GRENZEN AAN BELANGENVERMENGING
De Brugse politicus Pierre Chevalier zegt: “Meer mensen uit het bedrijfsleven zouden aan politiek moeten doen, en andersom.” Met die uitspraak reageerde de Open VLD-senator onthutst op zijn gedwongen ontslag bij een Congolese mijngroep. Hij hoopte zijn nieuwbakken benoeming tot speciale gezant van de Belgische regering bij de VN-Veiligheidsraad te combineren met zijn nieuwe functie als gedelegeerd bestuurder bij George Forrest International (GFI), waarvan hij al ondervoorzitter was.
Op blz. 56 leest u hoe oud-minister Paul De Keersmaeker, oud-Europees Commissaris Frits Bolkestein en de Rus Alexander Bessmertnykh, gewezen minister van Buitenlandse Zaken, hun politieke ervaring ten dienste stellen van het bedrijfsleven. En er zijn ondernemers die in het parlement stappen of doorstoten naar ambtelijke topfuncties, zoals de aangekondigde Amerikaanse ambassadeur in Brussel, Sam Fox, een zakenman uit Missouri.
Chevalier heeft een punt: wisselwerking tussen politieke functies en posities in het bedrijfsleven kan leiden tot meer realiteitszin in de politiek. Al is dat geen garantie, zoals het ‘geval-Chevalier’ jammerlijk aantoont: de senator, maar ook de regeringstop en Open VLD, hadden schijnbaar nooit stilgestaan bij mogelijke belangenvermenging tussen een gezantschap bij de Veiligheidsraad en een leidinggevende positie in een bedrijf dat in diezelfde Veiligheidsraad werd aangeklaagd voor plundering van bodemrijkdommen in Congo.
“Karel Van Miert is wel bestuurder bij De Beers, van de bloeddiamanten,” sneerde Chevalier in een krant. Nuance: Van Miert bekleedt geen enkel politiek topambt meer en, terloops, hij is bestuurder bij Anglo American. Wat Pierre Chevalier niet begrijpt, is dat minimaal fatsoen gebiedt dat managers en bedrijfsleiders al hun functies neerleggen wanneer ze voor een ministerportefeuille, een ambassadeurschap of gezantschap bij een internationale instelling kiezen en dat alleen gewezen EU-commissarissen of ministers en oud-ambassadeurs bedrijfsmandaten opnemen.
Op een lager niveau, een zitje in Kamer of Senaat, of een burgermeesterschap koppelen aan een bestuursmandaat in een vennootschap, werkt bevruchtend in beide sferen. Maar het neigt naar vergaande normvervaging, zelfs naar schaamteloze arrogantie, wanneer toppolitici geen graten zien in het tegelijk cumuleren van een hoge functie in een betwistbare Congolese mijngroep en bij de Verenigde Naties.
In een eerbare politieke cultuur zou ten minste een afkoelingsperiode van één jaar moeten gelden tussen het loslaten van een toppositie in een onderneming en het bekleden van een politiek topambt, zoals sinds kort voor aftredende EU-commissarissen van toepassing is.
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier