Roeland Byl
Hefbomen voor betaalbaarheid
Patiënten kunnen straks de kwaliteit van de Vlaamse ziekenhuizen vooraf inschatten aan de hand van een officiële ranking. Dat is alleszins de bedoeling van het kwaliteitsindicatorenproject dat wordt gelanceerd vanaf 2013.
Wat we zelf doen, doen we niet altijd beter. Onze reputatie van het land met de beste gezondheidszorg kreeg de jongste jaren geregeld een deuk. Bekend is de eerder matige prestatie van ons land in de Euro Health Consumer index. Dat is vanzelfsprekend vooral een interessante Spielerei in de schatkamer van de statistiek. Of het daarom aan te raden is om voor de appendix van dochterlief naar het buitenland af te zakken, is nog wat anders.
Maar zulke rankings zetten wel aan het denken. De gezondheidszorg, en bij uitbreiding de ziekenhuizen in België, zijn helemaal niet perfect. Supplementen die een patiënt betaalt, liggen nogal ver uit elkaar, zo berekende de Christelijke Mutualiteiten (CM) vorige week. En als de bedragen die patiënten uit eigen zak moeten betalen fors verschillen, kan dat toch ook het geval zijn voor de kwaliteit van de geleverde zorgen?
Een beetje huisarts zal onmiddellijk bevestigen dat zijn steeds mondiger patiënten vragen hebben over de kwaliteit van het ziekenhuis waar hij ze naartoe stuurt. Dat maakt het initiatief van een ziekenhuisranking behoorlijk vanzelfsprekend.
Trouwens het consumentenmagazine Test-Aankoop heeft al eerder gepubliceerd welke ziekenhuizen volgens huisartsen het beste scoren. En ook de ziekenfondsen maakten al ziekenhuisvergelijkingen.
Voor het kwaliteitsindicatorenproject dat minister Jo Vandeurzen vorige week presenteerde, hebben Zorgnet Vlaanderen en Icuro – de koepelorganisaties voor ziekenhuizen – met de Vlaamse zorginspectie, de academische wereld en een aantal verenigingen van zorgverstrekkers de handen in elkaar geslagen. De komende twee jaar worden ziekenhuizen op 30 kwaliteitsindicatoren beoordeeld. En tegen 2015 moeten de resultaten op de websites van de ziekenhuizen staan.
Het systeem sluit aan bij de toenemende inspanningen van de Vlaamse ziekenhuizen om een internationaal erkende accreditatie te behalen. Al 43 Vlaamse ziekenhuizen zijn daarmee bezig. Dat zijn in feite kwaliteitslabels, zeg maar de ISO-normen van de ziekenhuiswereld.
Zo’n internationale accreditering is voor de ziekenhuizen een middel om hun kwaliteitsprocessen te verbeteren en dient als marketinginstrument. De Belgische zorgmarkt wordt nu eenmaal gestuurd door vrije keuze.
De uitbreiding naar kwaliteitsindicatoren biedt echter ook kansen voor de overheid om kwaliteit te gaan koppelen aan betaalbaarheid. De indicatoren zijn hefbomen voor een betere zorg, maar het ranken volgens kwaliteit en efficiëntie gaan hand in hand met een gezonde ziekenhuisfinanciering. En die is belangrijk voor de betaalbaarheid van de ziekteverzekering.
De ziekenhuisfinanciering is nog steeds een federale kluif. Daarom is het des te spijtiger dat het indicatorenproject wel in Vlaamse, maar niet in Brusselse of Waalse ziekenhuizen loopt.
Nochtans was er al in april 2011 een federaal plan om kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuizen in te voeren. Dat voornemen bleef steken in loze woorden. De Vlaamse ziekenhuizen, hoofdartsen en politici vonden elkaar wel in het initiatief.
Gelukkig maar, want als we in toekomstige rankings opnieuw hoog willen scoren, dan moeten we de kwaliteit opkrikken. En daar is het meten van verschillen in kwaliteit en kostprijs nu eenmaal het begin.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier