HET DIKKERDJE MOET OP DIEET
Acht jaar lang heeft Trends de oren van de Paarse kop gezaagd om de overheidsuitgaven onder controle te houden. Acht jaar zonder succes. De omvang van het Belgische staatsapparaat nam steeds ongezondere proporties aan. De aanhoudende hoge fiscale druk, de budgettaire kunstgrepen, een begroting 2007 die zwaar water maakt: het zijn symptomen die wijzen op kortademigheid en het dichtslibben van de aders van de overheidsfinanciën. De paarse begrotingen hielden zich enkel recht dankzij de doping van dalende interestlasten, maar een blik op de echte gezondheidsindex (het begrotingssaldo voor daling van interestlasten en conjunctuurinvloeden) deed elke begrotingsdokter met het waarschuwende vingertje zwaaien.
Maar andere bazen, andere wetten, en dus een hernieuwd pleidooi voor uitgavenbeheersing. Het is de enige manier om de overheidsfinanciën schokbestendig te maken tegen de vergrijzing, en het is de enige manier om een merkbare en duurzame verlaging van de fiscale druk te financieren. Het succes van Leterme I zal worden afgemeten aan de sanering van de overheidsuitgaven.
Wim Moesen en Kristof De Witte (KU Leuven) zetten de westerse landen op de weegschaal en berekenden hun optimale gewicht, wat voor elk land verschillend is. Opvallend bijvoorbeeld is dat hoe kleiner de gezinsgrootte, hoe groter de behoefte aan een sociaal vangnet en dus hoe groter het staatsapparaat. België kent een relatief kleine gezinsgrootte en de overheid mag dus wat kilootjes extra torsen, maar toch weegt de Belgische overheid 3 % à 4 % van het bpp te veel.
Om dit overtollige vet weg te werken, schrijven Moesen en De Witte een dieet voor waarbij de uitgaven maximaal met nominaal 2,5 % per jaar mogen stijgen. Deze uitgavennorm is veel slimmer dan het misleidende begrotingssaldo. Een uitgavennorm zorgt voor meer begrotingsdiscipline, want de regering kan rentemeevallers niet meer opsouperen. En dure eenmalige maatregelen om de begroting ogenschijnlijk te redden worden zinloos.
De uitgaven beheersen is natuurlijk een stuk moeilijker dan gebouwen verkopen. Geen enkele partij heeft van een spaarzaam beleid een verkiezingspunt gemaakt, laat staan een breekpunt om in een regering te stappen. Dat komt ook omdat de federale regering in grote mate een doorgeefluik geworden is van fiscale ontvangsten naar de deelstaten. Deze constructiefout in de Belgische staatsstructuur zet aan tot gewestelijke vraatzucht. Voor de rest beheert de federale regering in hoofdzaak departementen waar onderinvesteringen en mismanagement de voorbije jaren troef waren, denk aan Justitie en Financiën. Blijft over, de Sociale Zekerheid, maar de vergrijzing laat zich niet knellen in keurslijf van 2,5 %, zelfs al maakt de werkgelegenheid een forse sprong hoger.
Maar een uitgavennorm van 2,5 % is haalbaar, omdat die de overheid niet op droog zaad zet. Bij een inflatie van 2 % schiet er nog een hoekje extra beleidsruimte over, ter waarde van ongeveer een vierde van de gemiddelde economische groei. Maar als Leterme meer beleidsruimte wil, zal hij die zelf moeten creëren. De politiek is thuisgekomen.
Lees ook blz.3: Arrogante verliezers.
WWW.TRENDS.BE
‘Welke benchmark voor de uitgavenquote van de overheid in België?’,
Wim Moesen, Kristof De Witte, KU Leuven.
Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier