Hebben we altijd te veel betaald?

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

B elgacom-baas John Goossens gooide vorige week een bom in de telecommarkt. De nationale operator wil vanaf 1 oktober nog maar één tarief hanteren voor binnenlandse gesprekken, ongeacht de afstand. Details volgen morgen, 8 september.

Econoom Tom Jeffery is consultant bij de Britse telecomanalist Ovum en hoofdauteur van de studie Interconnect@Ovum, die interconnectie en regulering in twintig landen opvolgt en vergelijkt. Ovum heeft negentig analisten in Londen, Boston en Melbourne en boekte vorig jaar bijna een miljard frank omzet met zijn telecomrapporten en -adviezen.

TRENDS.Gesprekken met niet-aangrenzende zones kosten nu zeven frank per minuut in de piekuren. Kan Belgacom die zomaar terugbrengen tot het lokale tarief van – tot nader order – twee frank per minuut?

TOM JEFFERY (OVUM). Dit is een vraag van concurrentiewetgeving. Je moet Belgacom zien als twee afzonderlijke bedrijven: als een netwerk en als een distributeur die netwerkgebruik van het netwerk koopt. Daarvoor betaalt die distributeur de interconnectievergoeding. Andere operatoren kopen ook netwerkgebruik van het Belgacom-netwerk en betalen ook de interconnectievergoeding. Wat Belgacom – als distributeur – nu kennelijk wil doen, is zijn winstmarge op langeafstandsgesprekken verminderen. Is dat tegen de mededingingswetgeving? Het is zeker een zaak om van dichtbij te volgen. Het gaat om een heel betekenisvolle tariefverandering en de tarieven van Belgacom, als dominante operator, moeten volgens de Europese regelgeving op de onderliggende kosten georiënteerd zijn.

Zijn de kosten voor een lokaal gesprek dan niet lager dan voor een langeafstandsgesprek?

Een langeafstandsoproep gebruikt meer netwerk dan een lokaal gesprek. Dat is een feit. De interconnectiekosten daarvoor liggen in België dubbel zo hoog. Maar dat is slechts één element. Eigenlijk zit een even groot of zelfs groter deel van de kost in de facturering, de inning van het geld en de levering van het soort service dat een klant van een groot bedrijf verwacht. En die kosten zijn dezelfde voor een lokale of een langeafstandsverbinding. De gelijkschakeling van de tarieven zou me dus niet enorm verbazen. Concurrentieel lijkt het een goede zet. Vraag is of de andere operatoren niet kunnen beweren dat Belgacom zijn dominante positie misbruikt om zijn concurrenten uit de Belgische markt te drukken.

Denken ook andere landen aan zo’n gelijkschakeling van lokale en langeafstandstarieven?

Niet dat ik weet. België is natuurlijk niet erg groot. In Europa is er eigenlijk geen enkel land zo uitgestrekt dat de kostprijs van een langeafstandsverbinding zeer hoog kan oplopen. Het grootste deel van de netwerkkosten bestaat uit het opzetten van de verbinding en het schakelen. De transmissiekost en de echte afstand die een oproep aflegt, zijn niet zo relevant. Nu, in Groot-Brittannië zou een dergelijke gelijkschakeling niet mogelijk zijn. BT (nvdr – British Telecom, de dominante operator) moet zijn kleinhandelstarieven elk jaar verlagen, maar dat gebeurt volgens een welbepaalde formule, over alle tarieven heen. BT kan zijn concurrenten niet zomaar op enkele tarieven drastisch onderprijzen om ze één voor één te liquideren. Maar in Groot-Brittannië wordt de regulering veel mechanischer toegepast dan in België. Er is ook veel meer transparantie en bereidheid om de gepubliceerde informatie extern te laten verifiëren.

Sommigen vermoeden dat Belgacom zijn lokale tarieven zal optrekken.

Dat zou me sterk verbazen. Het zou zeer tegen de geest en de letter van de Europese regelgeving ingaan. De investering in het uitbouwen van een lokaal netwerk is zo hoog dat de marginale kost van een oproep bijna irrelevant is. Waar we dus voor onze residentiële telefoonlijnen naartoe moeten, is een hoger maandelijks abonnementsgeld en een veel lagere of zelfs helemaal geen prijs per oproep, zoals in de Verenigde Staten. Dat is het tariefmodel dat de onderliggende kosten weerspiegelt.

Als één tarief heel België bestrijkt, kunnen alternatieve operatoren hun netwerken sterk vereenvoudigen. Ze hoeven dan niet langer in elke tariefzone een toegangspunt tot het Belgacom-netwerk te hebben?

Zo eenvoudig ligt dat niet. Belgacom-klanten die interzonaal of internationaal via een alternatieve operator willen bellen, kunnen alleen kiezen voor operatoren met een lokaal of regionaal toegangspunt. Operatoren met een verder afgelegen toegangspunt komen niet in aanmerking. Voor hen bestaat gewoon geen tarief. Het huidige akkoord tussen Belgacom en de andere operatoren voorziet geen vergoeding voor dit soort long distance origination ( nvdr – oproepen van bij Belgacom-klanten naar een afgelegen, zeg maar ‘nationaal’ toegangspunt van een alternatieve operator). Wie in België telefoonverkeer wil opvangen, moet dus toegangspunten in elke regio opzetten. Dat is een hele investeringslast en het verhindert concurrerende operatoren om zich snel te vestigen. Nu zeg ik niet dat deze operatoren geen redelijke prijs zouden moeten betalen voor long distance origination. Misschien zou dat duur zijn, maar zij zouden het tenminste moeten kunnen krijgen. Er zijn maar een paar landen waar dat nog niet mogelijk is. Ik zie niet in waarom Belgacom het niet kan aanbieden. Het ontbreken van dat tarief is een rem op de competitie: het verhindert operatoren met maar één toegangspunt om hun diensten over heel België aan te bieden.

bruno leijnse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content