GEWURGD DOOR DE JUNGLE
De informele sector wint.
“Ondernemers in Congo vinden zo veel dollars als ze maar willen, behalve in de banken,” zegt een bankier. De monetaire massa in deviezen is zesmaal groter dan in de eigen Congolese frank (die maar zo’n 100 miljoen dollar dekt of nog geen twee dollar per inwoner). Terwijl Congo alleen al aan diamant voor 40 miljoen dollar exporteert. De regering van Laurent-Désiré Kabila probeert door scherpe controles greep te krijgen op die diamantexport, maar het effect daarvan is dat de fraude naar de buurlanden toeneemt. Ook de blokkering van de wisselkoers op 9,45 Congolese frank voor 1 dollar had perverse neveneffecten, omdat die koers viermaal hoger lag dan op de parallelle markt. Vorige maand werd de koers dan toch teruggebracht op 23 Congolese frank. Maar ook dat is onrealistisch. De staat is de grootste verliezer van zijn wisselkoersbeleid en van selectieve importvergunningen, waaruit allerlei misbruiken voortspruiten.
De gevolgen zijn rampzalig voor een land dat nog bijna uitsluitend op importen draait. Maar de bankier wijst erop dat veel ondernemers goed in die schemerzones kunnen leven: “We zien heel wat nieuwkomers. Libanezen die bedrijven als het Belgische Orgaman ernstig beconcurreren, maar ook Congolezen die volle containers importeren, vrachtwagens kopen, koelkamers bouwen. Dat gebeurt allemaal in de informele sector, die nu al oploopt tot 90 à 95% van de economie. Belastingen en douanerechten worden arbitrair geïnd en komen niet in de staatskas terecht. Velen varen daar wel bij. Dat geldt echter niet voor bedrijven als Compagnie Sucrière, Orgaman of Utexafrica. Want zij worden wél gecontroleerd en zelfs geconfronteerd met honderden verzonnen taksen. Bovendien dragen zij de last van allerhande sociale voorzieningen voor hun personeel en families. Intussen moeten ze optornen tegen oneerlijke concurrenten die de weinige lokale productie wurgen, terwijl ze in de informele importbusiness goede winsten opstrijken.”
Dirigistische maar wispelturige maatregelen ondermijnen wat nog aan formele economie overblijft. Alleen de veiligheid lijkt erop vooruit te gaan in het deel van Congo dat onder controle van het Kabila-regime staat. En ondanks de chaos breekt er geen hongersnood uit in de miljoenenstad Kinshasa. De trafieken in de haven van Matadi, van Onatra (het spoor Matadi-Kinshasa) en van de Régie des Voies Maritimes gaan in stijgende lijn. Het Internationaal Monetair Fonds begrijpt er niets van, maar het Congolese mirakel houdt stand. Hoe lang nog?
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier