Gevraagd: een écht relanceplan
De economie vertraagt, het vertrouwen zinkt weg, de financiële stress neemt toe en de beleidsvoerders staan erbij en kijken ernaar. Het debat over wat de westerse overheden in deze omstandigheden nog kunnen doen, raakt overal geblokkeerd. Tea Party versus Democraten, Duitsland versus de periferie, de nota-Di Rupo, terwijl de ene partij schreeuwt om relance-plannen gefinancierd met hogere belastingen, pleit de overkant voor budgettaire gestrengheid en structurele hervormingen. Zowel de verbetenheid van beide kampen als de hoogte van de inzet maakt duidelijk dat het om een fundamenteel debat gaat. Niet alleen politici en centraal bankiers zijn verdeeld over de kwestie, ook economen staan met getrokken messen tegenover elkaar.
De Krugmannen van deze wereld komen aandragen met het stilaan versleten recept van de afgelopen decennia: als de economie te traag groeit en te weinig vraag genereert, dan moet de overheid die vraag maar tijdelijk overnemen. Hogere overheidsuitgaven hier, een politiek interessant relanceproject daar, een beetje meer ambtenaren ginder en hopla: economische groei! Die benadering rammelt op drie plaatsen. Eerst en vooral zijn de meeste van die tijdelijke maatregelen in het verleden na de groeivertraging nooit afgebouwd. De overheid was geen tijdelijke stabilisator, maar werd de facto een permanente accumulator. Of, om Ronald Reagan te citeren: ‘Er is niets zo permanent als een tijdelijke overheidsmaatregel.’ Zo komt het dan ook dat het overheidsbeslag in het Westen structureel opliep. In België bijvoorbeeld steeg het van 30 procent van het bbp in 1960 naar 54 procent vandaag. Een verdere verhoging van het overheidsbeslag is niet alleen uit economisch oogpunt complete waanzin, het is ook moreel betwistbaar. Het suggereert dat de overheid veel beter weet hoe geld besteed moet worden dan de bedrijven of consumenten die het geld uiteindelijk verdienen.
In de tweede plaats valt het te betwijfelen of extra overheidsuitgaven vandaag nog even effectief zijn als in het verleden. De budgettaire multiplicator omschrijft het netto-effect van hogere overheidsuitgaven op de economie. Een grote, gesloten economie met een evenwichtige begroting en een soepel monetair beleid heeft typisch een grote multiplicator: tussen 1 en 1,5. Voor elke 100 euro overheidsuitgaven neemt de economische activiteit er toe met 100 tot 150 euro. In kleine, open economieën is de budgettaire multiplicator hoe dan ook al veel kleiner. Meer zelfs, in het geval van een grote overheidsschuld of financiële instabiliteit kan de multiplicator negatief worden. Extra overheidsuitgaven leiden dan tot een daling van de economische activiteit. Een groot aantal westerse landen bevindt zich in die situatie. Kijk naar Italië. Toen dat land de aanvankelijk strenge begrotingsvoorstellen probeerde af te zwakken, betaalde het cash in de vorm van een lagere geloofwaardigheid, meer financiële stress en hogere langetermijnrentes. Het is dan ook duidelijk dat een traditioneel relanceplan voor landen als Italië, Spanje, Frankrijk maar ook België zo’n negatief effect op het vertrouwen en de financiële markten zou hebben dat het de groei zou drukken eerder dan stimuleren.
Ten slotte is er nog de ricardiaanse equivalentie. Burgers en bedrijven beseffen maar al te goed dat ze de hoge overheidstekorten van vandaag in de toekomst cash betalen in de vorm van hogere belastingen. Omdat ze daardoor minder consumeren of investeren, kunnen zelfs tijdelijk hogere overheidsuitgaven of grotere tekorten al een negatief effect hebben op de groei. De toestand van de overheidsfinanciën en de aanstormende vergrijzingsvloedgolf beangstigen consumenten en bedrijven. Wie hen wil aanmoedigen meer te besteden, moet dat doen door de overheidsschulden en het overheidsbeslag structureel te laten dalen en de cilinderinhoud van de economie op te drijven.
Kort samengevat: nieuwe overheidsschulden zijn geen deel van de oplossing, wel van het probleem. Wat écht nodig is, is een combinatie van minder overheidsschulden, minder belastingen, minder overheidsbeslag en meer innovatie, meer concurrentie, meer structurele hervormingen en dus meer groeipotentieel. Een écht relanceplan bouw je niet op meer schulden, maar op meer vertrouwen. Waar wacht iedereen nog op?
De auteur is hoofdeconoom bij BNP Paribas Fortis.
PETER DE KEYZER
Een verhoging van het overheidsbeslag is niet alleen economisch complete waanzin, het is ook moreel betwistbaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier