Het bos vermindert de CO2-uitstoot
Bossen bevinden zich op het kruispunt van zowat alle assen van duurzame ontwikkeling: ecologisch, economisch en sociaal. Meteen drie goede redenen waarom 2011 is uitgeroepen hebben tot het ‘internationale jaar van de bossen’.
Volgens het jongste rapport dat de Food and Agriculture Organisation van de VN aan de bossen gewijd heeft, is iets meer dan 4 miljard hectare aardoppervlak met bomen bedekt. Dat is ongeveer een derde van het oppervlak boven de zeespiegel. In de afgelopen dertig jaar is 400 miljoen hectare bossen verloren gegaan aan ontbossing en dat is dan weer gelijk aan de oppervlakte van de Europese Unie. Het tempo van de ontbossing is weliswaar afgenomen en dankzij de herbebossing in sommige gebieden bedraagt het nettoverlies nog maar 5,2 miljoen hectare per jaar. De FAO vindt de toestand nog altijd alarmerend.
Het bos heeft een ecologische rol, niet alleen omdat het koolstof opslaat, maar ook omdat het bos het grootste deel van de biodiversiteit herbergt, de bodem beschermt en de waterhuishouding en het klimaat reguleert. Maar de economische en sociale rol is even groot: volgens de FAO zijn 1,6 miljard mensen er voor hun levensonderhoud afhankelijk van.
Bosbeheer schuift intussen steeds nadrukkelijker naar voren als een strategische factor in de strijd tegen de klimaatverandering. Geschat wordt dat de uitstoot van broeikasgassen die in verband kan worden gebracht met de ontbossing groter is dan diegene die veroorzaakt wordt door het transport. Mochten we erin slagen om de herbebossing van de planeet in gang te zetten, dan zouden enorme hoeveelheden CO2 kunnen worden opgevangen zonder dat het duurzaam uitbatingsmodel van de bossen in het gedrang komt.
Ook in België zijn bossen belangrijk: ze strekken er zich uit over bijna 700.000 ha of 23 procent van het grondgebied en driekwart daarvan bevindt zich in Wallonië. Het Belgische bos verliest terrein: 20 tot 25 procent in de loop van de voorbije 150 jaar. Tegenwoordig heeft dat zich gestabiliseerd en is er geen plaats meer voor herbebossing.
“Voor ons komt het er vooral op aan om de kwaliteit van het bos te verbeteren”, zegt Michel Terlinden, directeur van de Koninklijke Belgische Bosbouwmaatschappij (KBBM). De principes van duurzame ontwikkeling vinden dan ook steeds meer ingang in het bosbeheer: mengeling van soorten, behoud van merkwaardige bomen, beperking van kaalslag, enzovoort.
Natura 2000 en de nieuwe Waalse boscode dragen er toe bij dat de nadruk op duurzaam beheer komt te liggen. “De visie van de houtvesters is veranderd”, zegt Terlinden. “Tegenwoordig wordt een deel van de dode bomen bewaard ten gunste van de insecten, de vogels en de zwammen. We trachten de bosbeheerders ook bij te brengen dat ze al te dichte opstand moeten vermijden om de vegetatie in het onderhout te bevorderen.”
“We komen van een economisch bos en we bereiken stilaan een evenwicht. Maar we mogen niet vergeten dat er zonder dat economische aspect geen middelen zijn om het bos te managen. Eigenaars krijgen nu geld voor de verkoop van hout en een beetje voor jachtrechten. De andere diensten – het onderhoud van het landschap, wandelpaden, zuiver water, opslaan van CO2 – worden niet vergoed. Het lijkt me interessant om die diensten een vorm van erkenning te geven.”
EMMANUEL ROBERT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier