Gemakkelijk beursjaar
Volgende keer zullen we vooruitblikken naar 2010, zoals het hoort aan het einde van een jaar. Vandaag blikken we terug op het afgelopen jaar en op het afgelopen decennium. Maar eerst 2009. Een gemakkelijk jaar voor de financiële markten. Kocht u obligaties? Perfect, u realiseerde een mooie return! Kocht u goud? Ook goed, want dat bereikte recordprijzen. Durfde u zowaar in aandelen te beleggen? Dubbelcijferige returns zijn uw deel! U kunt natuurlijk meteen opwerpen dat het achteraf eenvoudig is om te zeggen dat het een gemakkelijk financieel jaar was. Daar zijn we het volmondig mee eens, maar u kunt ons er niet van verdenken u niet verteld te hebben dat u beter niet al uw geld in cash aanhield. Want de opbrengst van liquiditeiten in 2009, dat is een ander verhaal. We hebben u in de loop van dit jaar vooral aangeraden in aandelen te stappen. Tenzij we nog spektakel zien in de laatste weken van het jaar, zullen de beurzen een rendement tussen 20 en 25 % laten optekenen. Dat is grotendeels in lijn met de prestaties uit het verleden, en dat in het jaar na een ‘dramatisch’ (minstens 20 % achteruitgang) beursjaar. Het is wanneer de angst regeert en het pessimisme hoogtij viert, dat er zaken te doen vallen op de beurzen en het dus ook gemakkelijk is om een goed tot uitstekend beursjaar te voorspellen. Ook al was het wachten tot begin maart voor de beurzen effectief een dieptepunt bereikten.
Met een iets betere timing was er dus nog meer mogelijk dan 20 of 25 %. Of een betere sector- of individuele selectie. Wie voluit durfde te gaan voor de extreem afgestrafte cyclische waarden kan het jaar afsluiten met een return van 50 % of zelfs nog meer. Helaas was dat zeker niet de consensus aan het begin van het jaar. Aandelen werden gemeden en aan de waaghalzen die dan toch een stuk(je) van hun vermogen in aandelen wilden stoppen, werden louter de defensieve aandelen aanbevolen: voeding en drank, telecom, farma, de nutssector… Laat dat nu precies de sectoren zijn die dit jaar achtergebleven zijn en die verklaren waarom de indexen ‘maar’ 20 tot 25 % zullen presteren. Laat het een les zijn voor ons allen, dat we agressief mogen beleggen als de koersen (zeer) laag staan en dat naarmate de stijging vordert, we steeds defensiever moeten beleggen, en niet omgekeerd! Aan het begin van het jaar wordt doorgaans het meeste geld gestopt in de activa die uiteindelijk dat jaar het zwakst presteren, zoals cash dit jaar. Gelukkig leverden de andere financiële activa wel mooie returns, zodat het gebrek aan rendement op liquiditeiten toch een beetje kon worden gecompenseerd.
Maar het verleden leert dat ook dat nooit lang blijft duren. Doorheen de geschiedenis zien we dat er in een decennium zes goede beursjaren (stijgingen van meer dan 10 %), twee tot drie matige beursjaren (0 tot 10 % stijging) en één tot twee verliesjaren zijn. Dat zijn natuurlijk gemiddelden, want zulke decennia heb je niet zo vaak. Het bijna afgelopen decennium was in die context in elk geval atypisch. De twee slechte en drie dramatische beursjaren deden de goede tot uitstekende beursjaren volledig teniet. We mogen dan ook spreken van een verloren decennium op de aandelenmarkten, waarbij de meeste indices lager staan dan tien jaar geleden en sommige dankzij de dividenden een (licht) positieve return kunnen laten optekenen. Maar wie het afgelopen decennium zwoer bij een buy & hold-strategie, zal daar niet rijk van geworden zijn. Het nieuwe decennium en zelfs millennium begon dan ook met in waarderingstermen peperdure aandelen en een gigantische zeepbel in de technologiesfeer. Die overwaardering lag aan de basis van de eerste donkere periode voor de aandelenmarkten. Een eerste keer hielp goedkoop geld ons er bovenop, maar het creëerde een zelden eerder geziene bubbel op de immobiliënmarkten. Dat was meteen ook de oorzaak van de economische en financiële crisis waar we nu nog de gevolgen van ondervinden, ook al lijkt het ergste achter de rug. Weer kregen de aandelenmarkten een stevige rammeling. Weer is het recept van de oplossingen goedkoop geld, deze keer zelfs gratis, met een massale schuldenopbouw bij de overheden van de geïndustrialiseerde landen erbovenop. De slotsom van het decennium is dat extreme zeepbellen, zoals we er eerst in 2000 eentje op de aandelenmarkten hebben gezien en in 2007 op de vastgoedmarkten, vele jaren vergen om uit te zieken. Minimum één decennium en meestal zelfs anderhalf tot twee decennia. We vrezen trouwens dat de laatste grote zeepbel, die van de obligaties, gebarsten is of aan het barsten is. Dat belooft voor het komende decennium niet veel goeds voor obligatiebeleggers. (c)
Danny Reweghs
Zeepbellen uitzieken, duurt minimum één decennium, vaak zelfs twee decennia.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier