Goed verzekeren tegen brand doet u zo
Een brandverzekering dekt meer dan alleen het risico van brand. Hoe zorgt u voor een perfecte dekking?
Brandverzekeringen hebben de jongste jaren belangrijke wijzigingen ondergaan. “Vroeger pasten verzekeringsmaatschappijen elke drie à vijf jaar hun polissen aan, nu zien we bijna jaarlijks aanpassingen”, zegt David Van Reeth, de zaakvoerder van het zakenkantoor Eggermont & Cuyckens. “Door de jaren zijn de waarborgen steeds verder verruimd. Zo is een aanrijding door een voertuig mee gedekt en zijn beschadigingen door inbrekers standaard verzekerd. Ook schade die is veroorzaakt door winden van 80 kilometer per uur zijn gedekt, terwijl die limiet vroeger 100 kilometer bedroeg. In 2006 gebeurde de belangrijkste wettelijke aanpassing: de toevoeging van de wettelijke waarborg tegen natuurrampen.”
Vroeger pasten de verzekeraars een lineair tarief toe. Vandaag daalt de premie naarmate een hoger kapitaal wordt verzekerd. Cliënten kunnen kiezen voor een degelijk basisproduct, en daar tegen een extra premie bijkomende of betere waarborgen aan toevoegen, zoals een dekking voor de tuin, een zwembad of diefstal (upselling). Een dekking voor zonnepanelen is niet in alle polissen standaard inbegrepen. In tien jaar is de prijs van een brandverzekering met ongeveer de helft gestegen. Die prijsverhoging is voor een groot stuk te wijten aan de waarborg tegen natuurrampen.
Evenredigheidsregel
Als verzekeraars worden aangesproken om een schadevergoeding te betalen, maken ze een schatting van het bedrag dat ze moeten uitkeren. Daarvoor kijken ze naar de waarde die verzekerd is. Als ze vaststellen dat die lager is dan de werkelijke waarde van de woning, passen ze de evenredigheidsregel toe. Ze betalen een lagere schadevergoeding, in functie van de verhouding tussen de verzekerde en de werkelijke waarde.
Stel dat een woning die is verzekerd voor 250.000 euro voor 50.000 euro schade heeft opgelopen bij een brand. De eigenaar heeft onlangs verbouwd, maar hij heeft dat niet gemeld aan de verzekeraar. De verzekeraar stelt vast dat de woning 300.000 euro waard is. Hij keert dan een bedrag uit van 50.000 euro x 250.000 euro (de verzekerde waarde), gedeeld door 300.000 euro (de werkelijke waarde). Dat betekent dat de verzekerde slechts 41.667 euro ontvangt.
Het is dan ook belangrijk een woning correct te verzekeren. Een verzekerde doet er verstandig aan zijn verzekeraar op de hoogte te brengen van alle verbouwingen, aanpassingen, renovaties en uitbreidingen die hij doet aan zijn woning. Die kunnen allemaal een invloed hebben op het verzekerde risico en het te verzekeren kapitaal. In principe betaalt hij dan wel een hogere verzekeringspremie.
Met een zogenoemde dekking in eerste risico laat de klant een bepaald kapitaal verzekeren. Dat is het maximale bedrag dat de verzekeraar vergoedt, ook als de werkelijke schade hoger is.
Correct verzekerd
Alle maatschappijen hebben hun manier om de waarde van een gebouw te schatten. Zo hanteren veel verzekeraars een waardering die is gebaseerd op het aantal plaatsen in de woning. Dat is een eenvoudig systeem: de verzekeraar hoeft er niet eens voor ter plaatse te gaan. Er zijn wat verschillen tussen de maatschappijen: de ene verzekeraar rekent de keuken of de badkamer niet mee, de andere dan weer wel. Bij de ene telt een garage voor twee wagens als één plaats, bij de andere zijn dat twee plaatsen. En er zijn brandverzekeraars die de waarde van een nieuwbouw laten schatten door een expert.
Het verzekerde kapitaal kan ook worden vastgesteld met een evaluatierooster. Dat verschilt van verzekeraar tot verzekeraar, maar het heeft een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Zo wordt gevraagd naar het bouwjaar van de woning, het aantal plaatsen, de afwerking, het aantal badkamers en garages, de oppervlakte van de kelder en welke materialen in de woning zijn gebruikt. Op basis daarvan bepaalt de brandverzekeraar de verzekerde waarde en de premies.
Het evaluatierooster heeft als voordeel dat er meer wordt verzekerd dan het verzekerde kapitaal. Dat heet de doorbreking van het kapitaal. “Stel dat een klant door het rooster aan een verzekerd kapitaal van 350.000 euro komt”, geeft David Van Reeth als voorbeeld. “Na een gasontploffing moet het gebouw later worden gesloopt. Een soortgelijk gebouw neerzetten met dezelfde afwerkingsgraad blijkt 400.000 euro te kosten. De verzekeringsmaatschappij vergoedt dan 400.000 euro en geen 350.000 euro.”
Verzekering van de inboedel
Er zijn drie manieren om zich in te dekken tegen schade aan de inboedel. Zo is er de waardering op basis van het aantal plaatsen in de woning of op basis van een maximumbedrag per voorwerp. Als de verzekerde kiest voor een maximumbedrag per voorwerp, worden enkel de voorwerpen vergoed die hij uitdrukkelijk laat verzekeren. De premie wordt berekend in functie van een vastgelegde maximale vergoeding.
Een andere manier is dat de verzekerde een algemeen verzekerd bedrag vastlegt. Sommige verzekeraars bieden automatisch een dekking in eerste risico voor een inboedel van 35.000 euro. Bij een concurrent kan dat 47.000 euro zijn. Zo’n dekking in eerste risico houdt risico’s in. David Van Reeth geeft een voorbeeld: “Iemand laat 75.000 euro verzekeren. Bij een dekking in eerste risico is dat het maximale bedrag dat wordt uitgekeerd. Heeft die cliënt een inboedel die eigenlijk 100.000 euro waard is, dan wordt hij voor 25.000 euro niet vergoed.”
Een belangrijke optie in een inboedelverzekering is de dekking tegen diefstal. De premie hangt af van de woonplaats en de aanpalende percelen. “Goed vergelijken is de boodschap, vooral voor de vergoeding van juwelen”, adviseert Van Reeth. “Hoe juwelen worden vergoed en tot welk maximumbedrag, verschilt van maatschappij tot maatschappij. Vaak is er een limiet tot 15.000 euro. Wie meer juwelen heeft, kan dus het beste een aparte verzekering afsluiten. Juwelen worden in de klassieke polissen doorgaans niet volgens de nieuwwaarde verzekerd, maar tegen een vervangingswaarde.”
Evolutie van de bouwprijzen
De index van de bouwprijzen – de ABEX-index – bepaalt hoeveel bouwen kost. Door de invoering van nieuwe normen zoals voor dubbelglas en de aanwezigheid van een opvangput voor regenwater, stijgen de gemiddelde bouwkosten, waardoor de index stijgt. Het verzekerde kapitaal en de brandpremie stijgen daardoor mee. Toch houden verzekeringsmaatschappijen enkel rekening met de toestand van de woning. Als een woning enkel glas heeft en alle vensters springen bij een brand, betalen ze een uitkering voor enkel glas, niet voor dubbelglas.
Johan Steenackers
Verzekerden kunnen kiezen voor een basisproduct, en daar een extra premie bijkomende of betere waarborgen aan toevoegen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier