Hermes is in de mode

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

De spectaculaire groei van het data- en Internet-verkeer wordt op het terrein gevolgd door een even spectaculaire aanbouw van transmissiecapaciteit. België staat aan de spits.

“Moeten we geen andere naam kiezen?” vraagt communicatiedirecteur David Scott zich af in hetriant gelegen hoofdkwartier van Hermes Europe Railtel aan de Terhulpsesteenweg in Hoeilaart. “Iets dat preciezer zegt wat we doen. Mensen denken bij Hermes aan mode.”

En dat terwijl Hermes Europe Railtel (HER) toch gewoon het grootste transnationale, onafhankelijke telecomnetwerk in Europa is, met optische verbindingen tussen nu twaalf steden (zeven meer dan concurrent WorldCom) in zes landen over een afstand van bijna 4100 kilometer: van München tot Parijs en van Zürich tot Londen. HER is daarmee één van de operatoren die bezig zijn onvoorstelbare hoeveelheden telecomcapaciteit in Europa te creëren en op de markt te gooien (zie kader). Iets wat de bedrijfswereld alleen maar ten goede kan komen.

Totnogtoe was er alleen in de VS sprake van netwerken die 100 miljard bits per seconde konden versturen – het equivalent van 125 encyclopedieën per seconde. In Europa leek de vraag te beperkt om dit soort optische technologie al gauw te introduceren. Maar HER kondigde in april aan nog dit jaar wavelength division multiplexers (WDM) van Ciena/Tellabs in gebruik te zullen nemen, die de capaciteit van zijn optische vezelparen van 2,5 gigabit per seconde tot 100 gigabit per seconde kon opvoeren. David Scott: “Het betekent effectief dat je op één vezelpaar niet één maar veertig netwerken van 2,5 gigabit per seconde creëert.”

Dit soort technologie, samen met het feit dat het netwerkcentrum in Hoeilaart met een bezetting van amper drie-vier mensen het hele netwerk kan beheren, moet de kosten van HER laaghouden. HER least volgens managing director Jan Loeber ongeveer 70% van zijn vezelparen als dark fiber (glasvezel zonder elektronica eraan) van uitbaters van spoor-, water- of snelwegen, olie- en gaspijpeigenaars, elektriciteitsmaatschappijen, en zo meer, gewoonlijk met contracten van tien tot vijftien jaar. “En als we meer nodig hebben, huren we meer,” zegt Loeber, een oudgediende van onder meer ITT en Bell Laboratories.

“Carriers’ carrier”

Hermes Europe Railtel heeft een laag profiel omdat zijn kleine veertig klanten andere telecomoperatoren zijn – Esprit, WorldCom, Global One, Colt, het Japanse KDD onder andere – of Internet backbone-leveranciers zoals Ebone of Demon. Geen bedrijven. HER is een carriers’ carrier. Het verhuurt niet-geschakelde transmissiecapaciteit aan operatoren die hun eigen netwerken sneller willen uitbouwen of meer capaciteit behoeven. De soepelheid waarmee dat kan, is verbazend in een wereld waarin dit soort netwerken tot voor kort moeizaam moest worden samengesteld uit peperdure “halve circuits” die door nationale PTT’s – elk aan hun kant van de grens – werden geleverd. Carrier1, een nieuwe langeafstandstelecomoperator van ex-werknemers van Unisource, sloot in juni een contract met HER voor een backbone-netwerk van 155 megabit/seconde tussen Londen, Parijs, Genève, Frankfurt en Amsterdam. In september eerstkomend – geen vier maand later – zal Carrier1 operationeel zijn voor diensten binnen Europa en van en naar New York. “Wij vergemakkelijken de concurrentie, wij scheppen een plek waar de nieuwe carriers terecht kunnen,” zegt Jan Loeber, die verwacht dat Europa qua prijzen “in vier jaar zal bereiken waar de VS tien-twaalf jaar over hebben gedaan”.

Maatwerk

Tarieven publiceert HER niet. Contracten zijn op maat van de klant. “We verhuren diensten in kleine hoeveelheden ( nvdr – vanaf 2 megabit per seconde) of in enorme pijpen (622 megabit of meer per seconde) en we geven kortingen aan klanten in functie van het volume,” zegt Loeber. “We kunnen eenjarige contracten afsluiten of tienjarige, maandelijks voorafbetaald of tien jaar voorafbetaald, voor een vaste bandbreedte tussen twee steden of voor een mengeling van bandbreedtes tussen vijftien steden, mét lokale toegang ( nvdr – de verbinding tussen het HER-netwerk en dat van de klant) of zonder… ”

En, zegt Loeber, “we zullen altijd aanzienlijk goedkoper zijn dan wat de PTT’s rekenen voor hun internationale privé-lijnen en als het gaat om zeer grote circuits en zeer lange contracten zelfs 60 tot 70% goedkoper.” Of HER ook goedkoper is dan andere alternatieve operatoren laat hij in het midden.

Een mooi voorbeeld van de commerciële inventiviteit in deze business is de overeenkomst van HER met het Deense Ebone, één van de ruggengraten van het Europese Internet, met een marktaandeel van 20-25% en klanten als Belgacom, Deutsche Telekom of het Zweedse Telia. Ebone kocht in juni voor omgerekend 3,66 miljard frank capaciteit van HER. Loeber: “Een eenmalige betaling, tien jaar vooruit, voor een dienst tot maximum 622 megabit/seconde tussen de steden die zij hebben gekozen ( nvdr – in mei was er sprake van een basisnetwerk van 155 mbps tussen zes steden en een perifeer netwerk van 34 mbps tussen vijf steden). Wij zullen de capaciteit verhogen naargelang zij ze nodig hebben. Ze kunnen er tien jaar over doen om die 622 megabit/seconde te vullen, of ze kunnen het in drie jaar doen. En misschien komen ze dan terug om meer.” Maar het merkwaardige aan de Ebone-deal is dat het tegelijk een overname is: Ebone betaalt met 75% van zijn aandelen, hoewel de oude aandeelhouders het recht hebben om die participatie via een kapitaalverhoging tot 54% te verwateren. “Een excellent huwelijk,” zegt Loeber. “De kosten van Ebone zullen meer dan gehalveerd worden. Daardoor kan het zijn klanten een veel betere dienst tegen veel lagere prijzen bieden. De klanten zijn in de wolken.” Zozeer zelfs dat ze de deal goedkeurden, want Ebone was in handen van 27 van zijn klanten. Ook zonder die deal maakte Ebone overigens al 89 miljoen frank winst voor belastingen op een omzet van 220 miljoen frank in het eerste kwartaal.

Knooppunt

De hoogste ambitie van Jan Loeber is om van het netwerk van HER een internationaal knooppunt te maken, waarop alle carriers zijn aangesloten, zodat ze via HER trafiek aan elkaar kunnen doorgeven. “Als een operator dan niet tevreden is over zijn partner in bijvoorbeeld Zwitserland, is het een kwestie van een ingreep op de computer hier om dat verkeer naar een andere partner te verschuiven. Het zet de hele notie van permanente, bilaterale overeenkomsten met een andere carrier in een ander land op de helling.”

Vraag naar de diensten van HER is er in elk geval. De omzet steeg van een symbolisch bedrag in 1996 (Amsterdam-Brussel in november), over 5,4 miljoen dollar in 1997 (Amsterdam-Londen-Parijs dat najaar), tot 4,7 miljoen dollar in het eerste kwartaal 1998 en 11,2 miljoen dollar in het tweede. Al moet het gezegd dat de kosten nog iets sneller stegen, tot een nettokwartaalverlies van 12,3 miljoen dollar. HER blijft na de injectie van 300 miljoen dollar vorig jaar over ruime cashreserves beschikken om zijn netwerk (290 miljoen dollar) af te werken. Milaan, Kopenhagen en Stockholm worden in het derde kwartaal aangesloten, Spanje in het vierde. Praag, Budapest en Warschau zijn voor eind ’99. En wat opvalt, de timings worden sinds vorig jaar strikt gevolgd.

Maar of HER zijn geproclameerde onafhankelijke positie kan volhouden, is een andere zaak. De hoofdaandeelhouder van HER, Global TeleSystems (GTS), op Nasdaq en Easdaq genoteerd (zie kader Soros), heeft zopas bijna 21 miljard frank opgehaald om zich ook in West-Europa als een alternatieve lokale telecomoperator te kunnen profileren. Wat in feite betekent dat GTS de klanten van zijn filiaal HER gaat beconcurreren, een delicate situatie.

Bedrijven als WorldCom, BT of Viatel bouwen intussen hun eigen supernetwerken. Of zoals Jan Loeber met een boutade stelt: “Telecommaatschappijen zijn macho’s. Als je een telecommaatschappij bent, bouw je natuurlijk je eigen netwerk. Dat zit in je genen. En als je stukken bij anderen least, dan zwijg je daarover.”

BRUNO LEIJNSE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content