‘Geld verdienen is geen vies woord’
Dineren tussen kunstwerken of vergaderen in een kunstig gebouw? Het Bonnefantenmuseum in Maastricht richt zich op bedrijven om er à la carte evenementen te organiseren.
Maastricht is vanuit Brussel maar een goed uur rijden. Als je van de snelweg komt, bereik je in een paar minuten de ondergrondse parkeergarage van het Bonnefantenmuseum. Aan de oevers van de Maas prijkt het fascinerende gebouw van de Italiaanse toparchitect Aldo Rossi in de wijk Céramique, een geherwaardeerd industrieterrein.
“Het Bonnefantenmuseum is een museum voor beeldende kunst”, vertelt de persverantwoordelijke, Guillemette Naessens. “We beheren publieke en privécollecties met zowel oude schilderkunst en sculptuur als hedendaagse kunst. We bezitten prachtige Maaslandse sculpturen uit de middeleeuwen, maar ook schilderkunst uit de Zuidelijke Nederlanden uit de zestiende en zeventiende eeuw met Breughel en Rubens, tot hedendaagse kunst van Franz West of Robert Ryman.”
Steun aan non-profit
“De Nederlandse musea moeten vanaf 2013 minstens 17,5 procent van hun inkomsten zelf verdienen, een norm die wij halen”, zegt Astrid Bonnier, de coördinator publiekszaken. “Maar in een tijd waarin de overheid op subsidies beknibbelt, is cultureel ondernemerschap van groot belang. We spiegelen ons daarvoor onder meer aan Angelsaksische musea. In de VS of Groot-Brittannië hebben ze meestal een ander inkomstenmodel. Niet de overheid, maar wel de bedrijven financieren musea en kunsthuizen.”
“Het Bonnefantenmuseum is een schitterende locatie, niet alleen voor fervente museumbezoekers, ook voor bedrijven en organisaties. Zij kunnen een non-profitinstelling steunen, want wat wij verdienen, vloeit terug naar het museum en wordt gebruikt om programma’s voor kinderen te ontwikkelen. Geld verdienen in een museum is geen vies woord meer. Bovendien kunnen bedrijven hun klanten of medewerkers een onvergetelijke ervaring bieden. Een ervaring die zij op hun beurt delen met familie en vrienden, mondreclame voor het museum dus. Tot nog toe voeren we nauwelijks actieve promotie. We werken wel samen met het Maastricht Congres Bureau en zijn lid van het Platform Museum Locaties.”
Onder de noemer ‘Rent-a-Museum’ kan veel, overdag en ‘s avonds. “Tijdens een besloten nocturne kunnen gasten ongestoord naar de kunstwerken kijken en achteraf van een walkingdinner genieten. Daarnaast hebben we een aparte vergaderruimte, Studio Rossi – een eerbetoon aan de architect – en een auditorium. De zaal op de gelijkvloerse verdieping van de toren van het museum is zowat onze kroonzaal. De muur is in verscheidene kleuren geschilderd, het werk van Fons Haagmans, een van de kunstenaars uit onze collectie.”
“De link met het museum blijft ons uitgangspunt en onderscheidt ons van een ‘normale’ evenementenlocatie. We hopen dat de gasten geïnspireerd raken door de kunst of de architectuur van het gebouw. Het blijft wel belangrijk dat ze de gewone bezoekers zo weinig mogelijk storen, onze hoofdtaak blijft een kunstmuseum waar mensen naartoe komen om te kijken naar kunst, Rossi noemde het een ‘kijkfabriek’. Zo vindt niemand het leuk om kunst te kijken als er opbouw- en afbraakwerken aan de gang zijn of als er een geur van pakweg bitterballen hangt.”
Over bitterballen gesproken, in Vlaanderen zijn we wel wat anders gewoon dan lunchen met soep of karnemelk. “Dan is Maastricht de perfecte locatie”, lacht Bonnier. “Geen enkele andere stad in Nederland telt zoveel Michelinsterren als Maastricht”, treedt Naessens – een Française – haar bij. “Vier Maastrichtse restaurants konden één ster binnenrijven en we tellen ook een tweesterrenrestaurant. Niet voor niets wordt Maastricht de meest bourgondische stad van Nederland genoemd. We werken ook samen met Vlaamse cateraars, alles kan naar wens van de klant.”
Effen wit vlak
Het Bonnefantenmuseum doet meer dan een zaal of het café ter beschikking stellen van groepen. “Op vraag van de klant werken we programma’s op maat uit, dat kan heel laagdrempelig en zelfs luchtig”, vertelt Bonnier. “Een voorbeeld is een causerie over het duurste schilderij dat in het museum hangt, dat is een wit vlak van Ryman. Dat lokt gegarandeerd controverse uit. De artistiek directeur spreekt geregeld gezelschappen toe over actuele thema’s en de zakelijk leider kan parallellen leggen met het bedrijfsleven. Dit soort events heeft veel succes. Nederlanders weten graag wat er met hun belastinggeld gebeurt”, knipoogt Bonnier.
“Aangezien we zoveel mogelijk à la carte proberen te werken, is het moeilijk om een prijs op een evenement te plakken. Dat hoeft niet duur te zijn, zo kunnen groepen een museumarrangement boeken met koffie en vlaai vanaf 10 euro. Maar alles is afhankelijk van de wensen van de klant en hangt ook af van het tijdstip, het aantal deelnemers, de catering en het nodige personeel. Al was het maar om op te ruimen, want ook de bezoeker van de volgende ochtend heeft recht op een schoon museum.”
FREDERIC EELBODE
“De link met het museum blijft ons uitgangspunt en onderscheidt ons van een ‘normale’ evenementenlocatie”Astrid Bonnier, Bonnefantenmuseum
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier