Gids voor ziekenhuizen en -fondsen
Besco heeft de ontbrekende schakel gevonden in de informatieverstrekking aan ziekenhuizen, ziekenfondsen en verzekeraars. Ze heeft de elektronische informatiedienst eCoNoDat ontwikkeld die de lijst van de verstrekkingen in de gezondheidszorg (de ‘nomenclatuur’) bijhoudt.
Om te weten te komen welke regels er gelden voor de verstrekking en betaling van medische zorgen, volstaat het niet om gewoon contact op te nemen met het Riziv. Dat soort van informatie zit verspreid. Die vaststelling heeft geleid tot de ontwikkeling van eCoNoDat, dat in 2003 gelanceerd werd door de Alkense onderneming Besco, die nu genomineerd werd voor de ICT Awards in de categorie van de kmo’s. Het bedrijf brengt alle informatie bij elkaar rond de nomenclatuur, waarin alle verstrekkingen opgesomd staan, alsook de voorwaarden waaraan moet voldaan worden om ervan te kunnen genieten. Alles wordt permanent bijgewerkt. Die gebundelde informatie wordt verspreid via een elektronische dienst. De belangrijkste klanten zijn de ziekenhuizen, de ziekenfondsen en de verzekeraars.
Verspreide informatie bijeenbrengen
“Informatie rond de nomenclatuur zit doorgaans opgeslagen onder de vorm van papieren documenten die hele kasten vullen,” aldus Jos Bessemans, zaakvoerder van Besco (Bessemans Consulting) en gewezen kaderlid van Johnson & Johnson. De gegevens zijn afkomstig van het Riziv, de FOD Volksgezondheid, de FOD Sociale Zaken en de ziekenfondsen. Ze worden verspreid via informatiebronnen als het Belgisch Staatsblad of rondzendbrieven. Met eCoNoDat bewijst Besco alle betrokkenen een dienst: aan ziekenhuizen (die de gegevens nodig hebben voor hun beheer en facturering), maar ook aan ziekenfondsen en verzekeraars, die de facturen moeten nakijken.
Het is niet bepaald een enorme markt, maar Besco zorgt intussen wel voor een goede dekking. De eCoNoDat-dienst wordt gebruikt door 70 % van de ziekenhuizen, vier van de vijf grote ziekenfondsen en de vijf grootste verzekeraars.
De prijs van eCoNoDat verschilt naargelang van het type en de omvang van de instelling die klant is. “Een ziekenhuis met ten hoogste 300 bedden en een administratie met ongeveer 25 regelmatige gebruikers, betaalt bijvoorbeeld 3000 euro per jaar,” preciseert Jos Bessemans. Het eerste jaar komt daar wel nog 1000 euro bij voor installatie en opleiding. De dienst werkt volgens de volgende principes: voor grote klanten (zoals ziekenfondsen of grote ziekenhuizen) wordt de database geïnstalleerd op een lokale server en ongeveer elke maand bijgewerkt. De gegevens kunnen via een intranet geraadpleegd worden. Voor kleinere klanten (zoals psychiatrische hospitalen, OCMW’s en verzorgingstehuizen) kan de database geraadpleegd worden via internet. De toegang wordt in dat geval beveiligd met een Digipass.
Naar het buitenland?
Op technisch vlak begon ontwikkeling van de eerste versie in 2002 via een database gebaseerd op Access (Microsoft). Een zwaardere versie, met SQL-Server (Microsoft), volgde in 2004. Daarmee kan de informatie ook op internet geconsulteerd worden.
Besco (194.260 euro omzet in 2005) heeft slechts één persoon in dienst en werkt samen met enkele andere kmo’s en zelfstandigen. Zo werd de programmering voor de eCoNoDat verzorgd door ACTI uit Rillaar. De commerciële activiteit zit geconcentreerd in België. De onderneming richt zich eerder op de zoektocht naar nieuwe klanten in eigen land, maar dat neemt niet weg dat de formule van een nomenclatuurgegevensbank ook elders wonderen kan doen. “De buurlanden kennen hetzelfde probleem,” zegt Bessemans, die intussen wel andere mogelijkheden onderzoekt om zijn markt uit te breiden. “In theorie zouden we gebruik kunnen maken van onze knowhow op het gebied van de verwerking van niet-gestructureerde informatie die uit verschillende bronnen komt, tot een gestructureerd systeem,” legt Bessemans uit. “En dat geldt niet alleen voor de gezondheidssector.”
Robert van Apeldoorn
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier