Helft Belgen zal naar Belgacom TV kijken
Topman Didier Bellens incasseerde 6 miljoen euro met de verkoop van een pakket Belgacom-aandelen. Hij vergelijkt de heisa daarover met het stilzwijgen toen hij, in 2004, een risico nam met de aankoop van 300.000 aandelen. Over de toekomst van het bedrijf is hij optimistisch. De helft van de Belgische huishoudens zal naar Belgacom TV kijken, beweert hij.
Didier Bellens is terug van een tocht door het Atlasgebergte. Op zijn 51ste is hij niet van plan die hoofdzakelijk Afrikaanse expedities te stoppen. “Ik ga dat blijven doen. Zo’n trek vormt een uitgelezen rustperiode,” verzekert de Belgacomtopman, die tijdens zijn vakanties onbereikbaar is en ook daarbuiten geen BlackBerry gebruikt.
Het getuigt van een merkwaardig ascetisme voor een man die vorig jaar zo’n 1,9 miljoen euro – goed voor 103 kg in goudwaarde – aan loon en pensioenvoordelen kreeg. En onlangs 6 miljoen euro verdiende aan de verkoop van een pakket Belgacomaandelen. Bellens’ levenshouding komt eveneens tot uiting in de inrichting van zijn kantoor, dat met zijn grijze en zwarte tinten onveranderd bleef sinds hij John Goossens opvolgde aan het hoofd van het overheidsbedrijf.
De pers kent hem als een koele, zelfs arrogante rekenaar. Het vijandige bod op Telindus deed niets om dat beeld te veranderen. Tijdens het interview – een van de zeldzame, hij verafschuwt ze – is hij, onder de Roy Lichtenstein op de 27ste verdieping van de Belgacom Towers, wel de perfecte gastheer: charmant, geduldig en zelfs bereid tot een kwinkslag. Wat niet wegneemt dat hij toegeeft veel formeler te zijn dan zijn voorganger. Bellens: “Vergeleken met John Goossens respecteer ik de organisatie en de hiërarchische weg. Ik kan met een heleboel mensen samenwerken, maar ik ga geen deal sluiten met iemand zonder daarvoor eerst langs het directiecomité te gaan. De beslissingen zijn niet het werk van één man. Dat is een kwestie van discipline en het houdt de collega’s gemotiveerd.”
Volgens het jaarverslag kreeg Bellens in 2006 102.576 opties toegekend, die hij “weigerde op grond van een akkoord met de raad van bestuur in verband met het bezit van aandelen door de directie”. Hij antwoordt dat dit niet erg slim was omdat het niet goed voor de onderneming is dat een CEO die opties weigert.
TRENDS. Waarom heeft u die nieuwe opties op aandelen geweigerd?
DIDIER BELLENS (BELGACOM). “Eind 2005 is, om een reden die me nu ontsnapt, staatssecretaris voor Overheidsbedrijven Bruno Tuybens (SP.A) me komen opzoeken om me te vertellen dat ik te veel aandelen had gekocht. Hij wou mijn contract ( nvdr – dat nog loopt tot maart 2009) herzien en liet verstaan dat een contract met een onderneming waarin de staat een vinger in de pap heeft, eigenlijk niet veel waarde had. Er is langdurig onderhandeld en Tuybens heeft aan het remuneratiecomité gevraagd om een nieuw akkoord te sluiten. Als één man heeft het comité toen besloten dat een deel van de voordelen die geboekt werden in 2004, toen ik de aandelen verwierf, zou terugvloeien naar de vennootschap.”
Opties weigeren, kan nefast zijn voor de onderneming. Zeker is dat de aankondiging dat u 180.000 aandelen had verkocht, de koers geen deugd heeft gedaan.
BELLENS. “Die is sindsdien opnieuw gestegen. U zegt dat verkopen niet goed is. Maar het feit dat ik in 2004 300.000 aandelen kocht, werd niet beschouwd als een gebaar. Er was toen geen enkele krant die schreef: ‘hij gelooft erin, hij heeft 300.000 aandelen gekocht, dat is fantastisch!’ Ik bekijk de zaken op een evenwichtige manier: ik heb 300.000 aandelen gekocht en er 180.000 opnieuw verkocht. Ik heb er dus nog altijd 120.000 ( nvdr – en nog 248.969 opties) en dat is meer dan de hele raad van bestuur samen. Dat is toch een significant cijfer.”
Volgens onze confrater L’Echo zou de directie van Belgacom zich bij de beursintroductie in 2004 hebben verzekerd van een bankfinanciering die uitgebreid had kunnen worden tot het hele personeel. Is dat juist?
BELLENS. “Bij de beursintroductie in 2004 had al het personeel de gelegenheid om aandelen met een korting te kopen, met als tegenprestatie een blokkering gedurende twee jaar. Dat is wettelijk zo geregeld. Er is inderdaad een bank geweest die voorgesteld heeft dat het personeel die aandelen zou kopen met een financiering die steunde op een ingewikkelde constructie met een verkoopoptie. Zelf heb ik van die constructie geen gebruik gemaakt. Als je aandelen koopt, geloof je erin en koop je ze, of je gelooft er niet in en koopt ze niet.”
Eigenlijk kwam het aanbod van die bank dus neer op een onmiddellijke doorverkoop van de aandelen aan die bank?
BELLENS. “Ja. Het aanbod was wettelijk en het werd aan heel wat mensen voorgesteld. Het was onze positie om dat product niet te promoten. Het was ingewikkeld en het was niet aan mij om het aan te bevelen. Bij dat soort producten is het de bankier die de winst maakt.”
U bent goed geplaatst om dat te weten.
BELLENS. “Of ik goed geplaatst ben, weet ik niet, ik heb namelijk de winst voor mezelf gehouden ( glimlach) en geen gebruikgemaakt van de diensten van de bankier. Ik heb het op een andere manier gefinancierd zonder mijn toevlucht te nemen tot dat systeem. Er zijn heel wat zaken verteld over de transactie die ik uitgevoerd heb ( nvdr – de recente verkoop van 180.000 aandelen). Ik heb bij de beursintroductie aandelen gekocht en heb daarbij een risico genomen. Als het aandeel daalde, zou ik een verlies lijden dat door niemand gedekt zou worden. Als het steeg, wat ook gebeurd is, maakte ik winst.”
Wat gaat u met uw resterende aandelen doen?
BELLENS. “Voorlopig houd ik ze bij me. Ik ben tevreden. In wezen heb ik de aandelen verkocht voor een bedrag dat de hele aankoopprijs in 2004 dekt.”
Waarom hebt u precies nu verkocht?
BELLENS. “Omdat ik ze niet eender wanneer kan verkopen. Er zijn bepaalde closed periods (voor de bekendmaking van de resultaten bijvoorbeeld). Nadat de resultaten zijn voorgesteld en na contact met investeerders en analisten is het juiste moment.”
Het aandeel stond nog nooit zo hoog.
BELLENS. “Ja, het zit inderdaad in de buurt van 36 euro. Maar het stoort me niet dat ik te vroeg verkocht heb. Te laat verkopen, is veel vervelender. Ik wens alleen maar dat het aandeel blijft stijgen. Dat is in het belang van de onderneming. En ook in mijn persoonlijk belang.”
De verkoopcijfers van Belgacom gaan achteruit en zullen ook in 2007 blijven dalen. Is dat onontkoombaar?
BELLENS. “We zien het turning point aankomen. Bij de vaste lijnen stevenen we af op een stabilisering en zullen onze inkomsten weer toenemen. ADSL belooft nog mooie groeicijfers. In België gebruikt 42 % van de bevolking breedband en we hopen dat het zal stijgen naar 80 of 90 %. Daar zal misschien wat tijd overheen gaan, maar er was ook niemand die geloofde dat mobiele telefonie ooit 90 % van de bevolking zou bereiken. Er zijn voortdurend meer redenen om breedband in huis te halen. Je hoeft niet meer naar de bank, want je kan de verrichtingen via pc doen. Je kan muziek beluisteren, naar MySpace surfen. Het is een groeisector. Nieuwe toepassingen zoals Belgacom TV zorgen voor bijkomende inkomsten. Vanuit de systeemintegratie brengt Telindus, dat een groei in twee cijfers kende, eveneens een verbetering van de inkomsten aan. We hebben geïnvesteerd in VDSL (een dienst die vijf keer sneller is dan het huidige ADSL) en we zijn een van de eersten in de wereld die 20 megabits per seconde kunnen aanbieden. De vraag naar meer bandbreedte wordt steeds sterker.”
U hebt voor 2007 nog een terugloop aangekondigd. Wat de vaste lijnen betreft, voorziet u dus opnieuw groei voor 2008?
BELLENS. “Ja, we zitten daar heel dicht bij.”
Denkt u voor de mobiele verbindingen eveneens aan een knikpunt?
BELLENS. “We zitten in een toestand waarin de markt trager groeit en er bestaat, net als bij de vaste lijnen, scherpe tariefconcurrentie en bovendien druk om de MTR-tarieven ( nvdr – kosten die de netwerken elkaar aanrekenen) en de prijs voor roaming ( nvdr – gsm’en in het buitenland) te verlagen. Maar net als de vaste lijnen zullen ook de mobiele verbindingen opnieuw groei kennen. Er ontstaan nieuwe toepassingen, zoals betalingen via gsm. De concurrentie en de regelgever dwingen nu iedereen om de prijzen te verlagen en daar hebben onze concurrenten minstens evenveel onder te lijden als wij. Maar daarna zal de markt zich herpakken. Er bestaat een zekere prijs-gebruikselasticiteit. In sommige domeinen kunnen we verwachten dat het gebruik zal toenemen als de prijzen dalen.”
Belgacom TV boekte 15 miljoen euro omzet en 2,5 keer zoveel verlies. Uw financieel directeur Ray Stewart voorspelt een evenwicht in 2007 of 2008. CurrentAnalysis en Forrester zijn lang niet zo optimistisch.
BELLENS. “Ik heb heel veel respect voor Forrester, maar ze moeten dan maar eens zelf komen managen. Op de 140.000 klanten die we in 2006 hadden, hebben we 38 miljoen euro verlies gemaakt voor het tv-product stricto sensu. Maar van die 140.000 zijn de helft nieuwe abonnees. Dat levert nieuwe inkomsten op voor ADSL en die vallen niet onder de 38 miljoen euro verlies. Wie vooruit wil, moet rekenen op een verliesperiode van drie jaar. Dus wat Belgacom betreft, zullen we wel zien in 2008.”
Hoe ziet u Belgacom TV op middellange termijn evolueren? Hoeveel abonnees kunt u uiteindelijk halen?
BELLENS. “Ons marktaandeel in breedband zit op 51 %. Alternatieve operatoren die ons netwerk gebruiken, hebben 15 à 16 %. DSL heeft dus een totaal marktaandeel van 66 %. Dat betekent dat de kabelmaatschappijen 34 % in de schaal werpen. Bij de lancering heb ik gezegd dat er geen enkele reden was waarom we geen 50 % van de televisiemarkt in handen zouden krijgen. Klanten met ADSL op zoek naar een tv-oplossing zullen bij ons komen aankloppen. We kunnen hen overtuigen. We hebben al heel wat problemen opgelost. De dekking, de stabiliteit en de bekabeling binnenshuis bijvoorbeeld ( nvdr – het tv-signaal kan draadloos of via de elektrische bekabeling worden doorgestuurd).
“Ik krijg vaak vragen als: ‘Hebben jullie ook klassieke televisiezenders?’ Dan antwoord ik ja, dat we VRT en VTM en nog zeventig tot tachtig andere zenders hebben. ‘Ha, er is dus meer dan alleen voetbal?’ krijg ik dan soms als antwoord. Het duurt dus even voor de informatie doorsijpelt. Maar voor diegenen die al ADSL hebben, is Belgacom TV de eenvoudigste tv-oplossing. De grote moeilijkheid, in het begin, is dus de marketing, de verkoop. Dat zal tijd vergen, maar in principe moet iedereen die ADSL heeft, uiteindelijk bij ons terechtkomen.”
Met die 50 % spreken we dus over een potentieel van 2 miljoen abonnees.
BELLENS. “Ja. Naast de omzet uit televisie kunnen we ook het mobile onlypubliek aantrekken. Dat vertegenwoordigt 28 % van de markt. Daarom hebben we naked ADSL-producten gelanceerd ( nvdr – snel internet zonder telefoonabonnement) en een gecombineerd aanbod van internet en mobiel bellen.”
Loont het nog de moeite om ook volgend jaar te vechten voor een vernieuwing van het Belgische voetbalcontract?
BELLENS. “We hebben 36 miljoen euro per jaar betaald, 2 miljoen meer dan de concurrentie bood. Daarnaast waren er ook de productiekosten. De Liga wou een hoog kwaliteitsniveau met veel camera’s. We hebben dus televisie van wereldbekerkwaliteit gekregen voor een spektakel van … hm … van …
… derde klasse. Het voetbalcontract heeft dus niet het gewenste effect gehad?
BELLENS. “Er is een effect geweest op het ogenblik dat we voor de operatie tekenden. Het heeft de geloofwaardigheid van Belgacom TV verhoogd. Als men zich op zoiets stort, is de reactie van de mensen: ‘Gaan ze dat nu echt doen?’ Welnu, we hebben het gedaan. Vanuit dat standpunt bekeken was het erg positief. Als er over vernieuwing wordt gepraat, hebben we nu ook meer informatie over de weerslag en kunnen we met de Liga discussiëren in functie van wat wij denken dat het product zou moeten bieden.”
In.Di is begonnen met hogedefinitietelevisie. Sommigen zeggen dat u met Belgacom TV moeilijk dat kwaliteitsniveau zal kunnen bereiken.
BELLENS. “Wat dat laatste betreft, zullen we nog wel zien. De mensen waren ook al heel verwonderd toen we interactieve televisie lanceerden. Met VDSL komen we dit jaar in de buurt van een dekking van 61 % van de Belgische bevolking. Hoe het dan verder moet, is een vraag die vooralsnog niet rijst. Dat hangt af van de economische modellen. Ik sluit niet uit dat we verder gaan, maar de investering moet gerechtvaardigd zijn.”
EU-commissaris Viviane Reding verwijt België een gebrek aan concurrentie in de telecomsector.
BELLENS. “België kent een scherpe concurrentie met de kabeloperatoren. Maar mevrouw Reding vindt dat die niet meetellen. In Vlaanderen heeft Telenet 50 % van de markt. Mevrouw Reding zegt dat dat niets waard is. Dat is intellectueel incorrect. Als Telenet een marktaandeel van 100 % had, zou ze ons nog altijd beschouwen als een operator die 100 % in handen heeft. De autoriteiten moeten beseffen dat de kabel hetzelfde type van diensten kan leveren als de telecommunicatiebranche. De nationale en Europese regelgevers moeten die realiteit onder ogen zien. Wij zijn voorstanders van een level playing field, met andere woorden, dat de kabeloperatoren en wij op dezelfde manier behandeld worden, dat hun netwerken zouden openstaan voor derden, zoals die van ons, en tegen dezelfde financiële voorwaarden.”
De Belgische markt lijkt toch iets minder dynamisch dan sommige andere. In Frankrijk zijn er aanbiedingen voor televisie, internet en telefoon voor 30 euro per maand. Dat bestaat bij ons niet.
BELLENS. “In Frankrijk heeft de firma waarop u alludeert, Free, op intelligente wijze geïnvesteerd en hanteert ze een sterke visie, die van een echte attacker. In België is er nog geen echte attacker opgedoken. Een betaalzender als Be Tv kan uitstekend samenwerken met Scarlet of een ander netwerk. In Nederland heeft Versatel een ambitieuze operatie opgezet met de verwerving van de uitzendrechten van het voetbal.”
Waarom hebt u nog geen soortgelijk aanbod gedaan, voor 30 euro?
BELLENS. “Wij zijn geen attacker, behalve op de televisiemarkt.”
De Europese Commissie en de alternatieve operatoren willen de telecomnetwerken afscheiden van de levering van de eigenlijke dienst, zoals in de elektriciteit.
BELLENS. “Zover zijn we nog niet. Maar als het ooit zover komt, moet het zowel voor de kabelmaatschappijen als voor de uitbaters van telecomnetwerken gebeuren. Men is in Europa bezig een gewichtige vergissing te maken. Er bestaan uitstekende netwerken en sommigen zeggen dan: laten we het netwerk afscheiden van de operator en, per slot van rekening, ophouden met investeren.”
Niemand zegt dat u moet stoppen met investeren.
BELLENS. “Maar dat is dan wel de consequentie. Als je investeert in VDSL zoals wij doen, dan neem je een risico, want de return wordt pas verwacht na zeven of acht jaar, niet na twee jaar. Als we Belgacom TV ontwikkeld hadden zonder te beschikken over een aangepast netwerk, zouden we niet ver geraakt zijn. Die erg populistische ideeën van de Europese Commissie, of het nu gaat om roaming of een splitsing van netwerken, leiden enkel tot een verloedering van de telecomnetwerken. Dat speelt in de kaart van de Verenigde Staten. Jarenlang zijn de regelgevers daar erg strikt geweest. De ondernemingen waren er gestopt met investeren. Maar sinds ongeveer anderhalf jaar heeft de regelgever daar het roer omgegooid en verandert ook de politiek van koers. De bedrijven zijn opnieuw beginnen te investeren en u hebt zelf de wederopstanding van AT&T kunnen zien. De Commissie moet kiezen voor een langetermijnvisie en niet mikken op kortzichtig populisme.”
Hoe ver staat het met de integratie van de Belgacomorganisatie met die van Telindus en Proximus?
BELLENS. “Het is voor iedereen duidelijk dat een particulier andere behoeften heeft dan een onderneming. Nu we 100 % van Proximus en 100 % van Telindus in handen hebben, hebben we dus twee divisies opgericht: een ‘residentiële’ en een voor de ondernemingen. En er is een grote divisie die de telecomnetwerken en de elektronische ondersteuning beheert. De functies support and staff werden samengevoegd. We hadden voordien bijvoorbeeld drie beheerders van wagenparken. Het was veel efficiënter om die bij elkaar te voegen. Waar we nu staan? De eerste stap, de grote krachtlijnen, werd aangekondigd eind 2006 met de nodige benoemingen: Michel Georgis voor de residentiële markt, Bridget Cosgrave voor de ondernemingen, Scott Alcott voor de netwerken en de informatica, Ray Stewart en Astrid De Lathauwer voor de functies staff en support, William Mosseray voor de strategie en Ronald Everaert voor Belgacom Internationaal. Dat is meteen ook het directiecomité. We hebben ook de functieverdeling op het niveau van het hogere kader doorgevoerd, de zogenaamde top group resources. Die groep vertegenwoordigt bijna 1 % van het totale personeelsbestand. Ze zijn met iets minder dan 200. We moeten de exacte toewijzingen nog bekendmaken ( nvdr – dat zou deze week gebeuren).”
Het jongste plan omvat 1500 ontslagen tegen 2011.
BELLENS. “De meeste ontslagen zullen vrijwillig gebeuren, door natuurlijke afvloeiing. We spreken dan over ongeveer 300 mensen per jaar. We gaan ook de externe mobiliteit naar de overheid aanmoedigen, waar er 1100 openstaande functies zijn. Dat soort operaties, net als alle andere die Belgacom in de voorbije tien jaar uitgevoerd heeft, kan enkel tot stand komen dankzij de bevoorrechte relatie die we onderhouden met de vakbonden. Die kennen de toestand van de onderneming, die goed is, en ook de uitdagingen waarvoor we staan. Ze weten heel goed dat we in een stiel zitten die in beweging is en waarin we te maken hebben met concurrentie. Cijfers: in 1996 werkten er 26.000 mensen bij Belgacom. Er waren alleen vaste lijnen en bijna geen marketing en verkoop. Nu zijn we nog met 13.000 bij de vaste lijnen. Meer dan de helft daarvan is bezig met verkoop en marketing. Zonder die ingrepen waren we een Sabena geworden, het Sabena van weleer.”
In sommige gevallen zitten meerdere mensen op dezelfde stoel. In de marketing bijvoorbeeld is Walter Gelens al vertrokken.
BELLENS. “Op het niveau van de topmanagers hadden we 200 mensen. Na de hervorming zullen dat er minder zijn. Het is duidelijk dat, wanneer zo’n oefening gedaan wordt en er twee mensen zijn voor één stoel, er ook mensen zullen moeten vertrekken. Maar ik kan daar nu nog geen cijfer op plakken.”
Hoe zal het globale personeelsbestand van de onderneming evolueren?
BELLENS. “Bij onze voorgaande beslissingen in 2005 rond de eindeloopbaanbegeleiding zijn we ervan uitgegaan dat 2800 mensen ons zouden moeten verlaten tegen 2013 ( nvdr – een deel daarvan is al vertrokken). Dit komt erbovenop. Er werken nu ongeveer 13.000 mensen bij Belgacom, 2200 bij Proximus en 800 bij Telindus. Samen is dat 16.000, waarbij nog eens de 2000 van Telindus International geteld moeten worden. Die laatste groep wordt niet door de herstructurering getroffen. We gaan dus in België van 16.000 naar ongeveer 14.500 mensen eind 2011. Het is niet onze bedoeling om koste wat het wil het personeel te verminderen. Wat we wél willen, is efficiënter werken en investeren in bepaalde domeinen. Het profiel verandert. De overname van Telindus heeft het personeelsbestand weer doen toenemen. We hebben intussen ook Euremis overgenomen voor de mobiele bedrijfsoplossingen en ook Belgacom TV heeft geleid tot aanwervingen.”
Bruno Leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier