“Het doet nog geen pijn genoeg “

Lieven Desmet Lieven Desmet is redacteur bij Trends.

“Ik besef dat ik het als grootste werkgever uit West-Vlaanderen maatschappelijk verplicht ben om uitleg te geven over mijn drijfveren.” En daarom doorbreekt Filip Balcaen, normaal de discretie zelve, even de stilte. Over de verkoop van Balta, de op til zijnde delokalisatie en het heersende provincialisme.

De verkoop afgelopen zomer van de vloerbekledingsgroep Balta Industries aan het Britse fonds Doughty Hanson voor ruim 600 miljoen euro (5,7 keer de Ebitda of operationele cashflow) zorgde voor een heuse schokgolf in het gesloten wereldje van de West-Vlaamse textiliens. “Jawel, ik ken verscheidene families die een oplossing zoeken,” liet gedelegeerd bestuurder Filip Balcaen (44) toen even horen. “Maar laten we eerlijk zijn,” voegt hij er vandaag aan toe. “Veel bedrijven zijn er eigenlijk nu nog niet klaar voor.”

Bruin getaand, net terug van Porto Cervo in Sardinië waar hij met z’n zeilteam van achttien man – “een sportieve hobby, zolang hij maar betaalbaar blijft” – brons behaalde tijdens de Rolex Swan Cup, stapt de gewezen Balta-topman de ruime tapijtenshowroom binnen. ” Waarom?,” is de existentiële vraag die bij veel waarnemers op de lippen bleef branden. “Een terechte vraag,” repliceert hij. “Ook ik bleef er lang mee worstelen.”

“Als bedrijfsleider-eigenaar had ik twee tegengestelde belangen te verdedigen,” zo luidt de diagnose. “De controle van Balta lag bij een Luxemburgse holding, die in handen is van de familie Balcaen. Ik heb twee zussen die nooit actief zijn geweest in het bedrijf. In 1990 nam ik van mijn vader Paul, die nu in Zwitserland woont, de leiding over en het bedrijf groeide van 125 tot meer dan 600 miljoen euro omzet. Ik ben ook vader van drie kinderen. De jongste vijf jaar keerden we onszelf bijna geen dividend uit. Integendeel, we stopten jaar na jaar 40 tot 50 miljoen euro in productverbreding en innovatie. Al mijn eieren lagen in één mand. Ik vond dat het tijd was om ons familiepatrimonium te diversifiëren.”

Balcaen, die erom bekend staat zijn pionnen weloverwogen en uiterst discreet over de schaakmat te schuiven, heeft nog steeds zo’n 20 % van de Balta-aandelen in handen – de Britten controleren 70 % en het management 10 %. De vinyldivisie IVC uit Avelgem bleef buiten schot. Balcaen: “Ik blijf een entrepreneur in hart en nieren. Het woord ‘vrijheid’ staat in mijn vaandel geschreven. Het ligt niet in mijn aard om stil te zitten of te rapporteren aan een raad van bestuur. IVC is de nummer twee in Europa, na Tarkett. We zullen dit jaar zo’n 125 miljoen euro halen… ( glimlacht), dezelfde omzet zoals toen ik met Balta begon. Ik wil dit bedrijf verder uitbouwen.”

FILIP BALCAEN (IVC/EX-BALTA INDUSTRIES). “Ik was er toen nog niet klaar voor. Wat vandaag wél het geval is. En nu zijn de beursomstandigheden niet ideaal. Het is wel de bedoeling dat Doughty Hanson de Balta-groep verder uitbouwt, acquisities doet in en buiten West-Europa en het geheel op termijn naar de beurs brengt.”

U bent al langer dan vandaag pleitbezorger van een concentratie of consolidatie met andere West-Vlaamse industriële groepen. Waarom is die ambitie nooit gelukt?

BALCAEN. “Daar heb ik inderdaad aan gedacht. Maar voor een tango moet je met twee zijn. Met alle belangrijke spelers in de sector heb ik contacten gehad, om eens te polsen wat zij daarover denken en hoe zij zo’n proces zouden zien. Maar ik kwam al snel tot de vaststelling dat eigenlijk niemand daar rijp voor was. Een totaalaanbieder die in diverse marktsegmenten actief is, staat nochtans zoveel sterker. Vergeet niet dat dit een zeer kapitaalintensieve sector is.”

Het beursgenoteerde Associated Weavers International lijkt een gedroomde partner van Balta.

BALCAEN. “Associated Weavers is inderdaad een bedrijf waarover kan worden gesproken. De kans bestaat dat zo’n marktspeler door het consolidatieproces in de markt zal worden overgenomen door leidende bedrijven. Vroeg of laat lijkt me dat een logische evolutie.”

De groep Beaulieu roeit dan weer tegen de stroom van de consolidatie in, met haar opsplitsing in afzonderlijke entiteiten.

BALCAEN. “Die opsplitsing is gebeurd om de groep te verdelen over de verschillende familieleden. Toch denk ik dat ook Beaulieu vroeg of laat op die stappen zal terugkomen. Uiteindelijk zullen ze ook daar inzien dat een totaalaanbieder meer toekomstperspectieven biedt. Alleen denk ik dat dit nu niet de wens is van vader De Clerck, die tot op vandaag nog steeds zeer zwaar doorweegt op de beslissingsstructuren binnen dit bedrijf.”

Zijn de Vlaamse textiliens te provincialistisch? Heerst er een hokjesmentaliteit?

BALCAEN. ( koel) “Misschien doet het nog geen pijn genoeg. Ik denk dat de realiteit nochtans stilaan duidelijk begint te worden. De resultaten van de textielsector verbeteren er niet op. Fundamenteel is er een overaanbod en móét er een consolidatie komen. Maar ik stel samen met u vast dat Vlaanderen veel familiebedrijven telt en dat de ego’s van bepaalde aandeelhouders nog steeds zwaar doorwegen. Ik vrees dat dit nog een poosje zal duren.”

Schrok u toen de gesprekken met Doughty Hanson in maart van dit jaar voortijdig uitlekten in de pers?

BALCAEN. “Ik ben enorm ontgoocheld in de discretie en geheimhouding van de Belgische haute finance. Ik heb door dit proces kunnen ervaren dat er nogal duchtig op los wordt geroddeld. Zoiets heb je niet onder controle. Toch heeft dit geen invloed gehad op het onderhandelingsproces.”

Hoe is het eigenlijk als industrieel uit Sint-Baafs-Vijve om te onderhandelen met een kransje door de wol geverfde en gehaaide private equity-investeerders uit de City?

BALCAEN. ( glimlacht) “Ik geniet daar intens van. Ik negotieer graag. En vooral met een partij als Doughty Hanson rond de tafel gaan zitten vond ik een ware uitdaging.”

Was Doughty Hanson de enige bieder?

BALCAEN. “We hebben uiteindelijk vijf biedingen geselecteerd, van hoofdzakelijk Angelsaksische fondsen. In de finale ronde waren er nog twee fondsen over. Ik wist op voorhand heel goed wat ik wilde, ik móést ook niet mordicus verkopen. Elk van de geïnteresseerde fondsen wou ook IVC in de deal opnemen, maar dat weigerde ik pertinent, wat voor sommigen een breekpunt bleek.”

Is Balta geen sprekend voorbeeld van wat Gimv-topman Herman Daems ooit omschreef als de ‘paradox van het kapitalisme’: een intrinsiek sterke onderneming die er niet in slaagt op eigen kracht door te groeien tot een heuse multinational?

BALCAEN. ( verontwaardigd) “We hebben een activiteit in Turkije, we hebben er één in Frankrijk. Ik denk dat we wél dat potentieel hebben en dat Balta op termijn zou zijn uitgegroeid tot een multinational. De realiteit is dat fondsen als Doughty Hanson alleen geïnteresseerd zijn in de meerderheid van een bedrijf. En dat is nu net de essentie van mijn verhaal: ik wou mijn eieren niet in die ene mand laten.”

Denkt u dat de overname van Balta inspirerend zal werken voor andere familiebedrijven?

BALCAEN. “Natuurlijk zijn er nu familiegroepen die daarover nadenken. Maar het zal niet gemakkelijk zijn. Ik heb het grootste respect voor West-Vlaanderen, maar je moet er toch wel klaar voor zijn. Die fondsen eisen een zeer nauwgezette rapportering. Het sociale beleid, het milieubeleid, het fiscale luik, het moet allemaal sinds jaar en dag pico bello in orde zijn. Vooreerst zoeken ze een goed management, waarop je kunt rekenen. En dat is vandaag bij veel familiebedrijven een heus pijnpunt. Ik denk dat de meeste West-Vlaamse ondernemers voor een degelijke overnameprijs gewonnen zouden zijn om de controle op te geven. Maar het merendeel is nog onvoldoende doordrongen van het feit dat die fondsen eisen dat men eerst orde op zaken stelt op fiscaal gebied of op managementvlak. Een familiebedrijf dat blijft groeien, moet op een gegeven moment naar een hogere versnelling schakelen op het gebied van managementstijl en strategie. En veel familiebedrijven zijn daar vandaag niet toe in staat. Een buy-out is voor hen nog te hoog gegrepen.”

Tijdens een recent seminarie in Londen zei de Benelux-medewerker van het Britse buy-outfonds Candover dat de inefficiëntie, de wirwar aan bevoegdheden en het gebrek aan visie en ondersteuning van de Belgische overheid het bedrijfsleven hier de das om doen. Akkoord?

BALCAEN. Jein, zeggen ze in het Duits. ( stilte) Het is juist dat het ondernemersklimaat vanuit regeringszijde onvoldoende wordt ondersteund. De kost van arbeid is hier veel te hoog, en het is tergend om te zien hoe de regering draalt om de financiering van de sociale zekerheid te herzien. Ik dacht ook dat ik een vrij goede relatie met de vakbond had. Maar toen er vorig jaar een algemene staking in de Belgische textielsector uitbrak, stonden alle Brusselse kopstukken van de vakbond hier aan mijn voordeur. Misschien was ik te naïef. Niet minder dan 3400 personeelsleden staan op de loonlijst van Balta; ik was de grootste werkgever in deze streek en heb de voorbije jaren meer dan honderden jobs gecreëerd. Maar die ochtend was ik diep ontgoocheld en ontmoedigd. Ik hoop echt dat de vakbonden beseffen dat het niet hun roeping is om een verdere verhoging van de levensstandaard te bepleiten. Het gaat nu eerst en vooral om het behoud van jobs.

“Tegelijk blijf ik ervan overtuigd dat de productiviteit in Vlaanderen tot één van de hoogste in de wereld behoort. Als ondernemer blijf ik enthousiast over de mogelijkheden van dit land, maar dan liefst in minder arbeidsintensieve industrieën.”

Het beslissingscentrum van Balta verhuist naar Londen. Logische vraag: dreigt er geen delokalisering van arbeid?

BALCAEN. “Voor de laminaatdivisie zie ik geen problemen, omdat de loonkosten in het productieproces niet echt van doorslaggevend belang zijn. Kamerbreed tapijt zit er ergens tussenin, maar ook daar zie ik niet echt een fundamenteel probleem. Voor afgepast tapijt ben ik er echter wel van overtuigd dat een delokalisatie noodzakelijk zal zijn.”

Over hoeveel werknemers bij Balta spreken we dan?

BALCAEN. “Ik durf me daar niet meteen over uit te spreken, maar ik denk dat het er ongeveer driehonderd van de duizend zullen zijn.”

Als meerderheidsaandeelhouder had u zo’n beslissing nog kunnen beïnvloeden. Nu is dat niet langer het geval.

BALCAEN. “Die delokalisering is mijn voorstel. De plannen liggen al klaar in de lade van vóór de periode dat ik met Doughty Hanson de onderhandelingen aanvatte. Ik weet zelfs de nieuwe sites liggen. Geloof me, ik zou niks liever willen dan met het hele productieproces in België te blijven. Maar als je de oprukkende concurrentie ziet, dan heb je twee keuzes: sterven in schoonheid of delokaliseren.

“Ik heb zeven jaar geleden hetzelfde gedaan door onze spinnerij te verhuizen naar Turkije. Als je met een loonhandicap van 10 % tot zelfs 20 % zit, dan kun je niet anders, alle grote theorieën ten spijt. Een ondernemer moet realist blijven en trachten competitief te blijven. De textielproductie van Balta zal voor een gedeelte verschuiven naar de lagelonenlanden, maar het kenniscentrum, de creatie, de productontwikkeling en het logistieke gedeelte, dat blijft allemaal hier.”

Op welke termijn denkt u aan een dergelijke verhuis?

BALCAEN. “Het is aan Doughty Hanson om daarover te beslissen, maar we hebben het wel degelijk over de middellange termijn. Ik wil de mensen hier niet ongerust maken. Belangrijk om te vermelden is dat we zo’n piste eerder zien als een verdere groeimogelijkheid. We hebben het hier niet over de sluiting van fabrieken, maar over een gedeeltelijke verhuis. Ik ben er zelfs van overtuigd dat, als Balta dit goed aanpakt, we de tewerkstelling hier kunnen handhaven. Dit is althans de ambitie: aangezien het bedrijf tezelfdertijd groeit in de andere afdelingen, zouden er op groepsniveau geen banen verloren gaan. Je hoeft je echter geen illusies te maken, de échte groei in tewerkstelling zal eerder in het buitenland gebeuren.”

Doughty Hanson onderhandelt nu met de groep Vanden Avenne, waarmee Balta een joint venture heeft afgesloten in laminaat. Het wil de volledige controle. Zal dit lukken?

BALCAEN. “Het was een bijkomende uitdaging om te zorgen dat dit de hoofdtransactie niet zou gaan beïnvloeden. Maar ik heb daar op vandaag niets over te zeggen. Ik denk dat alles kan, het is in ieder geval onze bedoeling om bovenop de 50 % die Balta heeft in de joint venture, de resterende aandelen te verwerven.”

Een investeringsfonds zoals Doughty Hanson, dat aan schuldfinanciering doet, kan de cashflow van de joint venture goed gebruiken. Zit Vanden Avenne in de comfortabele stoel?

BALCAEN. “Goh, ik weet dat nog zo niet. Ik kan daar niet veel over zeggen, maar ik denk dat er nogal wat verdeeldheid heerst onder de aandeelhouders van de groep Vanden Avenne. Hun zetel zou wel eens harder kunnen zijn dan op het eerste gezicht lijkt.”

Speelt uw vader nog een rol?

BALCAEN. “Mijn vader, die de Balta-groep in 1964 opstartte, is al een hele tijd wel nog betrokken, maar niet meer actief in het bedrijf. Er kan maar één kapitein zijn op het schip. Ik heb het enorm gewaardeerd dat hij mij het vertrouwen gaf om de zaak over te nemen. En hij is daarin sindsdien ook zeer consequent geweest: al keek hij natuurlijk wel mee over mijn schouder, het beleid lag volledig in mijn handen. Pas vanaf die dag is het echt goed beginnen gaan: ( lacht) we zijn een tijdje samen actief geweest en dat liep niet goed. Ik ben pas echt goed beginnen functioneren toen Balta mijn verantwoordelijkheid werd. Maar mijn vader blijft mijn grootste adviseur.”

Stel dat het niet gelukt was met Doughty Hanson, waar lag dan de toekomst van Balta?

BALCAEN. “Die zou niet zo verschillend zijn geweest als nu. Wij zouden als familie allicht een stukje conservatiever gebleven zijn in onze verdere stappen. Nu komen er andere soorten acquisities in het vizier. Nu zullen we nog sneller van Balta een marktleider kunnen maken.” Piet Depuydt

Lieven Desmet – Piet Depuydt

“Ik ben ervan overtuigd dat een gedeeltelijke delokalisatie bij Balta noodzakelijk zal zijn. Dat zal een impact hebben op meer dan duizend werknemers.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content