Georges Ugeux, live at Carnegie Hall

Weinig Belgen stonden al zo vaak op de planken van Carnegie Hall als de gewezen nummer twee van de beurs van New York: Georges Ugeux.

Carnegie Hall is een van de meest befaamde concertzalen ter wereld. De New Yorkse muziektempel werd in 1891 ingewijd met een concert, gedirigeerd door Pjotr Iljitsj Tsjaikovski.

In de loop der jaren hebben alle legendarische componisten en vertolkers van zowel de klassieke muziek als de jazz en de pop in Carnegie Hall opgetreden. Of het nu gaat om Vladimir Horowitz, Arturo Toscanini, Leonard Bernstein, Benny Goodman of The Beatles, ze waren allemaal live te zien in de zaal die haar bestaan te danken heeft aan het fortuin van staalmagnaat Andrew Carnegie. En Frank Sinatra oogstte er evenveel succes als Judy Garland.

In een heel ander stijlregister, maar eveneens voor een publiek van drieduizend man, nam Georges Ugeux er onlangs deel aan een concertversie van ‘Un Ballo in Maschera’ van Giuseppe Verdi. Dat gebeurde samen met zijn vaste groep The Collegiate Chorale, met het Orchestra of St. Luke’s en een aantal rijzende sterren aan het operafirmament, zoals de tenor Salvatore Licitra, de bariton Dmitri Hvorostovsky, de alt Ewa Podles en de sopraan Harolyn Blackwell.

One Rockefeller Plaza: verhuizen met de collega’s

Op de ochtend van de opvoering van ‘Un Ballo in Maschera’ – einde maart – was Georges Ugeux nog bezig kartonnen dozen uit te pakken in de nieuwe suite 1722 van de One Rockefeller Plaza, waar zijn nieuwe global advisors-bedrijf Galileo zijn intrek heeft genomen. Ugeux is tegelijk voorzitter en chief executive officer van de onderneming. Hij en al zijn medewerkers hadden het weekend daarvoor alles verhuisd. De luidsprekers waren nog niet aangesloten en dat vond Ugeux bijzonder jammer. De gewezen nummer twee van de beurs van New York luistert immers ook op het werk graag naar muziek. “Zowel religieuze muziek als jazz…”

Maar dat detail kan de zingende financier niet uit zijn goede luim halen. “Ik zal u alvast een ticket geven,” zegt hij. “Ik koop voor elke voorstelling een reeks plaatsen. Dat is mijn manier om het koor financieel te steunen.”

Muziek werkt duidelijk inspirerend op Georges Ugeux. “Het archetype van een leidersfiguur is voor mij de dirigent,” zegt hij vlakaf. “Hij is niet de allerbeste violist, noch de beste zanger, maar hij is wel degene die beslist over de partituur. Zodra hij zijn keuze heeft gemaakt, haalt hij het beste uit alle leden van het orkest. Dat is de ware leider. De aanmatigende manier waarop bedrijfsleiders en politici in de VS in de kijker trachten te lopen… Nee, zo zit ik niet in elkaar. Ik heb altijd goed aangevoeld wat ik de mensen die met mij samenwerken verschuldigd ben. En ze hebben dat ook altijd geweten.”

Schaarbeek: pianoles met meneer Constant

De passie van Georges Ugeux voor de muziek werd aanvankelijk gevoed door de piano. “Ik ben begonnen toen ik vijf was en ben met pianospelen doorgegaan tot aan mijn zestiende. Studeren deed ik aan de academie van Schaarbeek, onder leiding van meneer Constant. Veel later – het moet in 1985 zijn geweest – heb ik in Londen de draad opnieuw opgenomen. En toen ik terugkeerde naar België om financieel directeur te worden van de Generale Maatschappij bracht een secretaresse me in contact met de groep Oratorio. Ik had tot dan geen enkele zangles gevolgd, maar kon wel muziek lezen. Later maakte ik deel uit van een koor in St.-Louis en leidde het koor van de Sint-Albertkerk in Etterbeek. Weet u, tenoren zijn relatief zeldzaam. Mijn stem reikt makkelijk tot aan de si en soms zelfs daarboven. Toen ik vervolgens naar het Europees Investeringsfonds in Luxemburg trok, zocht ik aansluiting bij de Chorale Saint-Anne, waarmee ik een cd heb opgenomen met moderne composities geïnspireerd op de Slavische liturgie, onder meer de Vespers van Sergei Rachmaninov.”

Toen Ugeux in New York belandde, wilde hij te allen prijze blijven zingen. New York telt meer dan honderd zangkoren. “Ik heb bij vier koren auditie gedaan. Aanvankelijk maakte ik deel uit van een koor van zestig mensen, maar omdat ik geregeld op reis moest, liet mijn afwezigheid zich voelen tijdens de repetities. Ik ben toen overgestapt naar The Collegiate Chorale, waar het er wel even toegewijd aan toegaat maar waar een afwezigheid minder opvalt omdat we tenslotte met ongeveer 150 zijn. In ieder geval heb ik altijd mijn partituren en mijn cd-speler meegenomen op het vliegtuig, als compensatie voor mijn afwezigheid tijdens de repetities. Ik heb tijdens vliegtuigreizen mentaal gerepeteerd in het vooruitzicht van de drie concerten die we jaarlijks met The Collegiate Chorale in Carnegie Hall geven. Vanavond wordt het mijn twaalfde opvoering.”

Voor Ugeux is zingen een manier om emoties te doorleven. “Tijdens mijn eerste concert in Carnegie Hall stond het Requiem van Mozart op het programma. Ik kan u verzekeren dat ik het emotioneel daarbij niet onder de markt had. Tegelijk komt uit jezelf wel een buitengewone emotionele uitdrukkingskracht los. Ik hou enorm veel van het koorwerk. Ik heb nooit solo willen zingen. De harmonie die binnen zo’n groep mensen ontstaat, overstijgt je. Je stem vormt jouw bijdrage daartoe, maar dat wordt in een koor 150 keer versterkt. En die buitengewone vermenigvuldiging schept een polifonisch geheel van een adembenemende schoonheid.”

Tijdens de maand oktober, na de aanslagen van 11 september 2001, zong Georges Ugeux een Requiem dat al lang voorzien was op het programma van Carnegie Hall. Op het ogenblik van de ramp was hij zelf in Hongkong; terugkeren kon hij pas de daaropvolgende zaterdag. “Ik woon in Manhattan, mijn hele werkgroep bevond zich op Eleven Wall Street. Ik was helemaal ondersteboven. Zingen is voor mij een rouw- en genezingsproces geweest. Het heeft me geholpen om de wonden te helen die door die tragische gebeurtenissen geslagen werden.”

Lincoln Center: sponsor van Herreweghe

Georges Ugeux legt zich met hart en ziel toe op de muziek, maar spaart evenmin zijn portefeuille. Zo was hij sponsor van de Abdij van Grimbergen toen het ensemble van Philippe Herreweghe er de ‘Mis in Si’ van Bach uitvoerde. “Ik tracht te helpen als ik kan. Ik ga bijvoorbeeld na wat er in New York voor de Belgische muziek kan worden gedaan. Herreweghe was twee weken lang te zien in het Lincoln Center met de Matteuspassion van Bach. Ik heb onder meer het Orchestra of St. Luke’s, het Dessoff Choir en ons eigen koor gesponsord.”

Ugeux repeteert drie uur per week in een zaal op de vijfde verdieping van Carnegie Hall en besteedt nog eens evenveel uur aan de studie van partituren en het oefenen van zijn stem. Muziek beoefenen, vergt een grote persoonlijke discipline. Eén avond per week wijden aan de muziek betekent qua tijdsbesteding veel voor de zakenman. “Ik doe er alles aan om mijn passie voor de zang te voeden, en dat zal ook zo blijven nu ik een eigen onderneming heb opgericht.”

Maar Ugeux maakt zich ook zorgen. “Net via het koor zie ik wat het betekent om een artistieke carrière uit te bouwen. Negentig procent van de koorleden is amateur, maar we werken ook met een aantal professionals. Het gebeurt soms dat ik een professionele tenor die ons koor komt versterken, enkele dagen later drankjes zie ronddragen tijdens een receptie in het museum van Brooklyn. Dan merk ik pas wat een ongebreidelde moed sommige jongeren aan de dag leggen om hun talent te blijven ontwikkelen.”

Galileo, het bedrijf van Ugeux, heeft onlangs ook een muzikante in dienst genomen die jammer genoeg niet alleen van haar muziek kan leven. “Het is een uitstekende fluitiste. Ik heb besloten om haar in ons bedrijf op te nemen en tegelijk rekening te houden met de eisen van haar muzikale carrière. Gisteren gaf ze een concert en is ze dus niet komen werken. Ze wordt betaald volgens de tijd die ze op kantoor doorbrengt. Ik probeer te helpen zoveel ik kan. Ik beschouw dat niet als liefdadigheid, maar gewoon als een wat creatieve manier om een muzikant aan het werk te zetten. Ik voel me ongemakkelijk als ik zie hoe moeilijk het is om talent te vergoeden, terwijl de prijzen voor concerttickets zo hoog liggen.”

Serge Vanmaercke

“Een dirigent is het archetype van de leidersfiguur. Hij is niet de beste violist of de beste zanger, maar kan wel het beste uit alle leden van het orkest halen.”

“Zingen is voor mij een rouw- en genezingsproces geweest. Het hielp me doorheen de tragische gebeurtenissen van 11 september 2001.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content