Geert Noels
Het decennium van de schildpad
De economische groei in het Westen en dus ook in België lijkt almaar meer af te botten. De groeiritmes van het verleden worden niet meer gehaald. Dat hoeft nog niet te verontrusten, maar zorgelijk is wel dat de toekomstige groei te hoog wordt ingeschat.
Vissers overschatten de grootte van hun vangst, beleggers doen hetzelfde met hun beurswinsten en dus is het niet verwonderlijk dat we ook de economische groei altijd te hoog inschatten. In het afgelopen decennium bedroeg de gemiddelde jaarlijkse reële groei van onze economie (bbp) in ons land zo’n 1,4 procent. Dat is ver verwijderd van de groeicijfers over een periode van tien jaar die we haalden in de jaren zestig, zeventig of tachtig van de vorige eeuw. Algemeen wordt gedacht dat we op lange termijn groeien met een snelheid van 2 procent. Maar zelfs die groeivoet is over een periode van tien jaar niet meer gehaald in ons land.
Die 1,4 procent is dan nog een overschatting van de echte prestatie. De Belgische bevolking groeide fors in het afgelopen decennium, en dat krikt normaal de groei stevig op. De groei per capita was volgens de berekening van het IMF minder dan 1 procent per jaar over dezelfde periode. En er is nog meer. Zonder een forse groei van de overheidsuitgaven zouden we nooit zover zijn geraakt. We voerden een keynesiaanse politiek in de periode 2000-2010, die zich vertaalde in een groei van bijna 2 procent van de overheidsconsumptie. We creëerden voor een groot deel dus onze eigen groei, door ons riante primaire surplus (het overschot voor rentelasten van meer dan 6 procent van het bbp dat we hadden in 2000) volledig op te eten in tien jaar tijd, en zelfs om te buigen in een tekort van 1,4 procent van het bbp. Met andere woorden: zonder die groei van de bevolking, en zonder een fors keynesians beleid, zou het afgelopen decennium al een kruiptocht geweest zijn vergeleken met groeivoeten van het verleden.
Natuurlijk was niet alleen de Belgische groei gedopeerd, ook in andere landen werd de economie gestimuleerd door extra impulsen. In de Verenigde Staten was het niet de overheid, maar de privésector die op krediet de groei dopeerde. In Zuid-Europa stimuleerde een kunstmatig lage rente van de ECB een bubbel in de huizenmarkt, en in de consumptiekredieten.
De groei in het afgelopen decennium in de westerse wereld was dus niet alleen trager dan voordien, hij werd ook kunstmatig opgeblazen. Dat leidt tot twee problemen. Ten eerste zal het afkicken van de groeidoping in de vorm van publieke of private schulden, de toekomstige groei beknotten. Ten tweede zijn onze planners blind voor de kunstmatig opgefokte cijfers uit het verleden, en nemen ze die te veel als leidraad voor de toekomst. Daardoor schatten ze de vergrijzing verkeerd in. Ze rekenen op een te hoge groei in de toekomst om die lasten betaalbaar te houden. Daarbij moet nog vermeld worden dat vergrijzing de economische groei bijkomend doet vertragen. We staan dus voor een nieuw decennium van trage economische groei, een decennium van de schildpad, die op zijn rug geen schild, maar een torenhoge vergrijzings- en schuldenlast moet torsen. Doping zal de schildpad niet helpen, wel maatregelen om meer mensen te doen werken, en zo de lasten op zijn rug te verminderen.
Geert Noels
Reacties zijn welkom op trends@econopolis.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier