GLOBALISEREN EN LEREN
STAKEHOLDERS-SYMBIOSE.
Een van de grootste zwakheden van de regio, vooral in Zuidoost-Azië, is het tekort aan goed opgeleide arbeidskrachten. Maleisië, Indonesië, Thailand moeten elders een beroep doen op ingenieurs en managers.
“Ze zijn amper twintig jaar geleden uit de startblokken geschoten,” relativeert Fons Trompenaars. “De kracht van hiërarchische structuren weegt ook hier door: de elites hebben een degelijke opleiding gehad, de rest nog niet. Lokaal management zal echter heel snel opgeleid worden door internationaal opererende bedrijven. Samsung bijvoorbeeld heeft stevige trainingsprogramma’s, waarop onder andere United Notions wordt uitgenodigd. Idem voor de JAL Academy van de Japanse luchtvaartmaatschappij. Bedoeling is: leren omgaan met de westerse cultuur en managementtechnieken. Hetzelfde doen wij voor Motorola en andere westerse multinationals. Want zelfs in een nachtmerriescenario, waarbij de westerse wereld gewoon heel Azië zou opkopen, kunnen economie en bedrijven zich in het huidige stadium van ontwikkeling geen parasitaire symbiose veroorloven – waarin de ene de andere leegzuigt. Je ziet dat bedrijven die dat zouden kunnen doen, dit soort neokoloniale praktijken uit eigenbelang en in een langetermijnstrategie verwerpen. Men gaat steeds meer naar allianties, naar vormen waar men van elkaar leert en samen wat creëert om te kunnen overleven. Stakeholders-symbiose dringt zich op. Trouwens ook shareholders geraken meer en meer met elkaar vervlochten: hoeveel Aziaten zijn mede-eigenaar van Ford? Binnenkort bestaat 50% van de wereldeconomie uit globaliserende bedrijven. Qua eigendomsstructuur. Maar ook als het een volbloed Europees of Amerikaans bedrijf zou zijn dat in Korea of in Indonesië opereert, dan nog zal men lokaal management moeten opleiden. En dat is maar een kwestie van tijd, gelet op de leerbereidheid van de Aziaten en hun vaardigheid om westerse met oosterse concepten te verbinden.”
Waarom zijn Japanse en andere Aziatische bedrijven nooit echt goed geweest in het globaliseren? “Omdat het ‘ hogecontextculturen’ zijn. Als ik ‘interessant’ zeg of ‘ja’, kan dat in zo’n hogecontextcultuur een heleboel betekenen,” zegt Trompenaars. “De essentie van de communicatie is afhankelijk van in welke setting je zit. De context bepaalt de betekenis van die ‘ja’. Amerika en Nederland zijn lagecontextculturen (België neigt veeleer naar een hoge context). In een lagecontextcultuur zegt men botweg waar het op slaat. Voor landen met hogecontextculturen is het moeilijker om te globaliseren, want op afstand valt die context weg. Aziaten gaan liever samen zitten omdat telefoon en e-mail minder geschikt zijn. Je ziet dus ook dat Japanners vaak in groep gaan: ze nemen de context mee. Maar dat is lastig als je wil globaliseren en dat willen ze nu ook bijstellen.”
ERIK BRUYLAND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier