Groenten laten niemand koud
Biologisch geteelde groenten, kant-en-klare maaltijden en aromatische kruiden. In die drie niches wil het West-Vlaamse diepvriesgroentebedrijf Unifrost de komende twee jaar nog eens 1 miljard frank investeren. Een groentemenu dat blijkbaar ook de Gimv bevalt. En dus schuift de investeringsmaatschappij mee aan tafel.
Bijna 2 miljard frank. Dat is wat Unifrost, specialist in diepvriesgroenten, sedert 1998 op tafel legde voor investeringen allerlei. Het jongste pronkstuk is een volautomatisch logistiek centrum met een prijskaartje van 650 miljoen frank. “Ik schrik er zelf van hoeveel we hebben geïnvesteerd,” vertelt Philippe Haspeslagh. Samen met zijn broers Marc en Paul vormt hij de familiale ruggengraat van het bedrijf uit Ardooie. Alleen de laatste houdt zich als gedelegeerd bestuurder voltijds bezig met Unifrost. Marc is als geneesheer verbonden aan het ziekenhuis van Roeselare. Hij houdt zich logischerwijze afzijdig van het dagelijks bestuur, maar zijn rol in de raad van bestuur vervult hij naar verluidt heel consciëntieus. Voorzitter van die bestuursraad is Philippe Haspeslagh, die dan weer vooral bekendheid geniet als professor aan de gereputeerde business school Insead in Fontainebleau.
In zijn ambitie
om verder te groeien wil het West-Vlaamse bedrijf de komende twee jaar nog eens 1 miljard frank investeren in de uitbouw van drie niches. Het gaat om biologisch geteelde groenten, kant-en-klare maaltijden en aromatische kruiden.
Een deel van de centen zal komen uit de kapitaalinjectie van 352 miljoen frank die de Gimv vandaag, 11 mei, aankondigt. In ruil krijgt de investeringsmaatschappij ongeveer 16% van de aandelen. Daarmee waardeert de Gimv de Ardooise groep op circa 2,2 miljard frank en betaalt ongeveer 7,6 keer de cashflow. Bij die gelegenheid kondigt Unifrost ook aan zijn verschillende vestigingen en dochterbedrijven samen te smelten onder één koepel. Die zal door het leven gaan onder de handelsbenaming Dujardin Foods.
Hangt er een beursgang in de lucht? In het milieu gaat de mare dat Unifrost al voor Pinguin met dergelijke plannen rondliep. Dat was voor Pinguin – uiteindelijk toch de pionier van de sector – zelfs een reden om zijn eigen beursplannen te versnellen. “We kennen dat verhaal,” lacht Philippe Haspeslagh. “Maar wij geloven dat een beursoperatie niet de enige manier is om te professionaliseren. De beurs behoort tot de mogelijkheden, maar is geen noodzaak. We zullen de stap pas zetten als we er klaar voor zijn. Maar dat betekent niet dat we aarzelen. Bij ons is er geen sprake van om de groei van het bedrijf af te remmen omdat de familie de controle wil behouden.”
Aan de top van het Europese klassement van diepvriesgroenten staat Iglo van Unilever. De omzet blijft ergens verborgen in de plooien van de multinational. De nummer twee is het Franse Bonduelle, dat in diepvriesgroenten een omzet haalt van circa 12 miljard frank. Daarna komt Ardovries met circa 7 miljard frank. De vierde stek gaat naar Pinguin (ongeveer 3 miljard) of Unifrost (3,2 miljard). Beide bedrijven hebben een vergelijkbare omvang. Unifrost voert de leiding aan wat omzet betreft, maar moet inzake tonnage en personeelsaantal Pinguin laten voorgaan.
Sedert het einde van de jaren zestig zagen er in de regio rond Ardooie maar liefst twaalf vergelijkbare ondernemingen het levenslicht. Samen hebben deze familiebedrijven 26% van de Europese markt voor diepvriesgroenten in handen. Jaarlijks worden in Europa ongeveer 2,3 miljoen ton diepvriesgroenten verkocht. Daarvan komt 660.000 ton uit België, waarvan West-Vlaanderen 90% verwerkt.
Het succes
van de West-Vlaamse diepvriesgroentebedrijven hangt onder meer samen met het gunstige klimaat. Daardoor kunnen de bedrijven investeringen in dure machines beter verteren. “Het palet groenten dat we het hele jaar door kunnen verwerken, is groter dan in andere streken,” zegt algemeen directeur Dirk Decoster. “Bovendien liggen we in het midden van de logistieke ader tussen Noord- en Zuid-Europa.”
Het was overigens Pinguin dat de weg toonde. In 1965 bedachten de broers Dejonghe dat ze beter zelf hun groenten konden invriezen dan te leveren aan de conservenindustrie. Eduard Haspeslagh stichtte Ardovries tien jaar later. Hij volgde eigenlijk het voorbeeld van zijn broer Richard Haspeslagh, die in 1974 de fabriek Unifrost stichtte. De helft van de aandelen van Unifrost was lange tijd in handen van de groep Dejonghe. Pas in 1987 kochten Richards zonen – Paul, Marc en Philippe Haspeslagh – ze uit.
De regio rond Roeselare staat intussen bekend als het Europese mekka van de diepvriesgroenten. De cluster bedrijven werd totnogtoe gekenmerkt door zijn familiale karakter. Dat verandert stilaan, enerzijds door de kapitaalintensieve aard van het beestje, anderzijds onder invloed van de hoge automatiseringsdruk. Unifrost investeerde vorig jaar bijvoorbeeld bijna 150 miljoen frank in een nieuwe vrieslijn. “Dat is de grootste in zijn soort in West-Europa,” glundert Paul Haspeslagh. “Hiermee kunnen we tot 20 ton per uur invriezen.”
De bewuste machine draait van juni tot februari. Maar dat geldt niet voor alle installaties. “Iedere groente heeft haar eigen voorbereidingslijn,” zegt Dirk Decoster. “Die werken alleen tijdens de oogst van de bewuste variëteit. Dat is een moeilijkheid in onze branche: je moet miljoenen investeren in een machine die je slechts enkele weken per jaar kunt benutten.”
Door hun groeiende omvang en de investeringsdruk zitten de typische West-Vlaamse familiebedrijven allemaal min of meer in een fase van defamiliarisering en zijn bezig met het invoeren van een professioneel management. Pinguin zette vorig jaar de toon door naar de beurs te gaan. De koers mag dan geen hoogvlieger zijn, het bedrijf blijft met 3 miljard frank omzet en ruim 400 werknemers één van de grootste Europese spelers.
De broers Haspeslagh beklemtonen dat ook zij de weg van de defamiliarisering hebben ingeslagen. “Wij zijn het enige bedrijf uit de sector dat daarmee al zo ver staat,” sneert Philippe Haspeslagh. De dagelijkse leiding van de groep is in handen van Dirk Decoster, die in 1990 van sectorgenoot Bonduelle overstapte. Voorts bestaat het team uit financieel directeur Filiep Maes, verkoopdirecteur Johan Denys, aankoopdirecteur Frank Vander Zande en kwaliteitsdirecteur Jan De Marez. Bijna allemaal genoten ze een academische opleiding en bovendien krijgen ze de ruimte zich nu te bekwamen via een Vlerick-programma. “Dat is misschien ongewoon in onze sector,” lacht gedelegeerd bestuurder Paul Haspeslagh. “Maar wij willen in Europa tot de topdrie behoren. En dat geldt voor elk segment waarin we actief zijn. Dus hebben we mensen nodig van een dergelijk niveau.”
Unifrost kan sedert 1990 een gemiddelde jaarlijkse omzetgroei van 15% voorleggen. Dat is ten dele te danken aan de natuurlijke groei die het segment van de diepvriesgroenten kende, maar volgens de bedrijfsleiding vooral aan strategische opties die de onderneming de jongste jaren nam. Nochtans groeide de omzet in 1999 slechts met 5%. Decoster: “Dat komt door de weggevallen vraag in Rusland. We waren daar de absolute nummer één. We hebben trouwens nog steeds een bureau in Rusland en leveren geregeld nog een container, maar het is wachten op de terugkeer van de glorietijd.”
Geografisch zit Unifrost zowat overal. Toch vormen de buurlanden Frankrijk en Duitsland de belangrijkste afzetmarkten. Strategisch richt de onderneming zich vooral op de grootdistributie. ” Private label maakt ruim 60% uit van onze omzet,” beklemtoont Dirk Decoster. “Wij hebben bewust geen merkenstrategie.”
In dat verband vormt de toenemende concentratie in de distributiesector zowel een gevaar als een opportuniteit. De overnames en fusies snijden in het aantal leveranciers, maar verruimen de afzetmogelijkheden voor wie overblijft. En op dat vlak lijkt het Unifrost voor de wind te gaan. “We rekenen vandaag al zeven van de tien grootste Europese distributeurs tot onze klanten,” zegt Paul Haspeslagh niet zonder trots.
Een minder aangenaam gevolg van de schaalvergroting onder hun klanten is de druk op de marges. Voor de basisproducten worden de prijsonderhandelingen steeds hardnekkiger. Zelf kritische massa halen zag het bedrijf als een verweermiddel. “Drie jaar geleden merkten we een toenemende concentratie bij onze klanten. Daarom hebben we geleidelijk onze capaciteit opgevoerd tot 100.000 ton. Dat resulteerde in een versnelde investeringspolitiek,” aldus Paul Haspeslagh.
Het tweede verdedigingsmiddel was diversificatie. Omdat de marges voor diepgevroren kruiden, groenten van biologische teelt en kant-en-klare maaltijden groter zijn, besloot Unifrost om dat segment aan te boren. “Vandaag genereren die niches al 5% van onze omzet, maar we zullen nu versneld nieuwe gerechten en hoogwaardige producten aan ons gamma toevoegen,” zegt Paul Haspeslagh. “Door hogere marges kunnen we de groei bestendigen.”
De markt evolueert ook fundamenteel. De grote merkenproducenten besteden in toenemende mate hun productie uit en profileren zich als marketingorganisaties. Vaak stoten ze daarbij productiefaciliteiten af. Dat zorgt voor overnamemogelijkheden voor onafhankelijke spelers die op zoek zijn naar bijkomende capaciteit.
Toch kijkt Unifrost voor overnames niet zozeer naar de basismarkt. “Die groeit met 4%,” zegt Dirk Decoster. “Voor convenience schatten we de groei de komende jaren zeker op 15% en biologische teelten hebben een groeipotentieel van 25%. Wij hebben – als enige groenteproducent – ook een veterinair erkenningsnummer. Daarom mogen wij vlees en vis verwerken in onze maaltijden. Op dat vlak willen we nu eerst groeien.”
roeland byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier