Halen de oudjes de beurzen onderuit?

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Een eigen pensioenkapitaal bij elkaar sparen, is een must om te kunnen genieten van een financieel comfortabele oude dag. Maar hoe groot is de kans dat de ouderen dat kapitaal eigenhandig onderuithalen als ze allemaal tegelijk hun aandelen verkopen?

Het zal je maar overkomen: een leven lang sparen en beleggen voor een financieel comfortabele oude dag, maar op het moment dat de spaarpot verzilverd moet worden, storten de financiële markten in elkaar. Een regelrechte nachtmerrie. En op de koop toe is de terugval naar het wettelijke basispensioen akelig diep.

De babyboomers kunnen zich die ellende eigenhandig over het hoofd halen door straks waardevernietigend kuddegedrag te vertonen. Straks gaan ze massaal met pensioen, en om hun oude dag te financieren, zullen ze vanaf 2015 hun bij elkaar gesprokkelde financiële activa verkopen. Alleen, zijn er nog genoeg gegadigden om die aandelen te kopen tegen de dan geldende prijzen? Want de ver-grijzing zal de machtsverhoudingen tussen kopers en verkopers op de kapitaalmarkten grondig door elkaar schudden. Het aantal ontspaarders neemt snel toe, het aantal spaarders daalt. Over 20 jaar zullen in de VS, bijvoorbeeld, de ontspaarders al in de meerderheid zijn. De prijzen zullen daarom fors moeten dalen om de markt in evenwicht te brengen. Dat is de catch 22 van wie straks met pensioen gaat: het pensioenkapitaal behoudt maar zijn waarde als niet alle babyboomers tegelijk dat kapitaal verzilveren.

Tijdbom onder de beurs

“De vergrijzing legt een bom onder de pensioenkapitalisatie,” zegt Koen De Leus, marktenspecialist van onlinemakelaar KBC Bolero. De auteur van het boek Naar Grijsland onderzocht hoe groot de kans is op een crash van de financiële markten en van de vastgoedmarkt (zie kader: Nog geen vastgoedcrash). “Die kans is relatief klein in Europa, op voorwaarde dat de overheid meteen werk maakt van de verdere uitbouw van de aanvullende pensioenen. Dan kan een verhoogde instroom door jongere spaarders de uitstroom door gepensioneerden compenseren. Er is in Europa dus meer pensioenkapitalisatie nodig om de pensioenkapitalisatie te redden,” zegt Koen De Leus, die samen met Marc De Vos, directeur van de denktank Itinera, beleidsadviezen naar voren schuift om dit scenario te voorkomen (zie kader: Zet ten minste 5 % van loon opzij).

“De kans op een financiële meltdown is groter in de VS,” zegt De Leus. “De komende jaren is er nog een grote toestroom van spaargeld, maar vanaf 2020 moeten de Amerikaanse pensioenfondsen activa verkopen om hun uitkeringen te kunnen betalen aan een stijgend aantal senioren. De verkoopdruk zal op de markten wegen. En omdat de VS meer dan de helft van de wereldwijde pensioenactiva in handen hebben, speelt het land een centrale rol in het verhaal.”

Toch is er ook een vrij groot kamp dat niet gelooft dat de vergrijzing de beurzen onderuit zal halen. Studies tonen aan dat Amerikaanse senioren weliswaar minder sparen dan 40- tot 60-jarigen, maar van ontsparen is nog geen sprake. “Een mogelijke verklaring is het erfenismotief: de wil om iets na te laten aan de (klein)kinderen. Wijzigt het spaargedrag van senioren niet, dan is de kans op een crash klein,” zegt De Leus.

In Europa ontspaart de huidige generatie ouderen niet, en ook hier speelt een erfenismotief. In vergelijking met de VS, vormt het wettelijke basispensioen een veel groter aandeel in het pensioeninkomen. De omvang van de bedrijfspensioenen is ook veel kleiner, wat een geluk bij een ongeluk is. “De bedrijfspensioenen staan nog maar in de kinderschoenen in Europa. Wordt die pensioenpijler verder en versneld uitgebouwd, dan zal er nog decennialang een netto toestroom zijn naar de financiële markten,” legt De Leus uit.

Een pijler, een kruk en een lucifer

De uitbouw van de bedrijfspensioenfondsen is ook essentieel om een financieel comfortabele oude dag te garanderen. “De Belgische pensioenfinanciering rust vandaag op een pijler (het wettelijke pensioen), een kruk (bedrijfsgebonden pensioensparen) en een lucifer (individueel pensioensparen),” zegt Marc De Vos. Het wettelijke pensioen is niet hoog. De kloof tussen pensioeninkomen en beroepsinkomen is in de EU, op Groot-Brittannië na, het diepst in België.

Het optrekken van het wettelijke basispensioen is evenwel niet betaalbaar. Nu al bedraagt de huidige waarde van de toekomstige pensioenverplichtingen in de meeste Europese landen meer dan 100 % van het bbp. “Meer uit budgettaire noodzaak dan uit overtuiging evolueert het Belgische pensioenlandschap naar een combinatie van pijlers. De hoop is dat aanvullende pensioenen een redmiddel zijn,” zegt De Vos.

De uitbouw van de aanvullende bedrijfspensioenen is in België lang stiefmoederlijk behandeld. Pas in 2003 kwam er met de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP) een wettelijk kader. Vandaag heeft 55 % van de Belgische werknemers een aanvullend bedrijfspensioen, maar de uitbouw van een volwaardige tweede pijler vraagt tijd. Veel tijd. De Leus: “De tweede pijler kan maar een wezenlijk verschil maken als er eerst 40 jaar lang ten minste 4,5 % van het brutoloon opzij gezet wordt. De huidige participatiegraad (55 %, waarvan de helft pas sinds 2003) en inleg (1 % à 1,5 % van het jaarsalaris) is te laag om een stevig appeltje voor de dorst op te bouwen. We hebben dus geen tijd meer te verliezen.”

WWW.TRENDS.BE

De volledige studie over de kans op een crash op de financiële markten

bron: www.itinerainstitute.org

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content