Glas in museum
Meyvaert Glass Engineering levert hightech vitrinekasten aan het Louvre in Parijs, de Hermitage in Sint-Petersburg en het MAS in Antwerpen. Frédéric Meyvaert is de zevende generatie die aan het hoofd van het familiebedrijf staat.
Nieuw-Zeeland, Zwitserland, Rusland, Hongkong en Saoedi-Arabië, voor een kleine kmo doet Meyvaert het niet slecht. Het Gentse familiebedrijf specialiseerde zich veertig jaar geleden in vitrinekasten voor musea en nagenoeg alle belangrijke musea zijn klant. Denk maar aan de Hermitage in Sint-Petersburg, het Louvre in Parijs of Victoria & Albert in Londen.
Ook in Belgische kunsthuizen zijn hun vitrines alomtegenwoordig, onlangs nog het Gentse STAM en het Antwerpse MAS. Daarnaast werken ze ook voor privé-initiatieven. Toen Katoen Natie-baas Fernand Huts zijn indrukwekkende textielcollectie wilde tentoonstellen, klopte hij aan bij Meyvaert. Maar toen het glasbedrijf vorig jaar z’n 185ste verjaardag beleefde, hing de vlag niet uit.
“Dat we ouder zijn dan België, is voor ons normaal. Natuurlijk ben ik daar wel een beetje trots op. Maar we vieren geen jubilea. Dat ligt niet in onze aard. We werken liever gestaag verder”, klinkt het nuchter bij CEO Frédéric Meyvaert. “We zijn nog altijd in familiehanden en hebben geen schulden. We hebben nog nooit overwogen om naar de beurs te stappen. We blijven met onze voeten op de grond en streven naar stabiliteit.”
TRENDS. We zouden bijna denken dat Meyvaert ouderwets is.
FRÉDÉRIC MEYVAERT. “Integendeel. Al sinds de opening van een spiegelfabriek in 1826 zijn we innovatief. In die tijd was industriële spiegelproductie helemaal nieuw. Vele generaties later innoveerde mijn vader, Paul, opnieuw. Hij was een van de eerste Vlerick-boys en kwam aan het begin van de jaren zestig in het familiebedrijf met een boel frisse inzichten. Spiegels waren toen onze corebusiness. Daarnaast maakten we aluminium ramen en dubbele beglazing. Eigenlijk was dat het zwakke broertje, er was veel concurrentie en weinig toegevoegde waarde. Toch sloot mijn vader het glasatelier niet. Alleen door je te specialiseren, kun je een grotere toegevoegde waarde creëren. We begonnen met kogelwerend glas en beveiligden Belgische banken. Via die veiligheidsniche kwam de vraag naar beschermende vitrinekasten voor musea.”
Enkele jaren geleden nam u het bedrijf over. Wijzigde u ook van koers?
MEYVAERT. “De jongste jaren evolueerde Meyvaert van een productiebedrijf naar een ingenieursbedrijf. Vandaag is het vooral een hightech verhaal. Daarom voegden we ook het adjectief ‘engineering’ toe aan onze naam. Nu halen we alle basiscomponenten buitenshuis. De pre-assemblage doen we nog altijd in Gent. De eindassemblage gebeurt ter plekke in het museum. We blijven vaklui.”
“Directe opdrachten krijgen we zelden. Het zijn altijd aanbestedingen. Wie het beste voorstel doet voor de beste prijs, wint de wedstrijd. Helaas merk ik dat geld steeds vaker de doorslag geeft. De beste zijn is tegenwoordig niet meer voldoende. In vergelijking met andere bedrijven zijn wij duurder. Logisch als je weet dat we het moeten opnemen tegen een Duitse fabrikant die overheidssubsidies krijgt en een Italiaanse firma die haar Bulgaarse werknemers 8 euro per uur betaalt.”
“Cru gezegd kan iedereen met wat glasplaten en een tube lijm een vitrineke in elkaar knutselen. Wat wij leveren, gaat veel verder. Wij zorgen er samen met de architect, scenograaf en conservator voor dat een museumbezoek een interessante ervaring wordt. Dat de collectie tot leven komt. We zijn al vanaf het eerste stadium betrokken bij het project en reiken oplossingen aan voor de presentatie. Dat gaat niet alleen over vitrinekasten, maar ook over klimaatbeheersing, belichting en integratie van nieuwe media. Daarnaast blijft de museumwereld echt een people business. Er komt lobbywerk aan te pas. Zeker mijn vader – officieel met pen-sioen – is nog altijd erg actief.”
Weet u het meest van economie, kunst of glas?
MEYVAERT. “Zonder notie van kunst, kun je dit werk niet doen. Je moet inhoudelijk kunnen communiceren met de conservators. Persoonlijk houd ik erg van etnische kunst, maar ik verdiep me met evenveel plezier in antieke schilderkunst, middeleeuwse sculpturen of tapijten. Van opleiding ben ik econoom, een handig allround paspoort voor iemand die de zakenwereld in wil. Al kon de studie me niet echt boeien. Pas toen ik in het bedrijfsleven stapte, begreep ik het nut van vakken zoals boekhouden, fiscaliteit en financieel beheer.”
Hoe is de vitrinebranche veranderd?
MEYVAERT. “Vroeger was een vitrine in feite een noodzakelijk kwaad als bescherming tegen diefstal of luchtvochtigheid. Wij zien het positiever. Voor ons is een vitrine een mogelijkheid om een object mooi te presenteren en om het tot leven te laten komen. Daarvoor gebruiken we een theatrale belichting. Dat is zowel esthetisch als educatief. Met onze hele fijne lampen belichten we het belangrijkste detail iets feller dan de rest. Die ‘lichtvlek’ trekt onbewust onze aandacht. Zo geven we de bezoekers al wat informatie mee zonder dat ze daarvoor het etiket ernaast moeten lezen.”
De dood van het museum is al meermaals aangekondigd, niet zelden door pleitbezorgers van het internet. Hebt u schrik dat uw branche verdwijnt?
MEYVAERT. “Een object zien op een scherm of in het echt, is een verschil van dag en nacht. Vroeger waren musea doodsaai, een plek voorbehouden aan bejaarden en scholen. Gelukkig kunnen we nu dankzij de hedendaagse techniek museumcollecties tot leven laten komen. Immersion is het toverwoord in de museumwereld. Bezoekers moeten letterlijk ondergedompeld worden in de collectie. Dramatische verlichting en projectie zijn daarbij veel belangrijker dan iPads. Die komen pas op de tweede plaats.”
Het museum gaat een glorierijke tijd tegemoet.
MEYVAERT. “Absoluut. De Franse president François Mitterrand zette als een van de eerste cultuur op de politieke agenda. Hij vond het minstens even belangrijk als sport en investeerde er flink in. Die gedachte is tegenwoordig gemeengoed. Als het om politiek gaat dan toch. Bedrijven maken hun sponsorbudget meestal op aan sport. Dat zou ik graag anders zien. Investeren in kunst is niet alleen goedkoper, maar ook veel duurzamer. Wie zorgt voor ons cultureel erfgoed, overleeft vele generaties.”
IRIS DE FEIJTER
“Investeren in kunst is niet alleen goedkoper, maar ook veel duurzamer. Wie zorgt voor ons cultureel erfgoed, overleeft vele generaties” Frédéric Meyvaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier