Handel kan Europa redden

Peter De Keyzer Econoom, ondernemer en columnist

Het Transatlantic Trade and Investment Partnership, oftewel TTIP (spreek uit als ‘tietip’), is een antwoord voor wie dringend op zoek is naar een duurzame bron van economische groei in het japaniserende Europa. Uitgerekend op het moment dat de vergrijzing van de samenleving, de naweeën van de eurocrisis, de lage productiviteitsgroei en de schuldafbouw van banken, gezinnen en bedrijven wegen op de economische groei, kan een trans-Atlantisch handelsakkoord voor zuurstof zorgen.

Voor alle duidelijkheid: de handelsbetrekkingen tussen de Verenigde Staten en Europa zijn vandaag al aanzienlijk. In 2012 dreven we voor ongeveer 1000 miljard dollar handel met elkaar. Van elke 100 dollar die Amerikanen uitgeven aan ingevoerde goederen en diensten, worden er bijna 20 besteed aan goederen en diensten uit Europa. Het grote wederzijdse belang wordt eveneens duidelijk, als we kijken naar de wederzijdse investeringen. We hebben ongeveer 4000 miljard dollar aan directe buitenlandse investeringen uitstaan bij elkaar. Een handelsakkoord tussen beide economieën zou de handel nog verder vergemakkelijken en de wederzijdse investeringen des te rendabeler maken.

Er zijn drie grote struikelblokken in de huidige onderhandelingen. In de eerste plaats is er de convergentie van de zogenoemde ‘regulatory bodies‘, of eenvoudig gezegd: het erkennen van wederzijdse standaarden. Als de instanties in de Verenigde Staten een auto, een chemisch product of een geneesmiddel goedkeuren voor de Amerikaanse markt, moet het nog een vergelijkbaar goedkeuringstraject doorlopen in Europa voordat het daar op de markt mag komen. Als Europa de procedures van de Verenigde Staten zou erkennen en omgekeerd, zouden we een hele stap opschieten.

De wederzijdse erkenning van standaarden kan verstrekkende gevolgen hebben: het zou meteen betekenen dat onze Amerikaans-Europese normen in farma, chemie of auto’s een wereldwijde standaard worden. Door wederzijdse standaarden mee op te nemen in het onderhandelingspakket is TTIP veel ambitieuzer dan een klassiek handelsakkoord.

Culturele voorkeuren zijn een tweede potentieel struikelblok. Europeanen willen geen Amerikaans vlees vanwege de horrorverhalen over hormonengebruik. Amerikanen hebben het dan weer moeilijk met bijvoorbeeld rocquefortkaas, omdat die “vol bacteriën zit”. Ook de bescherming van geografische productnamen is een typisch Europese no-go: sterke Europese lobby’s willen vermijden dat ‘California champagne’ of ‘Pennsylvania parmaham’ worden verkocht in de Verenigde Staten, en vooral in Europa. Onze culturele verscheidenheid leidt er ook toe dat de Europese verlanglijst een samenvatting van 28 kleinere verlanglijstjes van lidstaten is. De Verenigde Staten onderhandelen als één blok.

Een derde belangrijk punt is de procedure voor Internationale Arbitrage tussen Investeerders en Overheden. Daarbij worden geschillen tussen een investeerder en een overheid niet beslecht voor een rechtbank in het land zelf, maar door een internationale arbitragecommissie. Vooral het Europees Parlement en ngo’s maakten daar onlangs misbaar over. Hoewel arbitrage vaak wordt gebruikt, vrezen tegenstanders dat de investeerders vaak aan het langste eind trekken.

De voorstanders van die procedures menen dan weer dat het hun enige bescherming is tegen willekeur van de overheid. Een Latijns-Amerikaanse regering die een Amerikaans oliebedrijf nationaliseert omwille van het zogenaamde nationaal belang, kan daarmee misschien wegkomen bij haar eigen rechtbanken, maar allicht niet voor een internationale arbitragecommissie. Als TTIP een blauwdruk wil zijn voor toekomstige wereldwijde handelsakkoorden met ontwikkelingslanden, kunnen we dat maar het beste in het achterhoofd houden.

Niet alleen het stimuleren van de trans-Atlantische handel is een belangrijke drijfveer voor een handelsakkoord. TTIP kan ook een katalysator zijn om de Doha-handelsronde vlot te trekken. Het akkoord kan dan zelfs als blauwdruk dienen voor andere wereldwijde handelsakkoorden. Economisch nationalisme is helemaal terug, terwijl vrijhandel kan zorgen voor meer wereldwijde welvaart. Het is geen toeval dat de inhaalbeweging van arme landen richting de westerse levensstandaard de afgelopen decennia is samengevallen met een globaliseringsgolf. Het is hoog tijd dat Europa en de Verenigde Staten de wereldwijde handel nieuw leven inblazen.

De auteur is hoofdeconoom bij BNP Paribas Fortis.

PETER DE KEYZER

Een trans-Atlantisch handelsakkoord kan als blauwdruk dienen voor andere wereldwijde handelsakkoorden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content