“Gelukkig moet ik West-Vlaanderennu en dan verlaten”
Tineke Teerlynck (53) is vanaf 4 oktober niet langer nationaal voorzitster van het vrouwennetwerk Markant. De druk bezette vrouw achter de West-Vlaamse ondernemer Bernard Vanden Avenne, dat blijft ze wel.
Tineke Teerlynck stond bijna zes jaar lang aan het hoofd van Markant, een netwerk voor ondernemende vrouwen. Zelf was ze nooit zelfstandig ondernemer. Of ze daar toch geen spijt van heeft, vragen we haar voor de laatste keer in de kantoren van Markant in het Unizogebouw. “Tja,” zucht ze. “Eigenlijk niet, want ik heb me herpakt. Als ik opnieuw kon beginnen, zou ik nooit meer voltijds huisvrouw worden. Je leeft dan in een te bekrompen wereld en je wordt wereldvreemd. Mijn kinderen heb ik aangeraden om niet voor hun kroost thuis te blijven. Met hoeveel liefde ik ook voor hen gezorgd heb, hoeveel dankbaarheid ik er ook van hen in ruil voor kreeg, ik was liever in het arbeidscircuit gebleven. De stap om uit dat huisvrouwenleven te stappen is groot. Zeker als je het niet om financiële redenen hoeft te doen.
“Ik heb de afgelopen jaren veel energie gestoken in het voorzitterschap van Markant, allemaal op vrijwillige basis. Meer dan iemand met een baan heb ik de kans gekregen om op allerhande vlakken kennis op te doen en mensen te leren kennen. Dat is onbetaalbaar, van onschatbare waarde.”
TRENDS. Markant bestond 50 jaar toen u er aan het hoofd kwam en had nood aan een opfrissing. Hanteerde u de grove borstel?
TINEKE TEERLYNCK. “De Christelijke Beweging voor Vrouwen uit de Middengroepen (CMVB), zoals Markant bijna vijftig jaar lang heette, werd opgericht voor de vrouw van de ondernemer. Die oudere leden wilden we niet voor het hoofd stoten, maar we moesten evolueren naar een organisatie met een nieuwe doelgroep. De jonge vrouwen die zelf een beroep uitoefenen en het veel moeilijker en drukker hebben dan de vorige generatie. Markant was verstard en de verjonging was niet evident. “Vroeger hadden we werkgroepen als ‘gezin en opvoeding’. Die moesten hervormd worden en voor de nieuwe doelgroep startten we de Artemisnetwerken. Daarin brengen we vier keer per jaar hoger opgeleide vrouwen samen die carrière willen maken. Ze komen er in contact met collega’s uit andere vakgebieden. Achteraf hoeven ze niet te blijven om met pralines rond te gaan of zich in te zetten voor het goede doel, zoals in serviceclubs. Dat maakt ze zo succesvol.
“Een andere verdienste is dat we de Womed Award, die jaarlijks een zelfstandige ondernemende vrouw bekroont, echt op de kaart hebben gezet. We zijn straks aan de negende editie toe.”
Trendwatcher Nathalie Bekx vergeleek in Trends vrouwennetwerken met klaagclubs. Daarom weigert ze zich erin te integreren.
TEERLYNCK. “Ik raad alle vrouwen aan om zich ten minste in twee netwerken te integreren. Ik ga naar meer activiteiten dan die van Markant. Alleen vrouwen samenbrengen is leuk, er worden andere onderwerpen aangesneden, maar we vinden wel dat onze leden daaruit moeten treden om in gemengde netwerken op te gaan. Door de samenwerking met Unizo zijn die er ook.
“Zelf heb ik niet het gevoel te veel in een vrouwenclubje te hebben gezeten omdat ik Markant combineerde met mijn schepenambt in Oostrozebeke. Kreeg ik te veel van dat uitsluitend vrouwelijk gedoe, dan ging ik naar het schepencollege. En daar ben ik nog steeds de enige vrouwelijke schepen.”
Op de barricades
U heeft ook de structuur binnen Markant grondig door elkaar geschud.
TEERLYNCK. “Markant moest als een kmo gemanaged worden. Er was geen structuur toen ik begon. De raad van bestuur was ontbonden. Er waren 35 personeelsleden, wat te veel was en voor financiële tekorten zorgde. Ik moest ingrijpen. Het was een pijnlijk proces, al gebeurden de meeste afvloeiingen natuurlijk of uit vrije wil. 28 mensen werken er nu voor ons. Allemaal vrouwen. Er heeft hier ooit wel een man gewerkt, maar het werk leent zich daar toch niet voor.
“Bij de samenstelling van de raad van bestuur heb ik geopteerd om naast vertegenwoordigers van ons netwerk externen aan te trekken. Die corporate governance was nieuw voor de vzw. Velen onder ons spendeerden veel tijd aan Markant en raakten zo verblind voor wat het beste was voor de organisatie. Mensen die vanop een afstand kunnen kijken, moesten mee bepalen welke kant we op moeten om de toekomst verzekeren. We zijn alleszins uit de rode cijfers.”
Ondertussen staat er een directeur, Anne-Marie Descamps, aan het hoofd. Die beslissing past in de professionalisering?
TEERLYNCK. “Ik wilde dat de nieuwe voorzitter een vrouw uit ons nieuwe doelpubliek was. Ze moet haar taak kunnen combineren met haar beroepsleven. Dat betekent ook dat Markant geleid moet worden door een directeur die hier voltijds is. Ik was nog voorzitter en directeur tegelijk. Mijn opvolgster moet zich alleen met de hoofdzaken bezig houden. De raad van bestuur voorzitten, de algemene vergadering leiden, de externe relaties verzorgen. Het personeelsbeleid is bijvoorbeeld een taak voor de directeur.
“In september ondertekenden we een akkoord met Unizo en wierven we gezamenlijk iemand aan omdat we samen acties willen voeren die de ondernemende vrouw ten goede komen. Dat kan het organiseren van vorming zijn, maar misschien gaan we ook wel op de barricades staan. Markant wordt harder. Het is niet meer van deze tijd om braaf in ons hoekje te zitten, het is nodig dat we met onze standpunten uit ons kot komen. Onze jongere leden vragen een actiever beleid.”
Een beleid waar u duidelijk achter staat. Was dat, in combinatie met de nieuwe invulling van het voorzitterschap, geen reden om uw mandaat helemaal af te werken?
TEERLYNCK. “Toen ik mijn vertrek in januari aankondigde, was ik er rotsvast van overtuigd dat het genoeg was geweest. Je hoort me niet zeggen dat ik het moe was. Ik was opgelucht dat er een nieuwe directeur was en zij heeft het recht te starten met iemand die vier of zes jaar blijft. Was ik gebleven, zou de beweging nog even – maximum de twee jaren dat ik het mandaat nog kon opnemen – op hetzelfde elan doorgaan. Nu treedt er echt een nieuwe generatie aan.
“Ik ga het voorzitterschap wel enorm missen. Het is een aanrader, zeker voor een West-Vlaming als ik. West-Vlamingen zijn harde werkers, maar ze blijven meestal binnen hun eigen kring. Buiten die cirkel treden en heel Vlaanderen leren kennen, kan ik alle provinciegenoten aanraden. Het verruimt je blik. Gelukkig heb ik een dochter die in Vlaams-Brabant woont en me verplicht om West-Vlaanderen zo nu en dan te verlaten.”
Van bedrijfseconome tot huisvrouw
De nieuwe voorzitter moet een ondernemende vrouw zijn. Dat bent u nooit geweest.
TEERLYNCK. “Een boerentrien was ik niet. Aartrijke, waar ik geboren ben, is wel een boerendorp, maar ik heb altijd in de stad gestudeerd. In Kortrijk studeerde ik een jaar lang rechten. Ik heb me dat jaar goed geamuseerd, maar weinig gestudeerd. Toen ik het in eerste zit niet meer zag zitten, zei mijn vader die huisarts was: ‘Meisje toch, je moet niet studeren.’ Als ik een goede vrouw werd, was dat meer dan voldoende. Gelukkig heb ik niet geluisterd. Ik ging bedrijfseconomie studeren in Gent. Het was destijds niet evident om als vrouw voor die richting te kiezen. We begonnen met twee vrouwen, ik eindigde als enige. Met grote onderscheiding, als eerste van mijn jaar. Ik heb alle mannen verslagen. (lacht) Dat ik mijn mannetje moet staan, vooral in de politiek, hoor ik vaak. Tijdens mijn studies zat ik als enige vrouw tussen mannen en ik groeide op als enig meisje tussen drie broers. Ik kan tussen mannen functioneren.”
Hoe leerde u uw echtgenoot kennen?
TEERLYNCK. “Bernard kwam langs in het ouderlijk huis als vriend van mijn jongste broer. Ik was zeventien toen ik hem leerde kennen en we zijn vroeg getrouwd. Zo kwam ik in de bedrijfsgemeente Oostrozebeke terecht waar ik aanvankelijk werkte in het bedrijf van mijn man, Spano dat in januari werd verkocht.
“Ik ben wel altijd een Teerlynck gebleven. Ja, bij Markant ben ik Tineke Vanden Avenne, maar dat komt omdat ik oorspronkelijk onder die naam was ingeschreven en die is behouden. Toen ik verhuisde had namelijk nog nooit iemand van Teerlynck gehoord. Liet ik daarentegen ergens vallen dat ik een Vanden Avenne was, wist iedereen bij wie ik hoorde.”
Gaf u uw eigen identiteit toch niet op voor uw gezin?
TEERLYNCK. “Toen ik op mijn 21ste mijn eerste dochter kreeg, bleef ik thuis. Op mijn 25ste had ik drie kinderen, twee meisjes en een jongen, waar ik fulltime voor zorgde. Het leven als huisvrouw heeft me maar tijdelijk kunnen bekoren, want ik vond dat mijn leven niet voldoende ingevuld was. Ik had nood aan een uitdaging. Opnieuw in het bedrijf van mijn echtgenoot aan de slag gaan, was geen optie. Echtgenotes kwamen niet in de zaak. Het was hun keuze om familiaal niet te verweven te zitten. Achter de schermen was ik wel heel betrokken bij het bedrijf. Mijn boterham kwam toch van daar. Ik was wel van plan een eigen zaak over te nemen of te starten. Daar waren mijn kinderen, die toen in het secundair onderwijs zaten, niet gelukkig mee. Ik deed het niet.”
Wereldreis door politiek landschap
Uw echtgenoot stond later wel volledig achter uw engagementen?
TEERLYNCK. “Je mag je man zelf kiezen, hé. Het klopt dat ik dankzij hem de luxe heb om mezelf te ontplooien. Dat ik voor ons gezin ben thuis gebleven, heeft hij gewaardeerd. Hij had er alle respect voor dat ik opnieuw wat anders wilde en heeft me alles wat ik wilde doen ook laten doen. Ik moet hem daar dankbaar voor zijn, want de laatste jaren heeft hij veel alleen gezeten. Bernard heeft ook een drukke baan, maar het was voor hem toch een opoffering. We moeten ons nog steeds organiseren om alles rond te krijgen, zeker nu hij regelmatig naar Spanolux in Vielsalm reist.
“Eerst engageerde ik me enkel lokaal voor Markant. Zodra ik het nationale voorzittersmandaat opnam, was ik makkelijk vijftien uur per dag druk bezig. Zeker in combinatie met mijn schepenambt. De burgemeester vroeg me dertien jaar geleden – ik was toen net geen veertig – voor de gemeenteraadsverkiezingen op de CD&V-lijst te staan. Onmiddellijk op de tweede plaats omdat Oostrozebeke voordien geen vrouwelijke schepenen had gehad en CD&V de kiezers beloofde daar verandering in te brengen. Dat zag mijn gezin wel zitten. In de politiek blijf je een vrij mens.”
Was politica worden een droom die uitkwam?
TEERLYNCK. “Het sluimerde wel, al zat politiek absoluut niet in onze familie. Ik ben de eerste Teerlynck die politicus is. Mijn vader was wel de beste vriend van Albert Bogaert, de grootvader van federaal volksvertegenwoordiger Hendrik Bogaert. Wanneer hij over de vloer kwam, werd er veel over politiek gesproken. Daar is de basis gelegd. Ik heb ook veel over politiek gelezen waardoor het begon te kriebelen om zelf te participeren.”
U nam later ook een plaats op de senaatslijst in?
TEERLYNCK. “De voorlaatste plaats bij de ‘effectieven’; dus het was niet de bedoeling om verkozen te worden. Het was wel een ervaring. Ik vergelijk het liefst met een wereldreis. In nationaal campagne voeren kruipt veel tijd, energie en geld. Je moet er zelf in investeren, want niemand doet dat in jouw plaats.
“De mensen die met me op de senaatslijst stonden, waren niet de minste. Hen leren kennen, was positief voor mijn netwerk. Heb ik iets nodig in de gemeente, kan ik nog steeds naar hen stappen. Dat is een verrijking.”
Heeft u nog ambitie voor een zitje in de senaat?
TEERLYNCK. “Die ambitie leeft niet meer. Ik voel dat mijn moeder me nodig heeft. Het is een menselijke keuze om meer tijd voor haar vrij te maken. Vandaar ook dat ik me als schepen van financiën, economie, burgerlijke stand en senioren wil inzetten voor de vergrijzing. Ik laat de hulp aan de jonge dertigers varen en schakel over naar hulp aan senioren. De langetermijnvisie voor het seniorenbeleid in de gemeente, die wil ik uitstippelen. Niet voor mezelf, wel omdat ik zie dat er grote nood aan is. Het zijn niet de tachtigers die zich daarvoor moeten inzetten, maar mijn generatie.
“Mijn functie als schepen moest ik tot nu toe combineren met mijn functie bij Markant. Ik ga ervan genieten om mijn schepenambt ten volle te kunnen uitvoeren en te werken aan contact met de plaatselijke ondernemers. Daar zal tijd inkruipen. Het zwarte gat lonkt niet. Straks heb ik drie schatten van kleinkinderen. Dat is de laatste generatie waar ik volop van kan genieten en dat wil ik heel bewust doen.”
Sjoukje Smedts
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier