de lacunes in de gletsjer te vullen. Zermatt in Zwitserland bijvoorbeeld heeft daarvoor gekozen. Het is een van de twee stations die het hele jaar open zijn voor skiërs. Het beschikt over een sneeuwmachine die zelfs bij positieve temperaturen werkt”, weet Vanat.
Dat de winters zachter worden, is echter geen ramp, vindt de expert. “De winters worden misschien wisselvalliger, maar de skistations in de Alpen, die doorgaans voldoende hoog liggen en uitgerust zijn met sneeuwinstallaties, zijn nog minstens een tiental jaar beschut tegen de gevolgen van de klimaatopwarming.”
Olivier Standaert
“De sneeuwklassen moeten massaal heringevoerd worden” – Laurent Vanat
“Mensen brengen meer tijd door in hun onderkomen. Ze stellen dan ook prijs op complementaire activiteiten, zoals wellness of een zwembad” – Laurent Vanat
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier