Het blijft in de familie. Of niet
In het Vlaamse economische weefsel nemen familiebedrijven een centrale plaats in. Er zijn al hele bibliotheken over volgeschreven, met vaak een academische benadering van hun specificiteit en – uiteraard – het opvolgingsprobleem als de rode draad. Externe managers op belangrijke posities in familiebedrijven maken de jongste jaren hun opmars. Die nieuwe CEO’s, gekozen om hun verdiensten, en niet op basis van hun familienaam, deden langzaam maar zeker hun intrede. Dat zorgde voor minder emotionaliteit in de bedrijfsvoering en voor meer rede en rationaliteit. Het bracht een noodzakelijke professionalisering teweeg. Dat proces is nog steeds aan de gang. Een van die ‘huurlingen’ is Herman Paridaens. Hij kan terugblikken op een succesvolle carrière in verscheidene familiebe- drijven. Zo werkte hij onder meer bij de voedingsgroep Vandemoortele, de schuimrubberproducent Recticel en bij de textielbedrijven Santens en Balta.
Op een pretentieloze, niet-wetenschappelijke manier wil Paridaens in zijn boek It’s all in the family zijn ervaringen delen. Paridaens gunt de lezer een blik achter de schermen van het familiebedrijf. Het boek heeft als voornaamste verdienste dat het de lezer inzichten verschaft in de verscheidene bedrijfsculturen waar Paridaens werkte. Het boek en de auteur willen geen oordeel vellen. Ook niet over bedrijven die verkocht worden aan een private-equityfonds. Zoals Balta, dat tijdens de actieve periode van Paridaens in handen kwam van het Britse fonds Doughty Hanson. De Britten kondigden bij hun aantreden aan dat ze via Balta de (noodzakelijke) consolidatiedans in de West-Europese textielsector zouden leiden. Doughty Hanson verslikte zich in het typisch cyclische karakter van de sector. Hij stelde vast dat eigenaar Filiep Balcaen en zijn rechterhand Herman Paridaens het bedrijf al op een uiterst performante manier hadden gekneed. De alom gerespecteerde manager Paridaens betaalde de prijs voor de conjunctuurgedreven cycli. Hij werd vervangen door de onbekende Marcus Billman. Inmiddels heeft Doughty Hanson geprobeerd om Balta weer van de hand te doen, maar tot nader order zit dat dossier in de koelkast.
Het siert de gentlemaneske Paridaens dat hij niet natrapt en zijn gram niet probeert te halen via dit boek. Maar het mocht wat minder diplomatisch. Nu blijft de doorsneelezer wat verstoken van de beloofde blik in de interne keuken. Vooral de kenner van de sector leest tussen de regels wat Paridaens bedoelt. Daarentegen, het overzicht van de verschillende managementstijlen in de diverse familiebedrijven geeft een staalkaart en ook een zeker tijdsbeeld weer. Paridaens leerde de stiel op de werkvloer. Hij stelde vast dat boekenwijsheid soms in de weg zat van het ondernemerschap. “Als jonge gast beleef je aan die speciale trekjes van je baas meestal plezier. Maar je beseft op dat ogenblik onvoldoende dat zijn houding ook nefast kan zijn voor de toekomst van het bedrijf.” Dergelijke analyses strooit Paridaens over diverse bladzijden. Heel af en toe permitteert de doorgaans zalvende manager een kritische noot. “Hoe succesvoller en hoe groter een familiebedrijf wordt, hoe moeilijker om de familiale structuren aan te houden. Veel Vlaamse bedrijfsleiders zien dat helaas niet of te laat in. Noem het gerust een Vlaamse ziekte.” (T)
HERMAN PARIDAENS, IT’S ALL IN THE FAMILY. FAMILIEBEDRIJVEN ZIJN BELANGRIJK, ROULARTA BOOKS, 2008, 160 BLZ, 19,91 EURO
Lieven Desmet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier