Grondstoffenschaarste: hoe het toiletpapier-effect de aanvoerketen teistert
De flessenhalzen in de aanvoerketens achtervolgen de bedrijven langer dan verwacht. Eén op de vier ondernemingen rapporteerde in mei omzetverlies door schaarste in de toelevering. Net zoals de consument vorig jaar irrationeel toiletpapier hamsterde, verscherpen bedrijven de schaarste in de aanvoerketens met spookbestellingen.
In de bouw en sommige industriële sectoren, zoals de auto- en de elektronicasector, liggen de bedrijfsleiders meer wakker van de flessenhalzen in hun aanvoerketen dan van een lagere vraag door de coronacrisis. De Nationale Bank peilt, in samenwerking met de werkgeversorganisaties, maandelijks naar de omzetverwachtingen en de oorzaken van een eventueel lagere verkoop. In de bouwsector bijvoorbeeld ligt de omzet nog altijd 4 procent onder het pre-coronaniveau, maar de reden van de omzetdaling is fundamenteel veranderd: 30 procent van de bouwheren meldt tekorten in de aanvoerketen, terwijl nog maar 24 procent schade ondervindt van de pandemie.
De schaarste en de bijbehorende prijsstijgingen wonnen de voorbije weken aan kracht en achtervolgen intussen een groot deel van de Belgische bedrijven. Twee op de drie zijn afhankelijk van toeleveranciers, en ongeveer de helft van die bedrijven zegt dat hun toelevering in mei matig tot zwaar verstoord was. Het tekort aan grondstoffen en componenten laat zich voelen. Eén op de vier ondernemingen meldt een omzetverlies, en één op de tien zegt klanten verloren te hebben. 5 procent van de ondernemingen kreeg al schadeclaims van klanten, omdat ze een contractuele leveringstermijn niet konden respecteren.
Die schaarste is geen Belgisch fenomeen. De schaarste aan halfgeleiders, hout en chemische componenten treft de hele wereldeconomie. In de Europese industrie verwijst 22 procent van de bedrijven naar schaarste als verklaring voor productiebeperkingen. Dat is het hoogste peil sinds 1985 ( zie grafiek).
Wie het hoofd koel houdt, verliest
“De schaarste en de prijsstijgingen slepen langer aan dan verwacht en bereiken hogere niveaus”, zegt Patrick Slaets, conjunctuuranalist bij de werkgeversfederatie Agoria. “Maar ik kan daar geen rationele verklaring meer voor geven. De staalprijzen zijn dit jaar verdubbeld, bijvoorbeeld. De vraag is wat toegenomen, maar ook de productie in China is met 5 à 10 procent gestegen. De productie in Europa zit op het niveau van voor de pandemie. Dat verklaart de prijsstijgingen dus niet. Er spelen ook psychologische effecten, zoals de angst voor nog meer schaarste. Mogelijk is er ook wat speculatie. De prijzen van de meeste grondstoffen zouden toch snel moeten stabiliseren, of zelfs dalen.”
‘De problemen in de aanvoerketens vertragen enkel de groei, ze leiden niet tot een ontsporing van het herstel’ – Bert Colijn,ING
Er lijkt sprake van een toiletpapiereffect in de mondiale aanvoerketens. De vrees voor schaarste voedt een irrationeel aankoopgedrag. “De schaarste sleept aan doordat er enorm gehamsterd wordt”, zegt Robert Boute, professor operationsmanagement van Vlerick. “Omdat de bedrijven weten dat er schaarste is, bestellen ze meer dan ze nodig hebben, om toch de gewenste hoeveelheden binnen te halen. Dat rationele gedrag op bedrijfsniveau is schadelijk voor de economie, want die spookbestellingen verscherpen de schaarste, waardoor de druk op de aanvoerketens nog toeneemt. Wie betaalt, krijgt zijn bestelling. Dat zet een enorme druk op de aankoopprijzen. Wie het hoofd koel houdt, verliest dat spel.”
Hoelang dat spelletje nog blijft duren, is moeilijk te zeggen. “Het is begonnen na het positieve vaccinnieuws van november. Ik verwacht dat het beter wordt na de zomer. Als de angst voor schaarste verdwijnt, zullen de bedrijven hun spookbestellingen annuleren, met een overaanbod als resultaat”, zegt Robert Boute.
Ongerustheid, maar geen paniek
De bedrijven zijn ongerust, maar er is geen sprake van paniek, zegt Patrick Slaets: “De prijzen stijgen omdat de conjunctuur sterk herneemt. De problemen in de aanvoerketen remmen enkel de groei af. Als de bedrijven bij ons klagen over hoge staalprijzen, zoals nu, dan weet ik dat we in een hoogconjunctuur zitten.” De conjunctuurindicatoren bevestigen dat. De industrie doet het al maanden goed en nu schakelt ook de dienstensector een versnelling hoger, in het spoor van de versoepelingen. De economic sentiment indicator van de Europese Commissie staat op het hoogste peil sinds 2017.
“Het herstel is breed gedragen”, ziet Bert Colijn, senior economist eurozone van ING. “De problemen in de aanvoerketens vertragen enkel de groei, ze leiden niet tot een ontsporing van het herstel. De strubbelingen in de aanvoerketens zijn de afwikkeling van de gekke economische impact van de pandemie. Tegen het einde van het jaar zouden de vraag en het aanbod opnieuw in evenwicht moeten zijn in de meeste sectoren.”
Voor halfgeleiders is het tekort wel structureler van aard en zijn de prijsstijgingen logischer. De vraag is gevoelig gestegen, terwijl het twee jaar duurt om een nieuwe chipfabriek te bouwen. “Die schaarste laat meer sporen na. In de autosector bijvoorbeeld is de productie met 16 procent gedaald door een tekort aan halfgeleiders, terwijl de orders toenemen. Voor andere grondstoffen en componenten vertaalt de schaarste zich eerder in hoger prijzen en langere levertijden, maar niet in een lagere productie”, zegt Bert Colijn.
Ook de krapte op de arbeidsmarkt is structureel. Bedrijven vinden moeilijk de juiste profielen. “Het tekort aan digitale specialisten neemt overhand toe”, zegt Patrick Slaets. Vier op de vijf ondernemingen willen aanwerven. De helft van hen zegt dat het moeilijker is geworden om die vacatures in te vullen, leert de enquête van de Nationale Bank.
De gevolgen voor de inflatie
Die hogere aankoopprijzen voor de bedrijven sijpelen langzaam maar zeker door naar de consument. In april stegen de Europese producentenprijzen ¬ vooral onder impuls van de duurdere energie ¬ met 7,6 procent op jaarbasis, het hoogste peil sinds 2008. De industrie en de bouw melden dat hun inputkosten met 14 procent zijn gestegen in mei. De bedrijven zeggen dat ze de komende maanden ongeveer de helft van die hogere kosten zullen doorrekenen in hun verkoopprijzen.
Je kunt het hen niet kwalijk nemen. Voor veel bedrijven dreigt verlies, als ze de gestegen inputprijzen niet doorrekenen. “Maar aan afgesloten contracten kun je niet veel doen”, zegt Patrick Slaets. “We adviseren daarom om prijsherzieningsformules op te nemen in de contracten. De klant en de leverancier delen dan het prijsrisico, en de onderhandelde marge is beschermd. We stellen ook vast dat heel wat bedrijven dat als gentlemen onder elkaar oplossen.”
De consument zal de gevolgen de volgende maanden voelen, zonder dat er sprake is van een duurzame inflatieopstoot. Bert Colijn: “De inflatie stijgt nu met 2 procent door de gestegen energieprijzen. Door de hogere goederenprijzen kan de inflatie straks een aantal maanden boven 2 procent kamperen. Dat is een tijdelijk fenomeen, dat in 2022 zal uitdoven. Schaarste heeft doorgaans maar een tijdelijke impact op de inflatie. Het probleem is ook te klein om een reactie van de centrale banken uit te lokken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier