Geen bezoek bewoonde lokalen zonder machtiging

Als de belastingadministratie gebruik wil maken van haar visitatierecht om ook bewoonde lokalen te bezoeken, moet zij over een machtiging beschikken van de politierechter. De rechtbank van eerste aanleg in Hasselt besliste enkele maanden geleden dat dit voorschrift van strikte toepassing is. Het feit dat de belastingplichtige de ambtenaren zelf toestemming geeft om de bewoonde lokalen te betreden, volstaat niet.

Het fiscaal visitatierecht houdt in dat de belastingadminis-tratie in principe op gelijk welk ogenblik de beroepslokalen van de belastingplichtige mag bezoeken. De enige formele vereiste is dat de ambtenaren voorzien moeten zijn van hun aanstellingsbewijs. Het bezoek moet niet aangekondigd zijn. Dat is logisch. Als de belastingadministratie haar bezoek zou moeten aankondigen, zou de belastingplichtige nog vlug bezwarende documenten kunnen doen verdwijnen.

Het fiscaal visitatierecht kan dan ook het best vergeleken worden met een huiszoeking. Tot voor kort ging die vergelijking al wel op wat de btw betreft, maar (nog) niet voor de inkomstenbelastingen. De manier waarop de wettekst gesteld was, liet de belastingadministratie op het gebied van de inkomstenbelastingen bijvoorbeeld niet toe in de kasten zelf op zoek te gaan naar bezwarende documenten. Voor de btw was dit al wel het geval. Een tijdje geleden heeft de wetgever ingegrepen. Sindsdien is de draagwijdte van het fiscaal visitatierecht op het gebied van de inkomstenbelastingen volledig afgestemd op dat van de btw. Aangenomen mag worden dat de fiscus nu ook inzake inkomstenbelastingen in de kasten mag snuffelen. De vergelijking met een huiszoeking ligt bijgevolg voor de hand.

De fiscus moet zijn visitatierecht niet beperken tot de eigenlijke beroepslokalen. Hij mag ook toegang eisen tot andere lokalen waar vermoedelijk professionele werkzaamheden verricht worden. Maar als hij de drempel van particuliere woningen, of van bewoonde lokalen, wil overschrijden, gelden strenge voorwaarden. Ten eerste mag het visitatierecht dan slechts uitgevoerd worden tussen vijf uur ‘s morgens, en negen uur ‘s avonds. Anders gezegd, de fiscus mag de normale nachtrust van de belastingplichtige niet verstoren. Bovendien is voor zo’n bezoek de machtiging vereist van de politierechter.

Zulke voorschriften leiden altijd tot grensconflicten. Waar eindigt de notie beroepslokalen en waar begint de notie van particuliere woning of bewoonde lokalen? De werkelijkheid is op dit punt rijker dan de fantasie. Dat sommige woningen gemengd worden gebruikt, neemt niet weg dat bepaalde gedeelten toch exclusief het karakter van beroepslokaal kunnen hebben (archief, kantoor…). Maar wat bijvoorbeeld als het bureauwerk in de living gebeurt, op een plank met twee schragen?

In het geval dat onlangs voor de rechtbank van eerste aanleg in Hasselt ter sprake kwam, bezochten de controleambtenaren een bedrijf. Op een bepaald ogenblik bevonden zij zich in de bedrijfskeuken. Omdat zij niet vonden wat zij zochten, vroegen zij toegang tot de ruimte waar de boekhouding gevoerd wordt. De zaakvoerder nodigde hen vervolgens uit in zijn privévertrekken waar een hoek van de living ingericht is als kantoor. De ambtenaren gingen op de uitnodiging in, en vonden ter plekke bezwarend materiaal. Dat leidde tot een navordering van belasting.

De belastingplichtige verweerde zich met het argument, dat dit bewijs onrechtmatig verkregen is, want dat de ambtenaren geen machtiging hadden van de politierechter om in zijn bewoonde lokalen rond te snuffelen. De rechtbank gaf hem gelijk.

Volgens de rechtbank moet het fiscale visitatierecht – mede gelet op de onschendbaarheid van de gezinswoonst – beperkend worden uitgelegd. Als de belastingadministratie in de bewoonde lokalen wil rondneuzen, behoeft zij een machtiging van de politierechter. Heeft zij die niet, dan is het aldaar vergaarde bewijs onrechtmatig verkregen en is de daarop gesteunde aanslag nietig. Dat de belastingplichtige zelf de ambtenaren in zijn living uitgenodigd heeft, kan volgens de rechtbank in Hasselt het gebrek aan machtiging niet goedmaken.

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

JAN VAN DYCK

De fiscus mag de normale nachtrust van de belastingplichtige niet verstoren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content