Het feestvarken van Novartis
Weinig farmabedrijven hebben zoveel redenen om te vieren als Novartis. Voor dat feestje mag de Zwitserse groep zeker David Epstein bedanken.
Niet Pfizer, noch Johnson & Johnson of Roche is in omzet de grootste farmaspeler, maar wel het in de Zwitserse grensstad Basel gevestigde Novartis. David Epstein heeft als hoofd van Pharmaceuticals, de grootste divisie van de groep die in ons land 300 werknemers telt, de voorbije vijf jaar Novartis’ succesvolle sprong naar de top geleid. Epstein is een 53-jarige Amerikaan die van opleiding apotheker is. Hij kreeg de job van topman voor farma in 2010 — en werd zo meteen de rechterhand van CEO Joe Jimenez — nadat hij sinds de millenniumwissel de oncologiedivisie van de groep vrijwel uit het niets had uitgebouwd tot de tweede grootste ter wereld, na die van Roche. Door de deal in 2014 met het Britse GSK, een operatie die geldt als een van de meest creatieve in de recente farmageschiedenis, won Novartis Pharma nog meer aan belang. In dat akkoord verkocht Novartis zijn vaccindivisie aan GSK terwijl dat laatste zijn oncologieproducten versaste naar Novartis.
Optimisme in Basel
Onder Epstein heeft Novartis niet alleen zwaar ingezet op kankermedicijnen, maar heeft het ook succesvol de zogenaamde patent cliff verteerd. Dat is de omschrijving voor het spectaculaire omzetverlies dat farmabedrijven moeten slikken door het verlies van de octrooibescherming op hun best verkopende producten. Dat zijn dan vaak de zogenaamde blockbusters, medicijnen die jaarlijks minstens 1 miljard dollar in het laatje brengen. Volgend jaar moet Novartis nog wel het octrooiverlies op zijn huidige topproduct, het bloedkankermedicijn Glivec, slikken, maar onder meer de recente goedkeuring van het hartmedicijn Entresto zorgt ervoor dat het optimisme op de indrukwekkende Novartis-campus in Basel ongeschonden blijft.
“Het is de eerste keer in decennia dat farma een grote stap vooruit zet in de strijd tegen hartziektes”, zegt Epstein in een exclusief gesprek met Trends in Basel. “Met ons product heeft de patiënt 50 procent kans dat hij of zij vijf jaar later nog leeft, wat een vijfde meer is dan de meest gebruikte behandeling. Bovendien voelt de patiënt zich beter en kan die een stuk sneller het ziekenhuis uit.” Alleen al in de Verenigde Staten zou Entresto bij meer dan 5 miljoen patiënten kunnen worden gebruikt. Het bedrijf schat dat de jaarlijkse omzet uit de verkoop van het medicijn zou kunnen pieken op 5 miljard dollar. Sommige analisten schatten het jaarlijkse potentieel zelfs op 10 miljard dollar.
Novartis houdt nog veel meer ijzers in het vuur. Zo heeft het ook geneesmiddelen ontwikkeld tegen onder meer psoriasis (Cosentyx) en tegen COPD, een chronische longaandoening waarbij de luchtwegen almaar verder vernauwen. En alleen al uit de oncologiedivisie moeten tegen 2017 tien nieuwe behandelingen komen. Novartis maakt zich sterk dat het tegen 2018 minstens een dozijn nieuwe blockbusters zal ontwikkelen. De veroudering van de maatschappij en de onvermijdelijke toename van het aantal kankergevallen maken dat oncologie een groot deel van de business van Novartis Pharma zal blijven vertegenwoordigen. Enkele weken geleden won Novartis trouwens de goedkeuring voor een medicijn tegen huidkanker, Odomzo.
“Er zijn heel veel poten aan de stoel die dit bedrijf draagt”, vat Epstein samen. Zorgen over het verlies van de octrooibescherming van sterproducten als Glivec maakt Epstein zich dus allerminst. “Toen ik in deze job startte, verviel het octrooi op medicijnen die bijna 30 procent van de omzet vertegenwoordigden. Maar we zijn daarna elk kwartaal gegroeid dankzij de lancering van nieuwe producten. De meeste farmabedrijven speelden 5 à 10 procent van hun marktaandeel kwijt, terwijl wij ons marktaandeel alleen maar hebben uitgebouwd”, zegt Epstein. “Volgend jaar zal inderdaad een zwaar jaar zijn met veel wind op kop, omdat in februari het octrooi op Glivec vervalt in de Verenigde Staten, en eind volgend jaar in Europa. We zullen omzet verliezen, maar nieuwe producten als Entresto zullen zo snel groeien dat ze dat omzetverlies van Glivec ruimschoots compenseren. En in 2017 is er enkel nog de groei van nieuwe producten en zal je ons echt zien versnellen.”
Farma en technologie
Epstein heeft dan ook hoge aspiraties, die verder reiken dan de grenzen van de klassieke farma. “Nog meer opwindend dan een volle pijplijn is de convergentie van de medische wereld met die van de technologie”, zegt Epstein. “Die technologie gaat komen van de Googles, Qualcomms, Apples en Microsofts van deze wereld. Er gaan veel veranderingen komen. Alle farmabedrijven en technologiebedrijven zijn met elkaar aan het praten. Dat is niet alleen opwindend, het leidt zonder twijfel ook tot betere zorg voor patiënten.” Zo zullen patiënten volgens Epstein almaar vaker naar huis gaan met sensoren en monitors, zodat artsen kunnen begrijpen hoe hun toestand evolueert en kunnen analyseren hoe patiënten reageren op een medicijn.”
Novartis broedt onder meer ook op projecten rond pillen met sensoren om ervoor te zorgen dat patiënten hun medicatie trouw nemen. “We willen marktleider worden in die wereld van diagnostische geneesmiddelen en apparaten om te monitoren”, zegt Epstein. Begin dit jaar heeft Novartis ook samen met het halfgeleiderbedrijf Qualcomm een durfkapitaalfonds opgericht om de start te financieren van bedrijven die technologie ontwikkelen om patiënten te monitoren.
Ook Alcon, de Novartis-tak voor oogmedicijnen en producten voor oogheelkunde, denkt almaar vaker out of the box richting nieuwe technologie. Alcon, hier vooral bekend als partner van het Leuvense biotechbedrijf ThromboGenics voor de verkoop van het oogmedicijn Jetrea, werkt intussen samen met Google aan een intelligente lens die de bloedsuikerspiegel bij diabetici continu monitort en de resultaten draadloos doorstuurt. “Een van de coole aspecten van in een bedrijf als Novartis te zitten, is dat die technologiebedrijven alleen maar met snel bewegende innoverende bedrijven willen werken. Dat is ook de reden waarom Google naar ons kwam voor die lens”, merkt Epstein fijntjes op.
Prijzen onder druk
Ervoor zorgen dat de nieuwe medicijnen en nieuwe technologie worden goedgekeurd en terugbetaald terwijl gezondheidssystemen onder toenemende druk staan, ziet Epstein als zijn belangrijkste uitdaging. Dat de prijzen van medicijnen almaar meer onder druk komen, begrijpt Epstein trouwens goed. “De maatschappij wil van farma meer waar voor haar geld. Ze wil medicijnen die beter werken met minder nevenwerkingen en voor een aanvaardbare prijs. Zelfs als het kostenefficiënt is, kan de impact van een succesvol product op de gezondheidszorg té groot zijn omdat het mensen moet worden toegediend. We moeten dus de juiste balans vinden door ervoor te zorgen dat we de verspilling uit het systeem halen”, steekt Epstein de hand in eigen boezem.
“Er zijn helaas te veel mensen die geneesmiddelen krijgen die bij hen niet werken, wat het systeem bakken geld kost. Wij kunnen beter doen in diagnose, en beter met de terugbetalingsautoriteiten samenwerken. Ik geloof dat er dan wat druk van de ketel zal komen, druk die we zelf ook proberen te doen dalen via Sandoz, onze divisie voor goedkopere generische geneesmiddelen.” Sandoz is in die markt een wereldleider, en in ons land het nummer twee. Het is ook de pionier in zogenaamde biosimilars, de goedkope alternatieven voor biotechnologische geneesmiddelen. Die markt van biosimilars geraakt maar niet uit de startblokken. “Maar de biosimilars komen er hoe dan ook aan”, maakt Epstein zich sterk. “En dat zal het gezondheidssysteem helpen te besparen. En hopelijk komt daardoor meer geld vrij om te betalen voor nieuwe medicijnen als Cosentyx of Entresto.”
Bert Lauwers
“Er zijn helaas te veel mensen die geneesmiddelen krijgen die bij hen niet werken. Dat kost het gezondheidssysteem bakken geld”
“We willen marktleider worden in de wereld van diagnostische geneesmiddelen en apparaten om te monitoren”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier