Help mijn baas is een algoritme
De opmars van de kunstmatige intelligentie voedt zowel fantasieën als nachtmerries. Robots kunnen heel wat taken van de mens overnemen. Zelfs beslissingen nemen aan het hoofd van een bedrijf of een land.
“Verkies kunstmatige intelligentie tot president”, is de wat provocerende titel van een artikel in het technologietijdschrift Wired. Niet toevallig verscheen het artikel in een periode dat de Amerikaanse president Donald Trump zo omstreden is, dat het woord impeachment al enkele keren is gevallen. “Sommigen zien het als een echte vooruitgang”, schrijft journalist Joshua Davis. “Mensen nemen beslissingen gebaseerd op hun ego, hun emoties en de behoefte aan zelfverheerlijking, niet met het oog op het algemeen belang.”
Het is Davis nog niet helemaal duidelijk hoe artificiële intelligentie een receptie kan houden in het Witte Huis, maar toch kan de technologie helpen om een pure vorm van beleid te ontwikkelen. Hij verwacht zelfs dat de bevolking op een dag kan stemmen over een lijst van problemen, en dat op basis van de uitslag algoritmen worden ontwikkeld om de prioriteiten aan te pakken. De technologie kan nog geen beslissingen nemen zoals politici dat doen, maar toch zal het volgens Davis “niet lang meer duren voor kunstmatige intelligentie voldoende gesofisticeerd is om een geheel van basisovertuigingen in te voeren en in te spelen op de veranderingen in de wereld. Met andere woorden: er komt een dag dat artificiële intelligentie een beter oordeel heeft dan de politici.”
Ook Stéphane Mallard, digital evangelistvan Blu Age, is meer dan overtuigd: “Meer en meer gebruiken politici big data tijdens hun verkiezingscampagne. Ik zie niet in waarom ze geen gebruik zouden maken van kunstmatige intelligentie wanneer ze aan de macht zijn. De stap naar stemmen voor artificiële intelligentie lijkt me niet zo heel groot, ook al zullen we daar nog even op moeten wachten.”
Schaken en pokeren
Politici vervangen door een robot is slechts één van de vele mogelijkheden van kunstmatige intelligentie. Door de exponentiële ontwikkeling van de technologie is het niet langer ondenkbaar dat machines een vorm van intelligentie krijgen. Ze zouden dan zelf zaken kunnen bijleren en beslissingen nemen op basis van analyses van grote hoeveelheden data.
Een fenomenaal aantal taken die tot nu alleen de mens kon uitvoeren, kan dan worden geautomatiseerd. Wie had nog maar vijf jaar geleden geloofd dat een wagen op een dag zonder bestuurder zou rijden? De jongste jaren is daar een enorme vooruitgang geboekt door de massale inzameling van gegevens, de verbetering van de rekensnelheid, de opkomst van de cloud en gigantische investeringen van de internetreuzen. Artificiële intelligentie zal wellicht uitgroeien tot een van de belangrijkste sectoren van deze eeuw.
Machines kunnen de mens al verslaan bij het schaken, Jeopardy, Go en poker. Het gespecialiseerde bedrijf DeepMind, dat in 2014 door Google is overgenomen voor 600 miljoen dollar, heeft onlangs de suprematie van zijn machine bevestigd met een nieuwe overwinning tegen ‘s werelds hoogst genoteerde Go-speler, Ke Jie. Kunstmatige intelligentie begrijpt ook steeds beter de menselijke spraak. Zo publiceerde Microsoft in oktober de resultaten van een onderzoek naar spraakherkenning: het heeft een algoritme ontwikkeld dat een gesprek in het Engels even goed kan transcriberen als een mens, met een foutenmarge van minder dan 6 procent.
Facebook kondigde begin mei aan dat het een oplossing heeft gevonden om een vertaling negen keer sneller uit te voeren, zonder kwaliteit in te boeten. De supercomputer Watson van IBM heeft de onderzoekslaboratoria verlaten en wordt al ingezet in verscheidene Amerikaanse ziekenhuizen. Door symptomen en medische dossiers van patiënten te toetsen aan de enorme hoeveelheden literatuur die hij in zijn geheugen heeft opgeslagen, kan hij diagnoses stellen. Met een hoge efficiëntie: in 2013 stelde de verzekeraar Wellpoint (nu Anthem) vast dat de diagnoses van Watson voor 90 procent betrouwbaar waren, tegenover 50 procent voor menselijke artsen.
CEO van het jaar
De mens staat machteloos tegenover de wildgroei aan data, terwijl de kracht van kunstmatige intelligentie er precies in bestaat dat ze in fracties van seconden miljarden gegevens kan analyseren. Jack Ma, de oprichter van de Chinese internetreus Alibaba, beweert dat “de CEO van het jaar op de cover van Time Magazine binnen dertig jaar een robot kan zijn”. Die uitspraak doet sceptici glimlachen, maar sommigen nemen het heel serieus. Stéphane Mallard maakt zich sterk dat “bedrijven in de toekomst worden geleid door kunstmatige intelligentie. Daar kan geen enkele twijfel over bestaan, aangezien artificiële intelligentie strategische beslissingen kan nemen zonder de minste vooringenomenheid, op basis van de gegevens die ter beschikking zijn. Daar is absoluut geen menselijke tussenkomst voor nodig.”
Het Amerikaanse hedgefonds BridgeWater Associates maakt daar al sinds 2015 werk van. Het rekruteerde het voormalige afdelingshoofd dat bij IBM de supercomputer Watson ontwikkelde, om het dagelijks bestuur van BridgeWater te automatiseren, inclusief het nemen van strategische beslissingen en het aanwerven en ontslaan van mensen. CEO Ray Dalio vindt dat zijn bedrijf ook moet blijven draaien als hij er niet is. The Wall Street Journal schrijft dat de rol van de mensen die bij Bridgewater blijven werken, erin zal bestaan de criteria te bepalen op basis waarvan de machine beslissingen neemt. Ze moeten ingrijpen als iets verkeerd loopt, maar zelf beslissen doen ze niet langer.
Nieuwe collega’s
Robots kunnen ook worden ingezet om banen met een hoog profiel te vervangen. Voor Stéphane Mallard is dat geen verrassing. “Kunstmatige intelligentie kan alle functies van de hersenen overnemen. Je mag er dus niet zomaar van uitgaan dat de eenvoudigste taken het eerst geautomatiseerd worden. Functies met de meeste waarde die het best vergoed worden, krijgen dus prioriteit. Het is interessanter iemand die 2000 euro per dag kost te vervangen dan iemand die slechts 100 euro betaald krijgt.”
Voorlopig is het nog veeleer uitzonderlijk dat intelligente algoritmen de plaats van bedrijfsleiders en hooggeplaatste managers innemen. Maar in de onderste lagen van organisaties beginnen intelligente machines wel stilaan hun weg te vinden. In Frankrijk bijvoorbeeld is Crédit Mutuel-CIC een samenwerking met IBM aangegaan. Watson helpt de klantenadviseurs e-mails van klanten te beheren. Hij analyseert de e-mails die binnenkomen, bepaalt de prioriteit ervan en stelt gepersonaliseerde antwoorden voor. Na de tests, die sinds midden 2016 bezig zijn, kan Crédit Mutuel die technologie bij zijn 20.000 klantverantwoordelijken invoeren. De vakbonden lijken ongerust over die evolutie, die een bedreiging kan vormen voor de werkgelegenheid. De voorzitter van de bank relativeerde dat in Le Monde. “Watson is een assistent die tijd vrij moet maken voor de adviseurs en hun werk moet vereenvoudigen. In zekere zin is hij een nuttige en gemotiveerde stagiair, die wordt ingezet voor repetitieve taken.”
Sinds de Japanse levensverzekeraar Fukoku Mutual Insurance wel heeft toegegeven dat hij 34 van de 131 medewerkers van zijn afdeling claimafhandeling heeft ontslagen en vervangen door Watson, wijzen alle bedrijven en talrijke consultants op de complementariteit tussen artificiële intelligentie en hun menselijke werknemers. “Onzin”, windt Stéphane Mallard zich op. “Bedrijven en grote groepen die kunstmatige intelligentie gebruiken, spreken geruststellende taal. Ze willen de mensen niet bang maken. Maar na het stadium van de complementariteit wordt vervanging de norm.”
Niet iedereen is het daarmee eens, maar niemand twijfelt eraan dat alle bedrijven op korte termijn rekening moeten houden met de nieuwe technologie en dat ze kunstmatige intelligentie zullen gebruiken om hun business te verbeteren of competitief te blijven. Volgens Stéphane Amarsy, de CEO van het marketingbedrijf Inbox, lijdt het geen enkele twijfel dat we in een niet zo verre toekomst allemaal zullen samenwerken met artificiële intelligentie. “We moeten die nieuwe realiteit accepteren en beginnen na te denken over hoe onze toekomst eruit zal zien met die nieuwe collega’s.”
Noodzakelijke complementariteit
Amarsy verwacht dat de directeur in de marketingbranche “een mens blijft, die een aantal beslissingen zal blijven nemen, maar dat hij zich niet meer zal bezighouden met dagelijkse bezigheden zoals het volgen van prijsschommelingen en het targeten van campagnes.” In veel beroepen zullen mensen en robots moeten samenwerken. “Mensen die complementair kunnen zijn aan robots, zullen de enigen zijn die nog een baan vinden”, stelt Laurent Alexandre, een specialist in kunstmatige intelligentie. “Als kunstmatige intelligentie plus een werknemer gelijk is aan artificiële intelligentie alleen, kun je gaan stempelen”, zei hij in een opmerkelijke tussenkomst in de Franse Senaat.
Die nieuwe samenwerking zal de functies in bedrijven totaal herdefiniëren. Niet alleen verandert de taak van de managers die de teams van mensen en robots moeten aansturen, ook de medewerkers die werken met instrumenten die veel intelligenter zijn dan zij, moeten zich aanpassen. Het ego van de mens riskeert een flinke deuk te krijgen. Volgens Stéphane Amarsy is een belangrijke attitudeverandering nodig. “De mens moet accepteren dat hij niet alles meer kan begrijpen. Laat ons samenwerken met die algoritmen en hen toevertrouwen wat we zelf niet kunnen. De uitdaging wordt te weten hoe we die instrumenten moeten inzetten. Je moet kunnen delegeren – niet langer aan collega’s, maar aan algoritmen – en daarop vertrouwen. Dat we moeten aanvaarden dat een machine betere beslissingen kan nemen, stelt onze rol in de maatschappij ter discussie en luidt een nieuw professioneel tijdperk in. We moeten ons voorbereiden op die verandering.”
Toch zal die samenwerking met artificiële intelligentie nog veel vragen opwerpen. Hoe kun je ervoor zorgen dat menselijke medewerkers vertrouwen op die algoritmen? Welke speelruimte houdt de mens nog over? Mag je het algoritme, dat zogenaamd minstens even betrouwbaar is als een mens, nog tegenspreken? Gaat een radioloog op termijn nog de moeite nemen een radiografie na te kijken? En als Watson de medische toestand van een patiënt heeft beoordeeld, een kankerdiagnose heeft gesteld en zelfs een behandeling heeft voorgesteld, wat gaat de oncoloog dan nog doen? Ook al zouden onze directeurs in de toekomst mensen blijven, het risico is groot dat we allemaal moeten gehoorzamen aan de beslissing van een machine die intelligenter of op zijn minst efficiënter is dan wij.
Christophe Charlot
“Artificiële intelligentie kan strategische beslissingen nemen zonder de minste vooringenomenheid”
“Onze grootouders hadden zich nooit kunnen indenken welke banen er vandaag allemaal bestaan, en dat zal in de toekomst niet anders zijn”
“Mensen die complementair kunnen zijn aan robots, zullen de enigen zijn die nog een baan vinden”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier