Geen autoproductie meer in Genk, wel cargofietsen

Hans Hermans medewerker Trends

Nabij het vroegere Ford Genk wordt binnenkort een productielijn opgestart voor elektrische cargofietsen. Met een duwtje in de rug van ING België.

“Onze eerste fabriek komt vlak bij Ford Genk.” Dirk Verhaeghe (44), een van de oprichters van The Opportunity Factory, zegt het met enige trots. Dertien investeerders zetten hun schouders onder de in 2014 opgestarte coöperatieve vennootschap voor creaties rond mobiliteit en energievoorziening.

De starter ontwikkelde twee producten. De elektrische aanhangwagen Urban Nomad kan aan elke fiets gekoppeld worden om boodschappen in de stad te vervoeren. Ze zijn te koop in sommige fietsenwinkels. Securex en de stad Kortrijk gebruiken ze al.

Het tweede product is de veel grotere elektrische cargofiets Tortuga XL. Die fiets kan maar liefst 250 kilogram vervoeren, of twee kubieke meter. Voor de ontwikkeling zette The Opportunity Factory een samenwerking op met de Gentse duurzame stadsdistribiteur Bubble Post, die de ervaringen van zijn fietskoeriers gebruikte om het ontwerp te verbeteren.

De starter evolueert behoorlijk hard. Oprichters Dirk Verhaeghe, Jurgen Denul, Lieven Totté, Dieter Dekeyzer en Luc Meirlaen zijn gestart met 210.000 euro om oplossingen voor het mobiliteitsprobleem uit te werken. In één jaar tijd groeide hun coöperatie aan tot dertien partners, met een totaal te investeren budget van 250.000 tot 300.000 euro, aangevuld met een lening bij ING België en subsidies van het overheidsagentschap IWT. Toch was de lening van ING België niet het belangrijkste om het startersverhaal van The Opportunity Factory (TOF) te doen slagen. De vernieuwende startersaanpak van de bank was dat wel.

Risicokapitaal

ING België boog zich over het probleem van creatieve starters. “Met een bakker, een fietsenwinkel en andere klassieke zaken weten we wel raad”, zegt Erik Van Den Eynden, head of midcorporates & institutionals bij ING België. “Maar wat doe je met starters die een idee willen uitwerken en lanceren zonder dat er vooruitzicht is op voldoende inkomsten in de eerste jaren? Als zo iemand in een bank komt, denkt een bankier wel twee keer na. Je weet dat je niet zomaar kunt ingaan op hun vraag. Een bank is geen leverancier van risicokapitaal.” Geen lening was vaak het antwoord, maar Van Den Eynden vond dat niet langer de goede oplossing. “We zijn op zoek gegaan naar een manier om starters op een andere manier te ondersteunen. Bijvoorbeeld door hen te helpen met andere problemen: een tekort aan contacten en tijd.”

Dat leidde bij ING tot een klein testproject. Terwijl concurrerende banken als KBC en BNP Paribas Fortis inzetten op een incubator of een accelerator voor starters, voelde ING België meer voor een ondersteunende rol op de achtergrond. ING wil starters wegwijs maken in het aanbod van incubatoren, businessangels en starterscoaches. “Zelf ben ik een klassieke bankier die niet moet pretenderen dat ik hun kan leren ondernemen. Wel hebben we alles in huis om het netwerk tussen ondernemers te versterken.”

Ondernemer en investeerder Stéphane Leliaert toog voor de bank aan het werk. Als business innovation manager bij ING België zocht hij in de luwte naar starters om te begeleiden, zonder een commerciële link of verplichting aan de bank. Zijn aanzet wordt wegens succes verlengd, en door een team van dertig innovation bankers ingevoerd over heel Vlaanderen.

Netwerk

Een van de eerste starters in het traject was Dirk Verhaeghe van The Opportunity Factory. Nadat het eerste contact was gelegd, ondersteunde ING België hem regelmatig, vertelt Verhaeghe: “Bijvoorbeeld voor ons Triple F-event, waarmee we financiering wilden vinden bij familie, vrienden en fans. Hun contactpersonen kwamen gratis spreken, gaven onafhankelijk advies en overtuigden velen om in te stappen. We hebben toen 95.000 euro verzameld. Er waren ook nog de startersworkshops van ING, hun publiciteit en mediacontacten.”

Dat ondernemers andere ondernemers ontmoeten, is cruciaal in de startersstrategie. Tijdens deze ontmoetingen leerde Verhaeghe heel wat. “Zo veel kleine dingen”, herinnert hij zich. “Dat de klemtoon op focus zo belangrijk is. Als starter heb je de neiging een product te maken, daarvan nog een variante, dan nog twee alternatieven. Zo meander je al snel heel breed. Anderen wisten uit ervaring dat je dit moet uitkristalliseren. Hierdoor kunnen we nu naar buiten toe heel eenvoudig vertellen wat we doen: we zijn een fabrikant van cargofietsen en bijbehorende accessoires. Dat we ook oplossingen op maat bedenken, zoals een elektrische winkelkar, is dan minder relevant.”

Hans Hermans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content