Grote fraude blijft onbestraft
De regering bindt de strijd aan tegen fraude. Op papier althans. In de praktijk krijgen financiële criminelen vrijspel. Het gerecht kijkt machteloos toe, want: geen geld, hopeloos versnipperd, traag en allesbehalve efficiënt.
Met veel toeters en bellen kondigde de regering eind maart nieuwe maatregelen aan in de strijd tegen financiële en economische misdrijven. Zo verdubbelt het aantal fiscale kaderleden bij de Centrale Dienst voor de Georganiseerde Economische en Financiële Delinquentie ( CDGEFID) dit jaar tot zestien. Ook bij de parketten van Bergen, Luik, Brussel, Antwerpen en Gent stijgt hun aantal van tien tot zestien. Een intense samenwerking tussen politie, parket en de fiscus moet bovendien de ‘kasgeldvennootschappen’ aanpakken.
“De plannen van de regering- Verhofstadt II zijn een druppel op een hete plaat,” zegt een topspeurder nochtans gefrustreerd. “Deze regering schiet blind, zonder uitzicht op een oplossing. De gedetacheerde fiscale ambtenaren mogen geen overuren doen en krijgen minder betaald dan hun collega’s bij de politie. Uiterst demotiverend.” Frank Philipsen, kabinetschef van staatssecretaris voor Fiscale Fraude Hervé Jamar ( MR) zucht: “Vroeger werd er helemáál niets gedaan. Deze regering zet tenminste stappen in de goede richting.”
Fraude zonder risico
Fraudeurs kunnen in België zo goed als ongestraft hun gang gaan. Dat is zowat de unanieme conclusie die we optekenen in een ronde langs onze rechtbanken. Volgens de Dendermondse procureur Christian Du Four is het grootste probleem voor de aanpak van fraude de anonimiteit van het slachtoffer. “Media noch politici liggen wakker van financiële misdrijven. In geen van mijn politiezones is de bestrijding ervan een prioriteit. De federale antifraudecel heeft onvoldoende mankracht. Topcriminelen schakelen gespecialiseerde raadslui in en wij hinken achterop. Het inzetten van meer middelen is de beste manier om dit soort criminaliteit aan te pakken.”
Advocaat Christian Van Buggenhout van DLA Caestecker ziet heel wat redenen waarom grote zaken niet of zeer laat voor de rechter komen. De eerste: “Gewoon luiheid en onervarenheid met financiële fraude. Het gerecht speurt veel liever naar affaires rond seks, drugs en moorden, dan een fraudemechanisme te ontrafelen. Justitie stelt amper budgetten ter beschikking, omdat het geen prioriteit is. Kijk naar de zaak van de Aalsterse wissel- agent Eric Goethals, de spil van een fraude met 300 gedupeerden. Die toert vandaag uitdagend met zijn Jaguar rond. Het onderzoek in Dendermonde raakte nergens. Alleen dankzij het Zwitserse gerecht konden wij de schade financieel grotendeels vergoeden.”
Brice De Ruyver, gerechtelijk adviseur van premier Verhofstadt, erkent dat specialisten in financiële fraude de witte raven op Justitie zijn. “Onze experts in financiële delicten zijn eigenlijk idealisten die in het bedrijfsleven veel meer zouden kunnen verdienen.” Volgens een topspeurder van de federale politie zijn er amper magistraten of politiemensen die een juiste definitie van een kasgeldvennootschap kunnen geven. Het lezen van een jaarrekening van een onderneming van enig niveau vereist de medewerking van externe experts. “Het inschakelen van zo’n specialist zorgt zeker voor één à twee jaar extra vertraging,” zegt de Dendermondse substituut Erwin Dernicourt. “Het college van procureurs-generaal raadt het gebruik van experts daarom af, behalve in erg ingewikkelde dossiers.”
De Hasseltse onderzoeksrechter Tony Heeren: “Er zou minstens in elk gerechtelijk arrondissement een onderzoeksrechter moeten zijn die in staat is een complex financieel fraudemechanisme in te schatten en in detail te onderzoeken. Dat is niet het geval.”
Buitenlandse vertakkingen
Advocaat-generaal Guy Rapaille, nationaal bijstandsmagistraat voor financiële, fiscale en economische zaken, ziet extra obstakels bij dit soort onderzoeken. “Bij moord en diefstal zijn daad, dader en slachtoffer klaar en duidelijk. Bij financiële delicten echter moet je eerst in detail zoeken wat er juist is gebeurd en wat binnen het strikte kader van de wet strafbaar is. Pas daarna kan je zoeken naar de daders, die soms erg intelligent en niet te onderschatten zijn. Dikwijls ook zijn die zaken erg complex, goed georganiseerd en hebben ze vele buitenlandse vertakkingen.”
Ook daar wringt het schoentje. Het sturen van politiemensen naar het buitenland leidt onvermijdelijk tot vertraging. Rapaille: “Wil Antwerpen informatie uit Breda, dan duurt dat weken. Bovendien heeft België met landen als Mauritius, Singapore en China zelfs geen juridisch bijstandsverdrag.”
Een typevoorbeeld van een internationale zaak is het onderzoek naar mogelijke fraude bij Lernout & Hauspie ( L&H), waarbij de vertakkingen naar Korea en Amerika onder de loep worden gehouden. “Omdat de mogelijke fraude internationale vertakkingen heeft en de benadeelden her en der verspreid zitten, is deze zaak uiterst complex,” aldus Dominique Debrauwere van het parket-generaal van Gent, dat deze zaak onderzoekt. “Vandaar ook dat we zelf nog geen duidelijke timing voor de afwikkeling hebben. We werken aan de hand van een onderzoeksplan, dat permanent evalueert tot hoever we moeten gaan, welke pistes worden bekeken en welke middelen hiervoor nodig zijn. Zonder een duidelijke procedure raak je als onderzoeker in zo’n zaak hopeloos verloren.”
Een dossier onder controle houden, is cruciaal. Het is immers niet de bedoeling dat het gerecht het hele verhaal van de zaak tot in de details herschrijft. De Mechelse procureur Paul Lenaerts, die het onderzoek voerde naar de fraude bij Lavithas (het tv-faciliteitenbedrijf in de rand van het dossier- Superclub), geeft toe: “De grote fout die we maakten in dit onderzoek, was dat wij het te veel hebben laten uitdijen en de procedure daardoor aansleepte.”
Met alle gevolgen van dien. Na een jarenlang onderzoek volgde een snelle uitspraak (begin dit jaar), maar de meeste veroordeelden gingen in beroep. Hun zaak is inmiddels verjaard. Paul Lenaerts: “Het is cruciaal een dossier als dit goed te beheren via geregeld overleg tussen onderzoeksrechter, parket en politiemensen om te weten in welke richting en hoe ver we moeten gaan. Daarbij moet je het onderzoek beperken tot enkele voldoende zware feiten die makkelijk te bewijzen vallen.”
In Nederland bijvoorbeeld zijn de onderzoekers veel meer geneigd om een zaak snel voor de rechtbank te brengen voor feiten die al bewezen zijn. De rest van het onderzoek (bijvoorbeeld het recupereren van geld) kan dan later gebeuren. De Tongerse procureur Ivo Delbrouck gaat akkoord met deze aanpak, maar ziet een probleem. “Door een fraudezaak niet in al zijn aspecten te onderzoeken, dreigen burgerlijke partijen in de kou te blijven staan, terwijl hun schade soms reëel is. Zij kunnen dan eventueel op basis van de onderzoeksresultaten naar de burgerlijke rechter stappen.”
Gebrek aan overleg
Het gebrek aan contact en overleg tussen politie, parket en de onderzoeksrechter is soms een pijnpunt. “Ook in financiële zaken loopt het mank,” weet een topspeurder. “Het gebeurt dat wij de onderzoeksrechter en substituut niet zien. Dan communiceren we alleen via kantschriften. Teamwork is nochtans essentieel in zo’n materie.”
Gebrek aan communicatie was ook een probleem in de aanvangsfase van het onderzoek naar L&H. Een insider: “De parketmagistraat en de onderzoeksrechter in Ieper hadden een radicaal tegengestelde visie. Ze konden niet samen door dezelfde deur lopen. Hopeloos verwarrend was het.”
Hoewel dit niet de officiële reden is, werd het onderzoek weggetrokken uit Ieper en behandelt het hof van beroep van Gent vandaag de zaak. Raadsheer en onderzoeksrechter Henri Heimans heeft bijna een dagtaak aan L&H. Hij werkt samen met een advocaat-generaal, een voltijdse en een halftijdse substituut. Drie rechercheurs van de CDGEFID en zes politiemensen in verschillende arrondissementen zitten permanent op de zaak, periodiek ondersteund door een misdaadanalist, een medewerker van de Federal Computer Crime Unit (om de codes te breken), twee accountants en evenveel medewerkers van Ernst & Young.
Dominique Debrauwere: “Het onderzoek in de zaak-L&H is een prioriteit. Het wordt – hoewel je als onderzoeker natuurlijk altijd meer mensen kan gebruiken – voldoende ondersteund. Ook willen we een versnippering van de onderzoeken vermijden. Vandaar een scherpe coördinatie vanuit Gent.”
Een van de verdachten in deze zaak prijst de efficiëntie van de speurders. “Het gaat er behoorlijk professioneel aan toe. Ze zijn duidelijk aan het vissen en dat neem ik hen niet kwalijk. Maar hoe verder ze vissen, hoe duidelijker zal blijken dat de vijver leeg is, zeker in België. Intussen sleept de zaak wel aan. Maar dat valt nog mee. In Amerika zijn ze er nog niet uit welke burgerrechtelijke rechtbank juist bevoegd is.”
Volgens gerechtelijk expert Hugo Van Geet is het ook in de VS zeer moeilijk om in de grote fraudedossiers schuldigen veroordeeld te krijgen. “Dikwijls pakt het gerecht ze op nevenfacetten zoals obstructie van de rechtsgang in plaats van een groots fraudeonderzoek op het getouw te zetten. De oude referentie dat Al Capone voor belastingontduiking en niet voor gangsterisme in de cel is gevlogen, werkt nog steeds.”
Nationale fraudepolitie
Bijna alle veldwerkers bij Justitie die we consulteerden, zien maar één oplossing: de oprichting van een federale fraudedienst. De CDGEFID heeft amper dertig operationele speurders.
Een speurder: “De top van de federale politie, meestal ex-gendarmen, heeft geen interesse voor dit werk. Wij krijgen amper werkingsmiddelen. De enige oplossing is een nationale fraudedienst met gespecialiseerde substituten, onderzoeksrechters, experts en politiemensen. Met haar eigen budget en eigen rekrutering. Nu wordt er gerekruteerd door de federale politie. Wat hebben we aan mensen die het verkeer kunnen regelen? Niets.”
Willy Van Damme
“Onze experts in financiële delicten zijn eigenlijk idealisten die in het bedrijfsleven veel meer zouden kunnen verdienen.” (Brice De Ruyver, gerechtelijk adviseur van premier Verhofstadt)
“Het gerecht speurt veel liever naar affaires rond seks, drugs en moorden, dan een fraudemechanisme te ontrafelen.” (Advocaat Christian Van Buggenhout, DLA Caestecker
“Nu wordt er gerekruteerd door de federale politie. Wat hebben we aan mensen die het verkeer kunnen regelen? Niets.” (Een speurder)
Fraudeurs kunnen in België zo goed als ongestraft hun gang gaan. Dat is zowat de unanieme conclusie die we optekenen in een ronde langs onze rechtbanken
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier