Glijmiddel van fiscus treft doel

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Door de complexiteit van de belastingregels gaat het aantal aanvragen voor een voorafgaand akkoord met de fiscus spectaculair omhoog. In ruil legt de rulingcommissie de bedrijven bijkomende voorwaarden op. Is dat wel wettelijk?

Sinds 1993 kunnen bedrijven op voorhand een bindend akkoord met de overheid sluiten over de fiscale behandeling van hun geplande transacties. Met deze rulings hoopt de regering meer rechtszekerheid te creëren en buitenlandse investeringen aan te trekken. Maar dan moeten de ondernemingen wel met de billen bloot.

Tot vorig jaar sloeg de maatregel niet aan. Maar toen veranderde de regering het geweer van schouder en breidde ze de bevoegdheden van de onafhankelijke Dienst Voorafgaande Beslissingen (DVB) uit. Nu gaan steeds meer bedrijfsleiders bij de duivel te biecht om een gepeperde rekening achteraf te vermijden. Zo kreeg de rulingcommissie in 2006 welgeteld 570 aanvragen. Dat is een stijging met 52 % tegenover 2005. Het aantal al dan niet anonieme verzoeken om inlichtingen (de zogenaamde prefilings) nam in dezelfde periode zelfs toe met 230 %, tot 575. De DVB keurde 293 van de 383 dossiers (77 %) goed. Bovendien is het systeem flexibel: de ondernemers kunnen in de loop van het onderhandelingsproces hun voorstellen aanpassen. Het oude conflictmodel tussen fiscus en belastingplichtige lijkt plaats te maken voor het harmoniemodel.

Deze cijfers bevestigen een internationale trend. Ook in Amerika schoot het aantal rulings met 50 % de hoogte in. “Vooral op het vlak van de verrekenprijzen – interne facturen tussen bedrijven van dezelfde groep – wensen de ondernemingen meer duidelijkheid,” bevestigt Caroline Silberztein, hoofd transfer pricing van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso). “Ze willen geen onaangename verrassingen, zoals GlaxoSmithKline. Dat farmaceutische concern moest vorig jaar 3 miljard dollar bijbetalen aan de Amerikaanse fiscus. De toenemende complexiteit van de fiscale wetgeving, én de strengere belastingcontroles, zetten bedrijven aan een ruling te vragen.”

Vage begrippen

In principe kunnen bedrijven met al hun fiscale vragen bij de DVB terecht. In de praktijk buigt de rulingcommissie zich voornamelijk over domeinen waar de wetgeving vage begrippen hanteert, zoals:

abnormale of goedgunstige voordelen bij transacties tussen bedrijven van dezelfde groep

rechtmatige financiële of economische behoeften bij fusies en splitsingen

normaal beheer van privévermogen bij de realisatie van interne meerwaarden.

Deze omschrijvingen zijn vatbaar voor uiteenlopende interpretaties, zodat de belastingplichtigen de fiscale gevolgen van hun handelingen niet correct kunnen inschatten. De ruling is dan de enige manier om juridische geschillen met de fiscus te vermijden. Reorganisaties, zoals fusies of splitsingen, en verrekenprijzen zijn de klassieke thema’s. Daarnaast pakt de DVB vooral interne meerwaarden, erfpacht en kwijtschelding van schulden aan. Op dit vlak heeft de dienst zelfs richtlijnen gepubliceerd (zie kader: 5 aanbevelingen van de rulingcommissie). Intussen maakt ze schoorvoetend ook al afspraken over de notionele intrestaftrek. “Dankzij deze overeenkomsten kunnen ondernemingen de belastingkosten van hun transacties op middellange termijn budgetteren,” zegt Isabel Verlinden, hoofd European transfer pricing bij PricewaterhouseCoopers (PwC). “Dat is vooral voor beursgenoteerde bedrijven belangrijk. Om verrassingen te voorkomen, willen de investeerders een duidelijke en transparante rapportering over de financiële toestand van de vennootschap. Ook wil het management competitieve beslissingen nemen, zodat de lasten beperkt blijven. Fiscale optimalisatie is dan helemaal legitiem.”

De DVB analyseert de aanvraag op zijn wettelijkheid, maar dikwijls ook op zijn bedrijfseconomische merites. Didier Van Laere, vennoot van het advocatenkantoor DVVC: “Deze houding zie je zelden bij fiscale administraties. Wel legt de rulingcommissie bepaalde voorwaarden op (zie kader: 4 voorwaarden voor ruling). Soms mogen er bijvoorbeeld gedurende een bepaalde periode geen kapitaalverminderingen of dividenduitkeringen meer gebeuren om een goedkeuring van de DVB te krijgen. Ook het tijdelijke verbod op de verkoop van aandelen en het behoud van tewerkstelling behoren tot de klassieke engagementen. Belastingplichtigen met een dubbele agenda vallen dus uit de boot.” “De fiscale wereld is in ieder geval beter af met DVB dan zonder,” bevestigt zijn collega Bart Coopman (DVVC). “De rulings geven rechtszekerheid in gevallen waar belastingadviseurs vroeger altijd onder voorbehoud advies moesten geven.”

Stemmingmakerij

Maar volgens parlementslid Carl Devlies (CD&V) misbruiken sommige multinationals de DVB om zo min mogelijk belastingen te betalen. Als voorbeeld verwijst hij naar de ruling voor een Belgische vennootschap, die de interest op eigen winstdelende converteerbare obligaties – onderschreven door een Luxemburgse zustermaatschappij – aftrok als beroepskosten. “Dat is fiscale ontwijking,” aldus Devlies. Hij vreest voor de precedentwaarde van deze beslissing.

“Strikt juridisch bekeken kan dat niet,” repliceert Verlinden. “Dat is onlangs nog bevestigd door een Antwerpse feitenrechter. Er zijn natuurlijk wel de beginselen van behoorlijk bestuur, waardoor je je mag beroepen op de ruling van een ander, op voorwaarde dat de omstandigheden gelijkaardig zijn. Op dit vlak hanteert de Nederlandse fiscus wat meer flexibiliteit. Persoonlijk raad ik de bedrijven aan deze techniek pas toe te passen als je werkelijk een tendens kan vaststellen. Zo kreeg een klant van PwC een ruling die de Busquintaks – de heffing op farmaceutische geneesmiddelen op voorschrift – als een gewone belasting beschouwt bij het bepalen van bepaalde verrekenprijzen. Ik zie niet in waarom andere farmabedrijven dit niet ook zouden kunnen toepassen, zelfs zonder ruling.”

Verlinden ergert zich blauw aan de poujadistische kritiek van CD&V: “Door de rulings af te schilderen als een instrument van belastingontduiking voor multinationals, dreigen we het kind met het badwater weg te gooien. Nu ons land eindelijk rechtszekerheid – de achilleshiel van ons fiscaal stelsel – biedt, komen de voorafgaande akkoorden in een negatief daglicht. Het gevolg is dat multinationals geen Belgische rulings meer durven aanvragen en onmiddellijk voor een buitenlands alternatief kiezen om problemen te vermijden. Zo zullen we heel wat investeringen mislopen.”

De topvrouw van PwC noemt de opmerkingen van Devlies dan ook een electoraal luchtpistoolschot. Verlinden: “De aantijging doet me denken aan de kritiek op de stoomtrein. Die uitvinding had ook nadelen, maar ze wogen niet op tegen alle voordelen. Na financiële schandalen zoals Enron en WorldCom heeft de politieke wereld tal van initiatieven genomen om beursgenoteerde groepen te responsabiliseren. Duurzame bedrijven geven nu de voorkeur aan zekerheid over de fiscale gevolgen van hun transacties. Dat is beter dan de vaak betwistbare interpretaties van een belastingcontroleur af te wachten. Daarom breiden tal van landen in de hele wereld – gesteund door de Europese Commissie en de Oeso – hun rulingpraktijken uit. Laten we deze boot niet missen.”

Onderbemanning

Wel vragen vele waarnemers zich af of de DVB wel over voldoende manschappen en middelen beschikt om de toenemende stroom van aanvragen binnen een redelijke tijdsspanne te behandelen. Het huidige personeelsbestand is goed en flexibel, maar de werkdruk ligt hoog. Daarnaast vreest Bart Coopman (DVVC) dat de fiscus een soort pseudowetgeving creëert door veel uniforme rulings uit te vaardigen, met steeds weerkerende voorwaarden. “Mijn bezwaar daartegen is vooral dat die engagementen niet democratisch tot stand komen. Ik kan me bijvoorbeeld niet inbeelden dat het Belgische parlement een wet zou goedkeuren die een familiale herschikking van aandelenpakketten of het vooruitlopen op een verdeling van een erfenis niet als een economisch verantwoord motief zou beschouwen voor een splitsing van een familiebedrijf. Nochtans komt dit vaak terug in de afwijzingen van de DVB.”

Toch worden de meeste rulings – zij het anoniem en aangepast of ingekort door de administratie om de privacy van de betrokken ondernemingen te waarborgen – na verloop van tijd op het internet gepubliceerd (www.ruling.be). Zo vormen de uitspraken van de DVB een referentiekader voor andere bedrijven. Op de website staan zelfs concrete richtlijnen. “Maar bij betwisting zal elke rechtbank voor elk apart geval beslissen of een bepaalde handelwijze conform de fiscale voorschriften is, ongeacht wat de DVB beslist heeft,” nuanceert Coopman. Tot nu toe zijn er nog geen tegenstrijdigheden geweest. Maar dat is slechts een kwestie van tijd.

“Bij eenduidige rechtspraak zullen we onmiddellijk onze standpunten aanpassen,” belooft DVB-voorzitter Luc Batselier. Hij ontkent met klem dat de DVB een staat binnen een staat vormt. “We verduidelijken alleen bepaalde begrippen uit de wet door daar een concrete invulling aan te geven. Bovendien is elke beslissing gemotiveerd. Zo fungeren onze anonieme publicaties als referentiekader.”

Klanten moet je verdienen

Bij de fiscus vindt geleidelijk een mentaliteitswijziging plaats. Zo noemt de DVB de bedrijven die een ruling aanvragen ‘klanten’. Batselier: “We moeten ons duizendtal klanten elke dag opnieuw verdienen. Daarom staan wij open voor elk gesprek met de belastingplichtige. Maar de rulingcommissie beoordeelt alleen concrete situaties. Voor fiscale tips moeten de ondernemingen bij adviseurs terecht.”

Wel bevestigt de DVB-voorzitter de verschuiving naar prefilings. Batselier: “De eerste drie maanden van dit jaar laten al een stijging van 70 % zien. Omdat het moeilijk is de aanvraag bij te sturen in de loop van de formele procedure, geven steeds meer bedrijven de voorkeur aan informele gesprekken op voorhand. Zo kunnen ze hun slaagkansen inschatten en hun dossier aanpassen. Toch vrees ik geen vloedgolf van aanvragen. Dankzij de publicatie van onze beslissingen en aanbevelingen kunnen de ondernemingen de fiscale gevolgen van hun geplande acties zelf berekenen.”

Intussen blijft de DVB groeien. Sinds deze maand telt de dienst 85 hooggeschoolde medewerkers. Tegen 2010 wordt een personeelsuitbreiding naar 115 ambtenaren verwacht. “Zo hopen we de gemiddelde doorlooptijd, die nu nog 98 dagen bedraagt, in te korten,” zegt Batselier. In dit bestek zitten echter niet de prefilings, zodat de hele procedure makkelijk een halfjaar kan duren. Ook moet de DVB-voorzitter toegeven dat niet alle akkoorden met naam en toenaam gepubliceerd worden. Batslier: “De opheffing van de anonimiteit zou de transparantie verhogen. Maar we zitten nu eenmaal met het beroepsgeheim. Ter bescherming van de privacy van de ondernemingen staan de rulings anoniem en ingekort (soms zelfs helemaal niet) op de website. Zo ontstaat de verkeerde perceptie dat wij multinationals helpen hun belastingen te ontwijken.”

Sluipende wetgeving

Advocaat Axel Haelterman van Freshfields noemt de beleidslijnen die de rulingcommissie publiceert, een sluipende wetgeving of pseudoregelgeving. Maar hij vindt de publicatie toch een goede zaak voor de efficiënte werking van de fiscus. “Door de complexiteit van de fiscaliteit is deze evolutie onvermijdelijk. Maar parlementair toezicht is noodzakelijk. De DVB (en andere belastingdiensten) zouden periodiek aan de Kamercommissie van Financiën inhoudelijke toelichting bij hun standpunten moeten geven. Eventueel kan aan niet-ambtenaren gevraagd worden bemerkingen te formuleren. Op die manier is het parlement op de hoogte van de pseudoregelgeving en kan het eventueel de interpretaties bijsturen.”

TRENDS OPINIE

Sluipend gif. Blz. 100.

WWW.TRENDS.BE

De praktische modaliteiten van een ruling.

Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content