Geen testament, geen erfenis
Om van elkaar te erven, moeten feitelijk samenwonende partners altijd een testament opmaken. Dat wordt vaak vergeten, wat tot pijnlijke situaties kan leiden als een van beide partners plots overlijdt.
Ondanks de pogingen van de wetgever om de rechten van getrouwde en samenwonende partners gelijk te schakelen, blijven getrouwde koppels nog altijd belangrijke voordelen hebben. Dat geldt zeker voor het erfrecht van de langstlevende partner, maar ook voor de successierechten die op de erfenis tussen de partners verschuldigd zijn.
Steeds meer Belgen wonen wettelijk samen, en het aantal Belgen dat trouwt, loopt terug. Volgens de recentste cijfers van de federale overheidsdienst Economie ondertekenden ruim 79.000 Belgen in 2013 een samenlevingscontract, terwijl dat jaar minder dan 38.000 Belgen trouwden. In 1990 trouwden in ons land nog 65.000 stellen.
Om wettelijk te gaan samenwonen, leggen beide partners een verklaring af op het gemeentehuis van hun woonplaats. Met een eenvoudige verklaring kunnen ze dat samenlevingscontract snel weer ongedaan maken. Een huwelijk beëindigen kost meer tijd en geld.
Beperkt erfrecht
In vergelijking met huwelijkspartners hebben wettelijk samenwonende partners een beperkt erfrecht. Partners die wettelijk samenwonen, erven automatisch het vruchtgebruik van de gezinswoning en de huisraad van elkaar. De blote eigendom en hun overige bezittingen gaan naar hun andere erfgenamen, zoals hun kinderen. Ze kunnen dat beperkte erfrecht uitbreiden door een testament op te maken. Daarin kunnen ze vastleggen dat hun partner bij hun overlijden de volle eigendom van hun aandeel in de woning krijgt. Dat is fiscaal interessant, omdat in de drie gewesten een vrijstelling geldt voor het erven van de gezinswoning door de langstlevende partner. We treden niet in detail, maar er zijn wel beperkingen vanwege de wettelijke reserve van de kinderen.
Het erfrecht voor wettelijk samenwonende partners is niet reservatair. Dat betekent dat de ene partner een testament kan opmaken waarin hij zijn hele erfenis — met de gezinswoning — laat toevallen aan een derde. Wettelijk samenwonende partners kunnen elkaar dus onterven, terwijl dat bij getrouwde stellen niet zomaar kan. Het erfrecht tussen wettelijk samenwonende partners verdwijnt ook zodra de samenwoning stopt.
Feitelijk samenwonende partners erven niet automatisch van elkaar. Dat wordt vaak vergeten, wat tot pijnlijke situaties kan leiden als een van beide partners plots overlijdt. Om van elkaar te kunnen erven, moeten feitelijk samenwonende partners altijd een testament opmaken. Dat kunnen ze doen in de vorm van een notarieel testament, maar een testament dat eigenhandig geschreven, gedateerd en ondertekend is, volstaat.
Dezelfde erfbelasting
De successierechten zijn een bevoegdheid van de gewesten. In de drie gewesten geldt een verschillende regeling. Welke successierechten erfgenamen moeten betalen, hangt af van de fiscale woonplaats van de overledene. Dat is niet noodzakelijk de plaats waar de overledene is ingeschreven in het bevolkingsregister, hij moet er ook echt hebben gewoond. Als de erflater in de laatste vijf jaar voor zijn overlijden in verschillende gewesten heeft gewoond, moet de aangifte gebeuren in het gewest waar hij tijdens die periode het langst zijn fiscale woonplaats heeft gehad.
Samenwonende stellen betalen in Vlaanderen dezelfde erfbelasting van 3 tot 27 procent als getrouwde koppels. Zij moeten daarvoor wel aan een van deze voorwaarden voldoen: ofwel moeten ze wettelijk samenwonen, ofwel moeten ze sinds minstens één jaar feitelijk samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren. Voldoen de samenwonenden daar niet aan — en zijn ze geen broer en zus — dan vallen ze onder het tarief van 45 tot 65 procent.
In Wallonië en Brussel betalen alleen wettelijk samenwonenden dezelfde tarieven als huwelijkspartners, oplopend van 3 tot 30 procent. Wie zonder contract samenwoont, draagt torenhoge successietarieven tot 80 procent af. Fiscaal is het zeker de moeite waard over te stappen naar het statuut van wettelijk samenwonende partners.
Vrijgestelde gezinswoning
Sinds meer dan acht jaar hoeft de langstlevende partner in Vlaanderen geen successierechten te betalen op de gezinswoning. Het Brussels Gewest heeft die regeling sinds 1 januari 2014 in grote lijnen overgenomen. Ook Wallonië heeft ondertussen zo’n regeling. Maar in tegenstelling tot Brussel en Vlaanderen is de vrijstelling voor de langstlevende partner beperkt. Enkel als het netto-erfdeel van de langstlevende in de gezinswoning — de nalatenschap na aftrek van de schulden — niet hoger is dan 160.000 euro, kan hij aanspraak maken op de volledige vrijstelling.
In Vlaanderen geldt die vrijstelling voor getrouwde en wettelijk samenwonende partners, en voor feitelijk samenwonende partners die gedurende drie jaar ononderbroken hebben samengewoond. In Brussel en Wallonië geldt de vrijstelling enkel voor getrouwde en wettelijk samenwonende stellen. Gewoon samenwonende koppels vallen in die gewesten uit de boot.
Johan Adriaens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier