Geld maakt gelukkig

Geld is geen doel op zich, maar een hefboom om je levensdoelstellingen te bereiken, zegt Koen Bougard van het vermogensadviesbureau Smartplan. Hij pleit voor een andere benadering van vermogensbeheer.

Geld maakt inderdaad gelukkig. “Een studie heeft aangetoond dat het verschil in levensverwachting tussen de gelukkigste en de minst gelukkige groep negen jaar bedraagt”, zegt Koen Bougard, de medeoprichter van het vermogensadviesbureau Smartplan. Maar er is een nuance. “De toename van rijkdom heeft slechts een beperkte impact op de versterking van het geluksgevoel. Laat ons dus vooral gelukkig zijn.” Die vaststellingen zijn het uitgangspunt van de beleggingsfilosofie van Smartplan. Bougard belooft beleggers geen hemelhoge rendementen voor hun spaargeld, maar hij helpt hen hun vermogen te beheren, om hun levensdoelstellingen te kunnen realiseren.

Volgens Bougard hebben we drie ingrediënten nodig om gelukkig te leven: onze waarden, onze vrienden en onze doelstellingen. “Geld is een hefboom. Je moet over bepaalde middelen beschikken als je je doelstellingen wilt bereiken. Maar je hoeft niet meer te hebben dan nodig. Je moet wel bepalen tegen wanneer je je levensdoel wilt realiseren. Dat tijdsperspectief zal je in staat stellen je vermogen op een optimale manier te structureren met het oog op die doelstelling.” Mensen moeten dus een financieel plan opstellen om de weg naar hun doel uit te stippelen. “Dat financieel plan is de schakel tussen geld en geluk”, aldus Bougard (zie kader Uw financieel plan in zes stappen).

Drie bouwstenen

Koen Bougard raadt aan een beleggingsportefeuille op te bouwen met drie soorten bouwstenen, plus eventueel een extraatje. Ten eerste moet de spaarder liquiditeiten aanhouden: het goede oude spaarboekje. Ten tweede moet hij investeren in producten die de portefeuille stabiliteit verschaffen: termijnrekeningen, kasbons, staatsbons en eventueel bedrijfsobligaties van heel goede kwaliteit (investment grade). Tak21-producten kunnen een alternatief zijn. Ten derde doen spaarders er goed aan activa te kopen die hun vermogen kunnen doen groeien. In die categorie zitten high-yieldobligaties, obligaties uit de opkomende landen, inflatiegelinkte en converteerbare obligaties, aandelen en afgeleide producten. De winsten daaruit kunnen de portefeuille een boost geven, maar er zijn veel risico’s aan verbonden.

“Normaal gesproken volstaan die drie categorieën om een evenwichtige portefeuille op te bouwen”, stelt Bougard. “Spaarders kunnen hun beleggingen daarnaast diversifiëren in goud en edelmetalen, vastgoed en grondstoffen. Maar het is raadzaam niet meer dan 10 procent van een vermogen te beleggen in die producten. Hedgefondsen en gestructureerde producten zijn ook een optie. Ze maken intensief gebruik van derivaten en hebben een groot hefboomeffect, maar de risico’s zijn aanzienlijk. Bovendien zijn er vaak buitensporig hoge kosten aan verbonden.”

Veiligheid en risico

Essentieel bij de samenstelling van een beleggingsportefeuille is de activa optimaal te spreiden. “Diversifiëren betekent efficiënt profijt halen uit risico, niet verschillende bouwstenen zonder enige strategie op elkaar stapelen”, aldus Koen Bougard. Uitsluitend beleggen in uiterst veilige producten raadt hij af, want die halen momenteel een heel schamel rendement. Het is zaak een goede dosering tussen veiligheid en risico te vinden.

“Stel dat een dertiger elk jaar 4500 euro opzijzet voor zijn oude dag. Als hij op een klassieke spaarrekening spaart, heeft hij een rendement van 2 procent per jaar. Tegen zijn pensioen zal hij 229.000 euro hebben gespaard. Hij kan zich dan gedurende 7,5 jaar een rente van 2500 euro per maand uitkeren. Door iets meer risico’s te nemen en een rendement van 4 procent te halen, kan hij 345.000 euro sparen en gedurende 11,5 jaar dezelfde rente genieten.”

KARINE HUET

Mensen moeten een financieel plan opstellen om de weg naar hun doel uit te stippelen.