Gezocht: concurrentie voor de ratingagentschappen

Peter De Keyzer Econoom, ondernemer en columnist

Gevraagd in welke vorm hij zou willen reïncarneren, antwoordde de politieke strateeg James Carville ooit: “Als de obligatiemarkt! Niemand op aarde is machtiger”. Als de markt voor schulden werkelijk bovenaan de financiële voedselpiramide staat, dan staan de ratingagentschappen hoger of toch minstens op gelijke voet. Nu ja, staan…

Bedrijven of overheden die voor vol aanzien willen worden, kunnen niet zonder een kredietrating. Het is het visitekaartje bij uitstek om een goeie indruk te kunnen maken op een wereldwijd publiek van potentiële investeerders. De ‘Triple A’ is het nec plus ultra: voor de schuldenaar een officieel certificaat van een ijzersterke reputatie en voor de schuldeiser een quasigarantie van terugbetaling. Een hoge rating plaveit de weg naar de portefeuilles van alle grote institutionele beheerders. Een ratingverlaging tot rommel staat gelijk met een verbanning naar het financiële vagevuur.

De afgelopen jaren gebruikten vele duizenden miljarden euro in pen-sioenfondsen, staatsfondsen en beleggingsfondsen de kredietratings als betrouwbare investerings-gps om te navigeren doorheen de markt van gestructureerde kredieten. Door hun semiofficiële status gingen investeerders ervan uit nagenoeg blind te kunnen varen op de kredietratings. Blind varen op een volkomen defecte gps heeft geleid tot catastrofale gevolgen. Nadat de afgelopen jaren onbewust, bewust of medeplichtig vele duizenden miljarden euro aan geld van investeerders de ravijn in werden gereden, is het hoog tijd om de invloed van de ratingagentschappen te beperken.

Recente hoorzittingen in de Amerikaanse senaat maakten op ontnuchterende wijze duidelijk hoe het beleid van de Grote Drie (Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch) mee de oorzaak was van de grootste financiële crisis sinds de jaren dertig. Eerst en vooral was het toekennen van ratings aan herverpakte kredieten geen kernactiviteit, maar bleek vooral de additionele inkomstenstroom interessant. Vervolgens ontstond een huizenhoog belangenconflict: de agentschappen kregen van investeringsbanken een stukloon per rating. Die waren er op hun beurt vooral op uit om via een AAA-keurmerk hun producten een enkeltje richting institutionele portefeuilles te verzekeren. Diezelfde investeringsbanken speelden de Grote Drie overigens gemakkelijk tegen elkaar uit om zo gunstig mogelijke ratings te verkrijgen. Als uit de risicomodellen toevallig niet de gewenste rating kwam, werden soms de basisgegevens wat ‘gemasseerd’ om een gunstiger rating te verkrijgen. Wie gelooft die mensen nog?

Politici zijn er vast van overtuigd dat de agentschappen aan belang moeten inboeten. Terecht. Het strenger reguleren van de agentschappen is echter geen oplossing. Dat zou hun quasimonopoliepositie alleen nog maar versterken en de toegangsdrempel voor nieuwe concurrenten zelfs nog hoger maken. Het oprichten van een ‘onafhankelijk’ ratingbureau door de overheid is ook al weinig geloofwaardig. De verschillende overheden, regulatoren en supranationale instellingen waren zelf allesbehalve visionair in het voorspellen van de crisis. Waarom zouden hun risicomodellen dan wel van superieure kwaliteit zijn? Bovendien, net zoals commerciële belangen speelden bij het beoordelen van producten van investeringsbanken, zouden politieke belangen doorwegen bij het beoordelen van de kredietwaardigheid van landen. Of denkt u dat een instantie als de Europese Commissie de kredietwaardigheid van Griekenland ooit tot ‘rommel’ verlaagd zou hebben?

Waarom niet gewoon de mosterd halen bij de ratings voor aandelen? Vandaag worden nagenoeg alle beursgenoteerde aandelen gescreend door talloze vermogensbeheerders, zakenbanken, particuliere banken tot zelfs beleggingsclubs. In tegenstelling tot de markt voor obligaties, maakt in het aandelenuniversum iedereen zijn eigen analyse en stuurt vervolgens zijn oordeel de wereld in. Het is perfect mogelijk om dit model ook voor bedrijfsobligaties en overheidsobligaties te gebruiken. Desnoods zou een eenvoudige certificering kunnen worden vereist om ‘officieel’ kredieten te mogen beoordelen.

Gestructureerde of complexe producten moeten maar door de kopers en de verkopers onderling worden beoordeeld op hun risico’s. Na verloop van tijd drijven de leveranciers van de beste informatie en de beste beoordelingen automatisch boven. Ratingagentschappen beschikken niet over unieke informatie of een uniek model, ze beschikken vooral over een uniek monopolie. De oplossing ligt dan ook niet in bijkomende regulering en ze moeten al zeker niet worden vervangen door de overheid. Ratingagentschappen moeten overbodig worden gemaakt. Dat ze dat zijn, hebben ze de afgelopen jaren overigens zelf treffend geïllustreerd.

DE AUTEUR IS CHIEF ECONOMIST VAN PETERCAM.

Peter De Keyzer

Blind varen op een volkomen defecte gps leidt tot catastrofale gevolgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content