Groei bekostigen is een kunst
Veel ondernemers dromen van een groeiend bedrijf, maar paradoxaal genoeg kan dat hen fataal worden. Een toekomstgerichte en aangepaste financiering is de sleutel tot succes.
Strategisch gezien kan een bedrijf op diverse manieren groeien: via de producten, via de markten, of op beide fronten tegelijk (zie Trends van 30 juni). “Over het algemeen brengt groei extra kosten met zich mee”, zegt Olivier Kahn, accountant en coördinator van het Centrum voor Ondernemingen in Moeilijkheden (COM): haalbaarheidsstudies, aanwervingen, de versterking van het commercieel netwerk, de consolidering van de productiestructuur, investeringen enzovoort. Aangezien die inspanningen zelden gepaard gaan met hogere inkomsten, wegen ze vaak op de rentabiliteit van het bedrijf. “Om te vermijden dat de rentabiliteit zodanig erodeert dat uw bedrijf uiteindelijk de boeken moet sluiten, heeft Kahn maar één raad: “Leg duidelijke doelstellingen vast. Zo kun je recht op je doel afgaan en het prijskaartje beperken. Die doelstellingen kunnen kwalitatief of kwantitatief van aard zijn: een hogere omzet, rentabiliteit (winst en/of marges) of aandeelhouderswaarde. De keuze die je maakt zal uiteraard bepalend zijn voor je financieringsbehoeften.”
Cash is king
Als bedrijfsleider moet u zich laten leiden door twee basisprincipes: de geldmiddelen op peil houden en de balans in evenwicht houden. “Een bedrijf dat groeit, heeft algauw nood aan meer werkkapitaal”, legt Olivier Kahn uit. “Het moet dan enerzijds de kasbehoeften verbonden aan de exploitatie (meer voorraden, hogere schuldvorderingen) binnen de perken houden en anderzijds het permanent vermogen, afkomstig van het bedrijf zelf of van derden, verhogen. Verder is het zeer belangrijk om risicovolle, dure of moeilijke projecten te laten cofinancieren. En om de hefboomeffecten te vinden om externe middelen aan te trekken.”
Diverse financieringsformules
Risicokapitaal, dat al ter sprake kwam in het artikel van 20 juli over de financiering van start-ups, kan ook in een groeifase in het kapitaal stappen. “Veel investeringsfondsen staan open voor diverse sectoren, maar in België gaan de meeste fondsen toch nog altijd in zee met technologische bedrijven, met name uit de IT-sector en de biotechnologie”, merkt Kahn op. Hij somt daarom een aantal mogelijke staats- en bankleningen op:
– Business Angel+ is een heel interessante formule, verbonden aan de tussenkomst van een investeerder. Ze wordt aangeboden door het Participatiefonds. “Dit bevoorrechte krediet richt zich tot innoverende bedrijven, die financieel worden gesteund door één of meer business angels. Het bedrag van de lening is gelijk aan het bedrag dat de business angels hebben geïnvesteerd, met een maximum van 125.000 euro. ”
– Nog een formule van het Participatiefonds die nuttig kan zijn voor groeibedrijven, is de Optimeo-lening. Ondernemingen van meer dan vier jaar oud kunnen zo tot 250.000 euro lenen. “Die lening levert een hefboomeffect op, want het gaat om een 1-3-3-formule: per euro eigen inbreng krijg je drie euro van het Participatiefonds en drie euro van de bank”, legt Kahn uit.
– De obligatielening is een financieringsformule op middellange of lange termijn voor middelgrote tot grote commerciële of financiële ondernemingen. “De onderneming krijgt een bepaald bedrag en geeft in ruil obligaties uit. Wanneer de looptijd van de obligatie erop zit, krijgen de obligatiehouders, zonder risico, hun geld terug. Bij converteerbare obligaties kunnen ze ook terugbetaald worden in aandelen van het bedrijf. Zo kunnen de geldschieters in het kapitaal van de onderneming stappen als ze dat interessant vinden.” Het gaat om een soepele formule met verschillende mogelijke opties – afhankelijk van de onderhandelingen.
– Wat de gangbare kredieten zoals investeringskrediet of leasing (zie Trends van 20 juli) betreft, vermelden we nog de roll-overformule, bestemd voor zeer grote ondernemingen. “Dat is een alternatief voor het investeringskrediet. Het bedrijf krijgt het geleende bedrag onder de vorm van kortetermijnleningen waarvan het kapitaal op variabele wijze moet worden terugbetaald, afhankelijk van wat er contractueel is afgesproken.”
– Als het gaat om steunmaatregelen wijst Olivier Kahn vooral op rekruteringssteun “die vaak moeilijk is voor het bedrijf” en op exportsteun, “die kan gaan tot het vinden van de juiste contacten in de betrokken landen.”
Voorzichtig met kortetermijnkredieten
Wanneer een bedrijf zo sterk groeit dat het eigen vermogen niet meer volstaat om de behoefte aan werkkapitaal te financieren, kunnen kortetermijnkredieten nodig zijn. “Denk erom dat kaskrediet absoluut te mijden is”, waarschuwt Kahn. “Het mag dan wel bijzonder gemakkelijk in gebruik zijn, maar het is ook bijzonder duur. Kies eerder voor voorschotten op vaste termijn ( straight loans), waarvan de rentevoet en de duur (minder dan een jaar) vooraf vastliggen. Ook factoring kan een oplossing zijn. Met dat mechanisme sta je schuldvorderingen af aan een gespecialiseerd bureau dat 75 tot 85 procent van de verschuldigde som voorfinanciert, btw inbegrepen, zelfs al blijft de debiteur in gebreke. “Ook die formule is relatief duur”, beklemtoont Kahn. “De provisie varieert van 0,2 tot 2 procent op het bedrag van de vordering, die per definitie hoog moet zijn. Sommige bureaus eisen een minimum van 400.000 euro, btw inbegrepen.”
Schakel uw partners in
“Te weinig ondernemers denken eraan dat ook hun leveranciers, distributeurs, externe partners of zelfs hun klanten met geld over de brug kunnen komen als ze in het project geloven”, zegt Kahn nadrukkelijk. Hij noemt het voorbeeld van een alom bekende horlogefabrikant. “Hij liet zijn productie en voorraden voorfinancieren door zijn distributeurs. In ruil beloofde hij hen aantrekkelijke marges en een echte samenwerking. Zodra de productie klaar was, deden de distributeurs hun best om de voorraden zo snel mogelijk te verkopen, happig om hun inbreng terug te krijgen en hun marges binnen te rijven. Met als gevolg dat het horlogemerk wereldwijd succes had.” Een ander voorbeeld, uit de adviessector dit keer, is veelbetekenend: “Het bedrijf bespeurde een bepaald soort vraag voor enkele grote klanten, maar kon het financieel niet aan om erop in te spelen. Een klant was bereid om een aanzienlijke som te betalen voor de ontwikkeling, in ruil voor advies tegen verminderd tarief. Resultaat: in een jaar tijd ging de omzet met 19 procent vooruit.”
Mis onze zomerreeks niet Olivier Kahn maakt u wegwijs in het financiële beheer van een kmo
CAMILLE VAN VYVE
Ook leveranciers, distributeurs, externe partners of zelfs klanten kunnen met geld over de brug komen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier