Griekenland is verteerbaar, Italië een potentiële ramp

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De stresstests en het Europese reddingsplan voor Griekenland maakten van juli een spannende maand voor de Belgische banken. Maar hun zorgen zijn zeker niet van de baan.

Maandenlang was er met belangstelling naar uit- gekeken: de uitslagen van de stresstests. Op 15 juli was het zover. De European Banking Authority (EBA), die voor het eerst de tests organiseerde, meldde dat acht banken faalden: vijf Spaanse, twee Griekse en een Oostenrijkse. Samen vertegenwoordigden ze een kapitaaltekort van 2,5 miljard euro.

De Belgische banken Dexia en KBC slaagden met vlag en wimpel. Zelfs in de meest ongunstige scenario’s bleef hun kernkapitaalratio voldoende groot. Dexia kwam aan 10,4 procent, KBC aan 10 procent. De Europese stresstests legden de lat op 5 procent, de Basel III-normen gaan uit van 7 procent tegen 2018. Ook andere banken die in ons land actief zijn, slaagden in de stresstests. Als de stresstests iets uitwezen, dan wel dat de Belgische banken tot de best gekapitaliseerde van Europa behoren. De kernkapitaalratio van Duitse banken blijft bijvoorbeeld gemiddeld onder de 7 procent.

Zijn daarmee alle problemen van de baan? Niet helemaal. In een verduidelijking geeft de EBA toe dat de banken getest werden op hun blootstelling aan Zuid-Europese overheidsobligaties, maar niet in een mate die het niveau van de huidige schuldencrisis in Europa weerspiegelt. Er werd vooral gefocust op het trading book (effecten die op korte termijn verhandeld worden), terwijl in het banking book (effecten om de hele looptijd aan te houden) enkel een schuldvermindering van 15 procent op Grieks overheidspapier getest werd.

Extremere tests

Een aantal analisten gebruikte de vrijgegeven informatie om zelf strengere stresstests te simuleren. Het analistenteam van ABN Amro in Amsterdam bijvoorbeeld paste, op basis van de prijzen van verzekeringen tegen wanbetalingen (de zogenaamde credit-default swaps), een aantal extreme schuldverminderingen toe. Wat als de banken geconfronteerd worden met 70 procent verlies op hun Griekse, 30 procent op Ierse en Portugese, 15 procent op Spaanse en 10 procent op Italiaanse overheidsobligaties?

Eigenlijk zijn de resultaten niet zo verschillend, maar de getallen zijn groter. 31 banken zouden falen in deze extreme stresstest, samen goed voor een kapitaaltekort van 40 miljard euro. De Griekse en Cypriotische banken zouden van de kaart geveegd worden en ook in Spanje en Portugal zou de situatie voor de banksector ronduit dramatisch zijn.

De Belgische en Nederlandse banken houden ook in dat extreme scenario relatief goed stand. Uit de informatie die de banken bij de stresstests vrijgaven, blijkt eigenlijk zwart op wit dat de Belgische banken een Griekse default (wanbetaling) kunnen verteren, en dat ze pas echt in de problemen komen als Italië kapseist. Van Dexia weten we dat de bank 15,6 miljard euro Italiaanse staatsobligaties aanhoudt, op een Europese overheidsportefeuille van 49,7 miljard euro. Maar ook KBC is erg kwetsbaar voor Italië. Bij KBC bedroeg de blootstelling aan overheidspapier uit de PIIGS-landen eind vorig jaar 7,9 miljard euro, of twee derde van het kernkapitaal. Italiaanse en Spaanse staatsobligaties vertegenwoordigen samen 7 miljard euro.

Overigens zijn de meeste Europese banken in hetzelfde bedje ziek. Betalingsproblemen in Italië en Spanje zouden zo’n impact hebben op de Europese bankensector dat de twee landen de facto ‘too big to fail’ zijn, maar meteen ook heel moeilijk te redden. Dat begrijpen ook de Europese regeringsleiders. Het plan dat ze eind juli voorstelden, is in de eerste plaats gericht op de redding van Griekenland en het inperken van het besmettingsgevaar. Het noodfonds EFSF krijgt ruimere bevoegdheden, maar voorlopig niet meer middelen. Daardoor is het nooit in staat om, indien nodig, Spanje en Italië te redden.

Precedent

Via het Europese reddingsplan voor Griekenland worden ook de banken, zij het op vrijwillige basis, mee in het bad getrokken. Zij kunnen hun Griekse staatsobligaties verlengen of omzetten in nieuw waardepapier, of ze kunnen ze op de secundaire markt verkopen. In beide gevallen incasseren ze een waardeverlies. Bij een omruiling wordt het verlies geschat op 21 procent.

Dexia heeft al te kennen gegeven dat het wil meestappen in het Griekse reddingsplan. En dat is niet onlogisch: Dexia heeft vooral langlopend Grieks schuldpapier in portefeuille. In de eerste vijf jaar loopt er maar 600 miljoen euro af. Als die obligaties omgezet worden in nieuw papier zou Dexia daarop een geschat verlies van circa 125 miljoen euro moeten boeken. Niet onoverkomelijk.

Bij KBC is het verhaal anders. Die bank heeft ‘maar’ voor 440 miljoen euro Griekse obligaties in portefeuille, maar die komen allemaal in de eerstvolgende vijf jaar op maturiteit. Bij omzetting in nieuw papier zou dat neerkomen op een waardeverlies van circa 90 miljoen euro. KBC heeft nog niet beslist welke houding het aanneemt tegenover het Griekse reddingsplan.

Met de voorliggende bedragen is het plan zeker niet hard of onvriendelijk voor de banksector. Maar het grote probleem is dat er een precedent geschapen wordt. Waarom zouden de schulden van Ierland en Portugal op termijn niet op dezelfde manier herschikt worden? In die logica hoeft het niet te verbazen dat investeerders ook al de risico’s van een waardeverlies incalculeren bij Italiaanse en Spaanse overheidsobligaties en die dumpen.

Nog uitdagingen

Intussen staan de Belgische banken Dexia en KBC nog voor andere uitdagingen. Dexia kondigde al eerder aan dat het een provisie van 3,6 miljard euro neemt om zijn herstructureringsprogramma versneld uit te voeren. Dat cijfer zal zwaar wegen op de halfjaarresultaten die de bankgroep begin augustus publiceert. Het is vooral uitkijken naar de snelheid waarmee de afbouw van activa verloopt. In de stresstests geeft Dexia aan dat het dit afbouwprogramma wil afronden tegen eind dit jaar, met als resultaat 7,4 miljard euro risicovolle activa minder op de balans.

Bij KBC is het bij de halfjaarresultaten uitkijken naar de mate waarin het niveau van de kredietprovisies stijgt, en of de bank bijkomende voorzieningen moet nemen voor haar grote kredietportefeuille in Ierland. Op korte en middellange termijn moet KBC echter vooral werk maken van zijn desinvesteringsprogramma. Want eigenlijk staat de groep daar nog altijd maar halfweg.

Een eerste plan om de Tsjechische en de Hongaarse banken CSOB en K&H naar de beurs te brengen mislukte en is nu vervangen door een plan om de Poolse Kredyt Bank en de verzekeraar Warta te verkopen. Dat moet zo’n twee miljard euro opbrengen. Nog eens minstens een miljard wil KBC puren uit de verkoop van de privatebankinggroep KBL. Benieuwd hoe lang de Europese Commissie het getalm van KBC blijft verdragen.

PATRICK CLAERHOUT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content